Woordenlijst voor de spelling der Nederlandsche Taal by Vries and Winkel

Origianl URL

https://www.gutenberg.org/ebooks/22722

Category

gutenberg.org

Summary

Typ. Beets. A. Beets. 1. 2. 3. 4. 5. 6. § 2. 8. nw. 9. 10. 11. 12. 13. ), _konijn_ (O. ), enz. 14. nw. 15. 16. als M. 18. 21. 22. § 17. 24. § 15. 25. 26. 27. § 18. 28. en onz. 29. 31. 32. 34. 35. 36. 37. 38. § 37. 39. nw. 41. 43. 44. nw. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. nw. 59. 1. 2. 3. 4. 5. 2. 3. 4. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 2. 3. 4. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. nw. nw. 28. 29. nw. 30. 31. 32. nw. 33. nw. nw. nw. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. nw. nw. 2. nw. 3. of onz. nw. II. 2. 3. 4. nw. 5. 6. 7. 8. 9. 10. nw. 11. 12. 49. 50. nw. 2. nw. 3. nw. 4. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58. 59. 60. 61. 62. 63. 64. nw. nw. 65. onz. 66. en onz. 67. 68. 69. 70. 71. 72. 73. 74. 75. 76. 77. 78. 79. 80. nw. 81. 82. 83. 85. 86. _k_. 87. § 33. 2. 3. 88. 2. 4. 5. nw. 7. nw. nw. nw. nw. 8. 90. A A, V., a's. Aagt, V., aagten. Aagtje, O., -jes. Aai, M., aaien. Aaitje, O., -jes. Aaiing, V., aaiingen. Aak (boom), M., aken. Aaks, ook Aks, V., aaksen. Aaltje, O., -jes. Aalmoes, V., aalmoezen. Aalmoesje, O., -jes. Aam, O., amen. Aambei, V., -beien. Aan. Aandak, O., -daken. Aandamming, V., -dammingen. Aandichting, V., -dichtingen. Aandoening, V., -doeningen. Aandrager, M., -dragers. Aandwingen, dwong aan, heeft aangedwongen. Aangang, M., -gangen. Aangever, M., -gevers. Aangeving, V., -gevingen. Aanhitser, M., -hitsers. Aanhitsing, V., -hitsingen. Aanjager, M., -jagers. Aankomer, M., -komers. Aankondiger, M., -kondigers. Aankorsting, V., -korstingen. Aanmaning, V., -maningen. Aanmerking, V., aanmerkingen. Aanmogen, mag aan, mogen aan, mocht aan. Aanmunting, V., -muntingen. Aannaaiing, V., -naaiingen. Aannemer, M., -nemers. Aanneming, V., -nemingen. Aanpoting, V., -potingen. Aanpunter, M., -punters. Aanpunting, V., -puntingen. Aanristing, V., -ristingen. Aanschaffing, V., -schaffingen. Aanslibsel, O., -slibsels. Aanspreker, M., -sprekers. Aansteker, M., -stekers. Aansteking, V., -stekingen. Aanstooting, V., -stootingen. Aanstuiving, V., -stuivingen. Aantasting, V., -tastingen. Aantijger, M., -tijgers. Aantooner, M., -tooners. Aanwas, M., -wassen. Aanwassing, V., -wassingen. Aanwenning, V., -wenningen. Aanzien, O. Aanziend. Aanzoeting, V., -zoetingen. Aap, M., apen. Aapje, O., -jes. Aartje, O., -jes. Aar (ader), V., aren. Aartje, O., -jes. Aardig, aardiger, aardigst. Aardstrik, M., -strikken. Aars, M., aarzen. Aarsje, O., -jes. Aarsvin, V., -vinnen. Aasje, O., -jes. Aastor, V., -torren. Ab of abc, O., AB's of ABC's. Abdij, V., abdijen. Abdis, V., abdissen. Abeel, M., abeelen. Abeeltje, O., -jes. Abel, abeler, abelst. Abstract, abstracter, abstractst. Abt, M., abten. Abuis, O., abuizen. Abuisje, O., -jes. Abusief, abusieve. Acacia, M., acacia's. Academie, V., academiën en academies. Accent, O., accenten. Accentje, O., -jes. Acceptant, M., acceptanten. Acceptatie, V., acceptatiën en acceptaties. Accijns, M., accijnzen. Accountant, M., accountants. Ach. Achtje, O., -jes. Achtel, O., achtels. Achteling, M., achtelingen. Achten, achtte, heeft geacht. (Naar -, ten -, van -). Achtste, O., achtsten. Achtstetje, O., -jes. Achtzaam, achtzamer, achtzaamst. Acteur, M., acteurs. Actief, actiever, actiefst. Actief, O. Activiteit, V. Actrice, V., actrices. Actualiteit, V. Actueel, actueele. Addertje, O., -jes. Additioneel, additioneele. Ademloos, -looze. Adertje, O., -jes. Aderig, aderiger, aderigst. Adhaesie, V. Adieu. Adjectief, O., adjectieven. Adjudant, M., adjudanten. Adjunct, M., adjuncten. Adonis, M., Adonissen. Adonisje, O., -jes. Adres, O., adressen. Adresje, O., -jes. Adressant, M., adressanten. Adressante, V., adressanten. Adspirant en aspirant, M., adspiranten en aspiranten. ), M. Advies, O., adviezen. Adviesje, O., -jes. Adviseur, M., adviseurs. Advocaat, M., advocaten. Advocaatje, O., -jes. Aëronaut, M., aëronauten. Aesthetica, V. Aesthetisch. Aether, M. Af. Afbreker, M., -brekers. Afdak, O., -daken. Afdakje, O., -jes. Afdamming, V., -dammingen. Afdekker, M., -dekkers. Afdingen, dong af, heeft afgedongen. Afdinger, M., -dingers. Afdoener, M., -doeners. Afdoening, V., -doeningen. Afdrager, M., -dragers. Afdwingen, dwong af, heeft afgedwongen. Affaire, V., affaires. Affiche, O., affiches. Affodil en Affodille, V., affodillen. Affuit, V., affuiten. Afgang, M., -gangen. Afgever, M., -gevers. Afgezant, M., -gezanten. Afgodje, O., -jes. Afgodist, M., -godisten. Afhaker, M., -hakers. Afhaler, M., -halers. Afhangen, hing af, heeft afgehangen. Afkading, V., -kadingen. Afkomst, V. Afkomstig. Afkondiger, M., -kondigers. Aflezer, M., -lezers. Aflosser, M., -lossers. Aflossing, V., -lossingen. Afmaler, M., -malers. Afmatting, V., -mattingen. Afmeting, V., -metingen. Afmogen, mag af, mogen af, mocht af. Afneemdoek, M., -doeken. Afnemer, M., -nemers. Afnemertje, O., -jes. Afneming, V., -nemingen. Afpassing, V., -passingen. Afpenner, M., -penners. Afperser, M., -persers. Afpressing, V., -pressingen. Afpunter, M., -punters. Afpunting, V., -puntingen. Afrossing, V., -rossingen. Afschaving, V., -schavingen. Afscheper, M., -schepers. Afseining, V., -seiningen. Afsteker, M., -stekers. Afsteking, V., -stekingen. Afstooter, M., -stooters. Afstooting, V., -stootingen. Afstuiving, V., -stuivingen. Afveger, M., -vegers. Afveging, V., -vegingen. Afvening, V., -veningen. Afweger, M., -wegers. Afwerker, M., -werkers. Afwezen, O. Afwezend. Afzaging, V., -zagingen. Afzanding, V., -zandingen. Agaatje, O., -jes. Agent, M., agenten. Agentje, O., -jes. Ah. Aha. Ahorn, M., ahornen. Ahorntje, O., -jes. Ai (dier), M., ai's. Ajasses. Akant, M., akanten. Akefietje, O., -jes. Akelig, akeliger, akeligst. Akertje, O., -jes. Akker, M., akkers. Akkertje, O., -jes. Akte, V., akten. Akte-examen, O., -examens. Al, als zelfst. Albe, V., alben. Album, O., albums. Alft, M., alften. Alge, V., algen. Algeheel, -geheele. Alias, M., aliassen. Alibi, O., alibi's. Alikas, M., alikassen. Alinea, V., alinea's. Alk, V., alken. Alkje, O., -jes. Alkoof, V., alkoven. Alkoofje, O., -jes. Allegro, O., allegro's. Alles. Alliage, V., alliages. Alliantie, V., alliantiën en allianties. Allocutie, V., allocutiën en allocuties. Allodiaal, allodiale. Almanakje, O., -jes. Alpenstok, M., -stokken. Alpha, V., alpha's. Alruin, V. Als. Alsof. Altoos. Altsleutel, M., -sleutels. Amandeltje, O., -jes. Amazone, V., Amazonen. Ambassade, V., ambassades. Ambtje, O., -jes. Ambtgenoot, M., -genooten. Ambtseed, M., -eeden. Ambtspenning, M., -penningen. Ambtswoning, V., -woningen. Ambulance, V., ambulances. Amechtig, amechtiger, amechtigst. Amendement, O., amendementen. Amendementje, O., -jes. Amerij, V. Amerijtje, O., -jes. Americanisme, O., -ismen. Amfioen, O. Amfioenkit, O., -kitten. Amokmaker, M., -makers. ), V., ampels. Amsterdammer, M., Amsterdammers. Amuletje, O., -jes. Amusement, O., amusementen. Analoog, analoge. Analyse, V., analysen. Ananas, V., ananassen. Anathema, O., anathema's. Anatomie, V. Anatomisch. Anatoom, M., anatomen. Ancienniteit, V. Andante, O., andantes. Anekdote, V., anekdoten en anekdotes. Anemie, V. Anemiek. Anemoon, V., anemonen. Angel, M., angels. Angeltje, O., -jes. Anglicaan, M., Anglicanen. Anglicisme, O., anglicismen. Anglist, M., anglisten. Angst, M., angsten. Anjer, V., anjers. Anker, O., ankers. Ankertje, O., -jes. Annexatie, V., annexatiën en annexaties. Anoniem, anonieme. Anonymus, M., anonymi. Antecedent, O., antecedenten. Antichrist, M., Antichristen. Antiek, antieker, antiekst. Antilope, V., antilopen. Antwoorder, M., antwoorders. Apartje, O., apartjes. Apenbek, M., -bekken. Aperijtje, O., -jes. Apin, V., apinnen. Apocrief, apocriefe. Apotheek, V., apotheken. Apotheker, M., apothekers. Appel, M., appelen en appels. Appeltje, O., -jes. Appèl (beroep), O., appèls. Appelaar, M., appelaars. Appellant, M., appellanten. April, V. Zie Opril. Ar (arreslee), V., arren. Arretje, O., -jes. Arabesk, V., arabesken. Arbeider, M., arbeiders. Arcadia, V., arcadia's. Arceering, V., arceeringen. Archaïsme, O., archaïsmen. Architect, M., architecten. Archivaris, M., archivarissen. Arend, M., arenden. Arendje, O., -jes. Arendsoog, O., -oogen. Argument, O., argumenten. Argusoog, O., -oogen. Aria, V., aria's. Aristocraat, M., aristocraten. Aristocraatje, O., -jes. Aristocratie, V. Aristocratisch. Ark, V., arken. Armpje, O., -jes. Arm, armer, armst. Armada, V., en armade, armada's en armades. Arme, M. en V., armen. Aroma, O., aroma's. Arrest, O., arresten. Arrestant, M., arrestanten. Arsenaal, O., arsenalen. Artikeltje, O., -jes. Artisjok, V., artisjokken. Artist, M., artisten. Artiste, V., artisten. Arts, M., artsen. Artsenij, V., artsenijen. As (van een rad), V., assen. Asbest, O. Asceet, M., asceten. Aschbezem, M., -bezems. Asperge, V., asperges. Assaut, O., assauts. Assignatie, V., assignatiën en assignaties. Assistent, M., assistenten. Aster, V., asters. Astrant, astranter, astrantst. Astronoom, M., astronomen. Asyl, O., asylen. Atheïsme, O. Atheïst, M., atheïsten. Athenaeum, O., Athenaeums en Athenaea. Athleet, M., athleten. Attest, O., attesten. Aubade, V., aubades. Auctie, V., auctiën en aucties. Auctionaris, M., auctionarissen. Audientie, V., audientiën en audienties. Augurk, V., augurken. Augurkje, O., -jes. Augustus, M. Aula, V., aula's. Aureool, V., aureolen. Auteur, M., auteurs. Aveling, V., avelingen. Averij, V., averijen. Avondje, O., -jes. Axioma, O., axioma's. Azalea, V., azalea's. Azen, aasde, heeft geaasd. Aziaat, M., Aziaten. Azijn, M., azijnen. Azijnstok, M., -stokken. Azuur, O. B B, V., b's. Ba. Baan, V., banen. Baantje, O., -jes. ), bare. Baasje, O., -jes. Babbelguigje, O., -jes. Babijn, V., babijnen. Baboe, V., baboe's. Babok, M., babokken. Bacil, M., bacillen. Bacove, V., bacoven. Bad, O., baden. Badje, O., -jes. Bader, M., baders. Badknecht, M., -knechts. Badkostuum, O., -kostuums. Badmuts, V., -mutsen. Baffen, bafte, heeft gebaft. Bag, V., baggen. Bagage, V., bagages. Bagno, O., bagno's. Bajadère, V., bajadèren en bajadères. Bak, M., bakken. Bakje, O., -jes. Baken, O., bakens. Bakker, M., bakkers. Bakkes, O., bakkesen. Bakkesje, O., -jes. Baksel, O., baksels. Bakseltje, O., -jes. Baksmaat, M., -maats. Balans, V., balansen. Baldadig, baldadiger, baldadigst. Balg, M., balgen. Balie, V., baliën en balies. Baljuw, M., baljuwen en baljuws. Balk, M., balken. Balkon, O., balkons. Balsturig, balsturiger, balsturigst. Bamboes en bamboe, O., bamboezen. Ban, M., bannen. Banaan, V., bananen. Banco, O. Bandje, O., -jes. Bang, banger, bangst. Banjer, M., banjers. Bank, V., banken. Bankje, O., -jes. Banket, O., banketten. Bankier, M., bankiers. Bannen, bande, heeft gebannen. Barbarisme, O., barbarismen. Barbeel, M., barbeelen. Barcarolle, V., barcarolles. Bard, M., barden. Baret, V., baretten. Baretje, O., -jes. Barg, M., bargen. Barge, V., barges. Barm, M., barmen. Barmte, V., barmten. Baron, M., barons en baronnen. Barones, V., baronessen. Barrevoeter, M., barrevoeters. Barricade, V., barricaden. Barstje, O., -jes. Bas-aria, V., -aria's. Bascule, V., basculen en bascules. Basiliek, V., basilieken. Basilisk, M., basilisken. Basis, V., basissen of bases. Basnoot, V., -noten. Bas-relief, O., bas-reliefs. Bassa, M., bassa's. Bassen, baste, heeft gebast. Bassist, M., bassisten. Bast, M., basten. Basta, V., basta's. Baszanger, M., -zangers. Bataaf, M., Bataven. Bataljon, O., bataljons. Batig. Baviaan, M., bavianen. Baviaantje, O., -jes. Bazaar en bazar, M., bazaars en bazars. Bazin, V., bazinnen. Bazuin, V., bazuinen. Beambte, M. en V., beambten. Beamen, beaamde, heeft beaamd. Beaming, V. Beangst. Bearbeider, M., bearbeiders. Beasemen, beasemde, heeft beasemd. Beboeting, V., beboetingen. Bebouwer, M., bebouwers. Bebouwing, V., bebouwingen. Bed, O., bedden. Bedje, O., -jes. Beddedeken, V., -dekens. Bedden, bedde, heeft gebed. Beddezak, M., -zakken. Bedding, V., beddingen. Bede, V., beden. Bedeeler, M., bedeelers. Bedeesd, bedeesder, bedeesdste. Bederver, M., bedervers. Bedgenoot, M., -genooten. Bediening, V., bedieningen. Bedijen, bedijde, is bedijd. Bedilal, M. en V., bedilallen. Bediller, M., bedillers. Bedingen, bedong, heeft bedongen. Bedoeling, V., bedoelingen. Bedompt, bedompter, bedomptst. Bedotten, bedotte, heeft bedot. Bedotter, M., bedotters. Bedrieger, M., bedriegers. Bedrijver, M., bedrijvers. Bedsteetje, O., -jes. Beducht, beduchter, beduchtst. Bedunken, O. Beduusd. Bedwinger, M., bedwingers. Beëedigen, beëedigde, heeft beëedigd. Beëediger, M., beëedigers. Beëediging, V., beëedigingen. Beek, V., beken. Beekje, O., -jes. Beeldje, O., -jes. Beeldig, beeldiger, beeldigst. Beeltenis, V., beeltenissen. Beemd, M., beemden. Beentje, O., -jes. Beentje, O., -jes. Beenig, beeniger, beenigst. Beenzwart, O. Beertje, O., -jes. Beertje, O., -jes. Beërven, beërfde, heeft beërfd. Beestje, O., -jes. Beestig, beestiger, beestigst. Beetje, O., -jes. Bef, V., beffen. Befje, O., -jes. Begeerig, begeeriger, begeerigst. Begever, M., begevers. Beginner, M., beginners. Beginsel, O., beginselen en beginsels. Begraver, M., begravers. Begrip, O., begrippen. Begunstigen, begunstigde, heeft begunstigd. Begunstiger, M., begunstigers. Behagen, behaagde, heeft behaagd. Behaling, V. Behalve. Behangen, behing, heeft behangen. Behanger, M., behangers. Behangsel, O., behangsels. Behartiger, M., behartigers. Beheksing, V., beheksingen. Behemot, M., behemots. Behendig, behendiger, behendigst. Behoeder, M., behoeders. Behuwen, behuwde, heeft behuwd. Bei (bezie), V., beien. Beiaard, M., beiaards. Beitel, M., beitels. Beiteltje, O., -jes. Bejager, M., bejagers. Bejaging, V., bejagingen. Bejegening, V., bejegeningen. Bek, M., bekken. Bekje, O., -jes. Bekading, V., bekadingen. Bekenner, M., bekenners. Bekenning, V., bekenningen. Beker, M., bekers. Bekertje, O., -jes. Bekijker, M., bekijkers. Bekken, O., bekkens. Bekkentje, O., -jes. Bekkeneel, O., bekkeneelen. Bekleedsel, O., bekleedsels. Bekoring, V., bekoringen. Bekostigen, bekostigde, heeft bekostigd. Bel, V., bellen. Belletje, O., -jes. Belager, M., belagers. Beleediger, M., beleedigers. Belg, M., Belgen. Belgicisme, O., belgicismen. Belging, V., belgingen. Belhamel, M., -hamels. Belieger, M., beliegers. Beloerder, M., beloerders. Belooner, M., belooners. Belover, M., belovers. Belust, beluster. Bemaling, V., bemalingen. Bemannen, bemande, heeft bemand. Bemanning, V., bemanningen. Bemesten, bemestte, heeft bemest. Bemesting, V., bemestingen. Beminde, M. en V., beminden. Bemoediging, V., bemoedigingen. Bemoeiing, V., bemoeiingen. Bemoeisel, O., bemoeisels. Bemuring, V., bemuringen. Ben, V., bennen. Bennetje, O., -jes. Benaasting, V., benaastingen. Benaming, V., benamingen. Benard, benarder, benardst. Benauwer, M., benauwers. Benauwing, V., benauwingen. Bende, V., benden. Benedictijn, M., Benedictijnen. Benemer, M., benemers. Benoemen, benoemde, heeft benoemd. Benoemer, M., benoemers. Benoeming, V., benoemingen. Beoogen, beoogde, heeft beoogd. Bepakking, V., bepakkingen. Bepaler, M., bepalers. Bepeinzing, V., bepeinzingen. Beperker, M., beperkers. Bepissen, bepiste, heeft bepist. Bepoting, V., bepotingen. Beproever, M., beproevers. Beramer, M., beramers. Berberis, V., berberissen. Berechter, M., berechters. Bereider, M., bereiders. Berenner, M., berenners. Berenning, V., berenningen. Berg, M., bergen. Bergje, O., -jes. Berger, M., bergers. Berichtje, O., -jes. Berichter, M., berichters. Berijder, M., berijders. Berijmer, M., berijmers. Berisper, M., berispers. Berk, M., berken. Berkje, O., -jes. Berkemeier, M., berkemeiers. Berkoen, M., berkoenen. Beroemd, beroemder, beroemdst. Beroep, O., beroepen. Beroeper, M., beroepers. Beroerder, M., beroerders. Beroover, M., beroovers. Berooving, V., beroovingen. Berrie, V., berries. Berucht, beruchter, beruchtst. Berusting, V. Bes, V., bessen. Besje, O., -jes. Beschadigen, beschadigde, heeft beschadigd. Beschadiger, M., beschadigers. Beschadiging, V., beschadigingen. Beschansing, V., beschansingen. Beschaver, M., beschavers. Beschermer, M., beschermers. Beschimper, M., beschimpers. Beschrijven, beschreef, beschreven, heeft beschreven. Beschrijver, M., beschrijvers. Beschutsel, O., beschutsels. Beslissing, V., beslissingen. Besmetting, V., besmettingen. Besnoeier, M., besnoeiers. Besnoeiing, V., besnoeiingen. Besogne, V., besognes. Besomming, V., besommingen. Bespreking, V., besprekingen. Bespringer, M., bespringers. Best. Bestje, O., -jes. Ook Bes. Besteder, M., besteders. Besteding, V., bestedingen. Besteeksel, O., besteeksels. Bestek, O., bestekken. Bestekje, O., -jes. Bestemaat, M., -maats. Bestevaar, M., -vaars. Bestoker, M., bestokers. Bestoking, V., bestokingen. Bestorming, V., bestormingen. Bestorting, V., bestortingen. Bestrating, V., bestratingen. Betaler, M., betalers. Betasting, V., betastingen. Bete, V., beten. Betichter, M., betichters. Betichting, V., betichtingen. Beting, V., betings. Betoning, V., betoningen. Betonning, V., betonningen. Betoog, O., betoogen. Betooger, M., betoogers. Betooging, V., betoogingen. Betoomer, M., betoomers. Betooning, V., betooningen. Beu. Beug, V., beugen. Beugel, M., beugels. Beugeltje, O., -jes. Beukje, O., -jes. Beuker, M., beukers. Beukhamer, M., -hamers. Beul, M., beulen. Beuling, M., beulingen. Beuring, V., beuringen. Beurs, V., beurzen. Beursje, O., -jes. Beursch, beurscher, beurscht. Beurt, V., beurten. Beurtje, O., -jes. Beurzig, beurziger, beurzigst. Bevalling, V., bevallingen. Bevaren, bevarener, bevarenst. Beveiliger, M., beveiligers. Beveler, M., bevelers. Bevestiger, M., bevestigers. Bevestiging, V., bevestigingen. Bevinding, V., bevindingen. Beving, V., bevingen. Bevitten, bevitte, heeft bevit. Bevoeling, V., bevoelingen. Bevolking, V., bevolkingen. Bevrediging, V., bevredigingen. Bewaker, M., bewakers. Bewalling, V., bewallingen. Bewering, V., beweringen. Bewerker, M., bewerkers. Bewilliger, M., bewilligers. Bewindsel, O., bewindsels. Bewoner, M., bewoners. Bezaaier, M., bezaaiers. Bezaan, V., bezanen. Bezadigd, bezadigder, bezadigdst. Bezem, M., bezems. Bezempje, O., -jes. Bezemstok, M., -stokken. Bezig, beziger, bezigst. Bezinger, M., bezingers. Bezitter, M., bezitters. Bezitting, V., bezittingen. Bezoek, O., bezoeken. Bezoekje, O., -jes. Bezoeker, M., bezoekers. Bezoeking, V., bezoekingen. Bezoldiging, V., bezoldigingen. Bezorger, M., bezorgers. Bezorging, V., bezorgingen. Bezweet, bezweette. Biddag, M., -dagen. Bidder, M., bidders. Bidster, V., bidsters. Bidstond, M., -stonden. Bieder, M., bieders. Biedster, V., biedsters. Biefstuk, M., biefstukken. Bier, O., bieren. Bies, V., biezen. Biesje, O., -jes. Bifurcatie, V., bifurcaties. Big, V., biggen. Biggetje, O., -jes. Bij, V., bijen. Bijtje, O., -jes. Bijbel, M., bijbels. Bijker, M., bijkers. Bijkok, M., -koks. Bijltje, O., -jes. Bijt, V., bijten. Bijtje, O., -jes. Bijter, M., bijters. Bikkel, M., bikkels. Bikkeltje, O., -jes. Billetje, O., -jes. Bilhamer, M., -hamers. Biljartje, O., -jes. Biljet, O., biljetten. Biljetje, O., -jes. Biller, M., billers. Binder, M., binders. Bindster, V., bindsters. Bink, M., binken. Binkje, O., -jes. Binocle, V., binocles. Bint, O., binten. Bis. Bit, O., bitten. Bitje, O., -jes. Bits, bitser, bitst. Bitsig, bitsiger, bitsigst. Bivouak, O., bivouakken. Bizar, bizarre. Bizon, M., bizons. Blaffer, M., blaffers. Blaker, M., blakers. Blanketsel, O., blanketsels. Blauwtje, O., -jes. Blazer, M., blazers. Blazoen, O., blazoenen. Bleeker, M., bleekers. Blei, V., bleien. Blein, V., bleinen. Blesje, O., -jes. Bliksem, M., bliksems. Blind, O., blinden. Blindje, O., -jes. Blinkerd, M., blinkerds. Bloedje, O., -jes. Bloedig, bloediger, bloedigst. Bloeding, V., bloedingen. Bloem, V., bloemen. Bloemig, bloemiger, bloemigst. Bloemist, M., bloemisten. Bloesem, M., bloesems. Bloesempje, O., -jes. Blok, O., blokken en bloks. Blokje, O., -jes. Blokkade, V., blokkades. Blokker, M., blokkers. Blommetje, O., -jes. Blondje, O., -jes. Blos, M. Blosje, O., -jes. Blouse, V., blouses. Blouwel, M., blouwels. Bluf, M., bluffen. Blufje, O., -jes. Bluffer, M., bluffers. Blunder, M., blunders. Blusscher, M., blusschers. Blussching, V., blusschingen. Bluts, V., blutsen. Blutsing, V., blutsingen. Boa, V., boa's. Bobbekop, M., -koppen. Bobbel, M., bobbels. Bobbeltje, O., -jes. Bobbeling, V., bobbelingen. Bobberd, M., bobberds. Bobijn, V., bobijnen. Bochel, M., bochels. Bochtje, O., -jes. Bochtig, bochtiger, bochtigst. Bode, M. en V., boden. Bodem, M., bodems. Bodempje, O., -jes. Boef, M., boeven. Boefje, O., -jes. Boeg, M., boegen. Boegsel, O., boegsels. Boeha, ook Boha. Boeier, M., boeiers. Boeisel, O., boeisels. Boek, O., boeken. Boekje, O., -jes. Boekel, M., boekels. Boekske en Boeksken, O., boekskes en boekskens. Boeltje, O., -jes. Boender, M., boenders. Boenlap, M., -lappen. Boersch, boerscher, boerscht. Boertig, boertiger, boertigst. Boes, V., boezen. Boete, V., boeten. Boezem, M., boezems. Boezempje, O., -jes. Bof, M., boffen. Bofje, O., -jes. Boffen, bofte, heeft geboft. Boffer, M., boffers. Bofferd, M., bofferds. Boha, ook Boeha. Bojaar, M., Bojaren. Bok (dier), M., bokken. Bokje, O., -jes. Bokkig, bokkiger, bokkigst. Bokking, M., bokkingen. Bokkinkje, O., -jes. Boksboon, V. Bokse, V., boksen. Bokser, M., boksers. Bol, M., bollen. Bolletje, O., -jes. Bol, boller, bolst. Bolder, M., bolders. Bolster, M., bolsters. Bolton, V., -tonnen. Bolus, M., bolussen. Bolvorm, M. Bolvormig. Bolworm, M., -wormen. Bommetje, O., -jes. Bombeen, O., -beenen. Bon, M., bons. Bond, M., bonden. Bondig, bondiger, bondigst. Bongel, M., bongels. Bonkje, O., -jes. Bonker, M., bonkers. Bonne, V., bonnes. Bons, V., bonzen. Bonsje, O., -jes. Bont, O., bonten. Bontje, O., -jes. Bont, bonter, bontst. Boog, M., bogen. Boogje, O., -jes. Boom, M., boomen. Boompje, O., -jes. Boomig, boomiger, boomigst. Boontje, O., -jes. Boor, V., boren. Boortje, O., -jes. Boordsel, O., boordsels. Boosdoener, M., -doeners. Bootje, O., -jes. Bootje, O., -jes. Bootsen, bootste, heeft gebootst. Bootsmansmaat, M., -maats. Bordje, O., -jes. Bordes, O., bordessen. Bordesje, O., -jes. Bordig, bordiger, bordigst. Borduursel, O., borduursels. Borg, M., borgen. Borgen, borgde, heeft geborgd. Boring, V., boringen. Born, V., bornen. Borrel, M., borrels. Borreltje, O., -jes. Bosje, O., -jes. Bos (bus), V., bossen. Bosje, O., -jes. Bosch, O., bosschen. Boschje, O., -jes. Boschbes, V., -bessen. Bosschage, O., bosschages. Bossen, boste, heeft gebost. Bosser, M., bossers. Bossing, V., bossingen. Botje, O., -jes. Botje, O., -jes. Bot (been), O., botten. Botje, O., -jes. Bot, botter, botst. Botanie, V. Botanisch. Bots, V., botsen. Botsje, O., -jes. Botsing, V., botsingen. Bottel, V., bottels. Botten, botte, is gebot. Botter, M., botters. Botwagen, M., -wagens. Bouffante, V., bouffantes. Bougie, V., bougies. Bouquet, M., bouquetten. Bouquetje, O., -jes. ), M., bouten. Boutje, O., -jes. Boutig, boutiger, boutigst. Bouwen, M., bouwens. Bouwer, M., bouwers. Bowl, M., bowl's. Boycotten, boycotte, heeft geboycot. Brabander, M., Brabanders. Brabant, O. Brabantsch. Braker, M., brakers. Bram, M., brammen. Bramra, V., -raas. Brancard, M., brancards. Brand, M., branden. Brander, M., branders. Brani, M., brani's. Bras, M., brassen. Brasem, M., brasems. Brasempje, O., -jes. Brasser, M., brassers. Breeuwer, M., breeuwers. Breidel, M., breidels. Breier, M., breiers. Breister, V., breisters. Brenger, M., brengers. Bres, V., bressen. Breuk, V., breuken. Brief, M., brieven. Briefje, O., -jes. Brigadier, M., brigadiers. Brij, V., brijen. Brik, V., brikken. Bril, M., brillen. Brink, M., brinken. Brit, M., Britten. Britannië, O. Britannisch. Brits, V., britsen. Broche, V., broches. Brochure, V., brochures. Broeisel, O., broeisels. Broekje, O., -jes. Broer, M., broers. Brok, M. en O., brokken. Brokje, O., -jes. Brommer, M., brommers. Brommig, brommiger, brommigst. Bron, V., bronnen. Bronstig, bronstiger, bronstigst. Broodje, O., -jes. Broos, V., brozen. Broosje, O., -jes. Brouwer, M., brouwers. Brouwsel, O., brouwsels. Brug, V., bruggen. Bruidje, O., -jes. Bruier, M., bruiers. Budget, O., budgetten en budgets. Buffeltje, O., -jes. Buffer, M., buffers. Buffet, O., buffetten. Buffetje, O., -jes. Buitje, O., -jes. Buiging, V., buigingen. Buikje, O., -jes. Builtje, O., -jes. Buisje, O., -jes. Buisje, O., -jes. Buisje, O., -jes. Buizerd, M., buizerds. Buks, V., buksen. Buksje, O., -jes. Bulletje, O., -jes. Bulderig, bulderiger, bulderigst. Bulletin, O., bulletins. Bult, M., bulten. Bultje, O., -jes. Bultig, bultiger, bultigst. Bun, V., bunnen. Bundel, M., bundels. Bunder, O., bunders. Burcht, M., burchten. Bureau, O., bureau's. Burgje, O., -jes. Burger, M., burgers. Bus (bos), V., bussen. Busje, O., -jes. Busseltje, O., -jes. Bussen, buste, heeft gebust. Buste, V., busten en bustes. But, V., butten. Buur, M., buren. Buurtje, O., -jes. C C, V., c's. Cache-nez, M., cache-nez's. Cachet, O., cachetten. Cachetje, O., -jes. Cachot, O., cachotten. Cactus, V., cactussen. Cadans, V. Cadaver, O., cadavers. Cadeau, O., cadeau's. Cadeautje, O., -jes. Caesuur, V., caesuren. Calêche (ook Kales), V., calêches. Calorifère, M., calorifères. Calvinisme, O. Calvinist, M., Calvinisten. Camee, V., cameeën. Camera, V., camera's. Candelaber, V., candelabers. Candidaat, M., candidaten. Canon (regel) M., canons. Canoniek, canonieke. Cantate, V., cantaten en cantates. Cantine, V., cantines. Caprice, V., caprices. Capricieus, capricieuzer, capricieust. Carambole, V., caramboles. ), cardinale. Carga, V. Cargadoor, M., cargadoors. Caricatuur, V., caricaturen. Caricatuurtje, O., -jes. Carillon, O., carillons. Carnaval, O. Carré, O., carré's. Casino, O., casino's. Cassa, V. Cassatie, V. Casueel, casueele. Catacombe, V., catacomben en catacombes. Catalogus, M., catalogussen. Catechismus, M., catechismussen. ), -lieke. Cautie, V. Cavalcade, V., cavalcades. Ceder, M., cederen en ceders. Ceintuurtje, O., -jes. Cel, V., cellen. Celletje, O., -jes. Cellist, M., cellisten. Cement, O., cementen. Censor, M., censoren en censors. Centje, O., -jes. Centiare, V., centiaren en centiares. Centiliter, M., centiliters. Ceremonie, V., ceremoniën en ceremonies. Certificaat, O., certificaten. Champignon, M., champignons. Chaos, M. Charade, V., charades. Charivari, O., charivari's. Charmant, charmanter, charmantst. Charter, O., charters. Chassinet, O., chassinetten. Chassinetje, O., -jes. Chauffeur, M., chauffeurs. Chef, M., chefs. Chemie, V. Chemisch. Chenille, V., chenilles. Cherub, M., Cherubs. Chicane, V., chicanes. Chicaneur, M., chicaneurs. Chiffonnière, V., chiffonnières. Chinees, M., Chineezen. Christen, M., Christenen. Christus, M. Chronisch. Chrysanthemum, V., chrysanthemums. Ciborie, O., ciboriën en cibories. Cijfer, O., cijfers. Cijfertje, O., -jes. Cijns, M., cijnzen. Cipier, M., cipiers. Circa. Circulaire, V., circulaires. Circus, M., circussen. Cirkel, M., cirkels. Cirkeltje, O., -jes. Citaat, O., citaten. Citaatje, O., -jes. Citer, V., citers. Citroen, M., citroenen. Civiel, civieler, civielst. Civilist, M., civilisten. Classicaal, classicale. Classicisme, O. Classiek, classieke. Classis, V., classes. Clausule, V., clausules. Cliënt, M., cliënten. Cliënte, V., cliënten. Closet, O., closets. Club, V., clubs. Codex, M., codices. Codicil, O., codicillen. Coëfficiënt, M., coëfficiënten. Cognac, M. Cognacje, O., -jes. Cognossement, O., cognossementen. Collatie, V., collatiën en collaties. Collation, O., collations. Collectant, M., collectanten. Collecte, V., collecten en collectes. Collectie, V., collectiën en collecties. Collega, M., collega's. College, O., colleges. Colonne, V., colonnen en colonnes. Comfort, O. Comisch. Comité, O., comité's. Commando, O., commando's. Commentaar, M., commentaren. Commersen, commerste, heeft gecommerst. Commissariaat, O., commissariaten. Commissaris, M., commissarissen. Commissie, V., commissiën en commissies. Communist, M., communisten. Commutator, M., commutators en commutatoren. Compagnie, V., compagnieën. Compagnon, M., compagnons. Comparant, M., comparanten. Compendium, O., compendiums en compendia. Compensatie, V., compensatiën en compensaties. Componist, M., componisten. Componiste, V., componisten. Compote, V., compotes. Compres, V. Zie Kompres. Compres, compresse. Compromis, O., compromissen. Concept, O., concepten. Conceptje, O., -jes. Concert, O., concerten. Concessionaris, M., concessionarissen. Conciërge, M., conciërges. Concilie, O., conciliën en concilies. Conclave, O., conclaves. Conclusie, V., conclusiën en conclusies. Concordantie, V., concordantiën en concordanties. Concours, O., concoursen. Concreet, concrete. Conditie, V., conditiën en condities. Conditioneel, conditioneele. Condor, M., condors. Conducteur, M., conducteuren en conducteurs. Conductor, M., conductors. Conferentie, V., conferentiën en conferenties. Confessie, V., confessiën en confessies. Confessioneel, confessioneele. Confidentie, V., confidentiën en confidenties. Confidentieel, confidentieele. Confiscatie, V., confiscatiën. Conflict, O., conflicten. Confusie, V., confusiën en confusies. Confuus, confuser, confuust. Congé, O. Congestie, V., congestiën en congesties. Congregatie, V., congregatiën en congregaties. Congres, O., congressen. Conjectuur, V., conjecturen. Conjectuurtje, O., -jes. Conjugatie, V., conjugatiën en conjugaties. Conjunctief en Conjunctivus, M., conjunctieven. Conrector, M., conrectoren en conrectors. Consciëntie, V., consciëntiën en consciënties. Consciëntieus, consciëntieuzer, consciëntieust. Consequent, consequenter, consequentst. Consequentie, V., consequentiën en consequenties. Conservatief, conservatiever, conservatiefst. Conservatief, M., conservatieven. Conservatisme, O. Conservatoire, O., conservatoires. Consignatie, V., consignatiën en consignaties. Consigne, O., consignes. Console, V., consoles. Consonant, V., consonanten. Constitutie, V., constitutiën en constituties. Constitutioneel, constitutioneele. Consul, M., consuls. Consult, O., consulten. Consument, M., consumenten. Contingent, O., contingenten. Contract, O., contracten. Contractje, O., -jes. Contractant, M., contractanten. Contrapunt, O. Contrast, O., contrasten. Contribuant, M., contribuanten. Contrôle, V., contrôles. Controleur, M., controleurs. Conventie, V., conventiën en conventies. Conversie, V., conversiën en conversies. Correctie, V., correctiën en correcties. Correctioneel, correctioneele. Corrector, M., correctors en correctoren. Corridor, M., corridors. Coryphee, M., corypheeën. Cotillon, M., cotillons. Coupletje, O., -jes. Coupon, V., coupons. Courantier, M., courantiers. Courtage, V., courtages. Creatuur, O., creaturen. Creatuurtje, O., -jes. Crediteur, M., crediteuren. Crimineel, crimineele. Crucifix, O., crucifixen. Culture, V., cultures. Curiositeit, V., curiositeiten. Cursief, cursieve. Cursus, M., cursussen. Cycloon, M., cyclonen. Cycloop, M., Cyclopen. Cylinder, M., cylinders. Cypres, M., cypressen. Cypresje, O., -jes. D D, V., d's. Daad, V., daden. Daalder, M., daalders. Daas, V., dazen. Dadeltje, O., -jes. Dader, M., daders. Daderes, V., daderessen. Dading, V., dadingen. Daemon en Demon, M., daemonen en demonen. Dag, M., dagen. Dagje, O., dagjes. Dager, M., dagers. Dagge (ook Dag), V., daggen. Dagmeisje, O., -meisjes. Dak, O., daken. Dakje, O., -jes. Dal, O., dalen. Daling, V., dalingen. Dammetje, O., -jes. Damast, O., damasten. Dame, V., dames. Dametje, O., -jes. Dammen, damde, heeft gedamd. Damp, M., dampen. Damper, M., dampers. Dampig, dampiger, dampigst. Dan. Dankdag, M., -dagen. Dans, M., dansen. Dansje, O., -jes. Dansen, danste, heeft gedanst. Danser, M., dansers. Danseres, V., danseressen. Dansles, V., -lessen. Dapper, dapperder, dapperst. Darmpje, O., -jes. Das (dier), M., dassen. Dasje, O., -jes. Dasje, O., -jes. Dat. Datief en Dativus, M., datieven. Datum, M., datums en data. Dauw, M. Dauwel, V., dauwels. Dauweltje, O., -jes. De. Debat, O., debatten. Debitant, M., debitanten. Debuut, O. Decadent, M., decadenten. Decaliter, M., decaliters. Decameter, M., decameters. Decanaat, O., decanaten. Deciliter, M., deciliters. Decimaal, decimale. Decimeter, M., decimeters. Decisie, V., decisiën en decisies. Decorateur, M., decorateurs. Decoratie, V., decoratiën en decoraties. Deeg, O., deegen. Deegje, O., -jes. Deeltje, O., -jes. Deeltje, O., -jes. Deeler, M., deelers. Deeling, V., deelingen. Deelnemer, M., -nemers. Deelneming, V. Deels. Deen, M., Denen. Deern (ook Deerne), V., deernen. Deerntje, O., -jes. Deesem, M. Deesemen, deesemde, heeft gedeesemd. Defect, O., defecten. Defensie, V. Defensief, defensieve. Defensiewezen, O. Deficit, O. Definitie, V., definitiën en definities. Definitief, definitieve. Deftig, deftiger, deftigst. Degentje, O., -jes. Degenstok, M., -stokken. Degenstoot, M., -stooten. Deinen, deinde, is gedeind. Deining, V., deiningen. Deinzen, deinsde, is gedeinsd. Deïsme, O. Deïst, M., deïsten. Dejeuneetje, O., dejeuneetjes. Dejeuner, O., dejeuners. Dek, O., dekken. Dekje, O., -jes. Dekbed, O., -bedden. Deken (dekking), V., dekens. Dekentje, O., -jes. Dekken, dekte, heeft gedekt. Dekker, M., dekkers. Dekking, V., dekkingen. Dekknecht, M., -knechts. Deksel, O., deksels. Dekseltje, O., -jes. Dekstut, M., -stutten. Del, V., dellen. Delta, V., delta's. Delver, M., delvers. Delving, V., delvingen. Demagoog, M., demagogen. Demissie, V., demissiën en demissies. Democratie, V. Democratisch. Demonstratie, V., demonstratiën. Dempen, dempte, heeft gedempt. Demper, M., dempers. Dempig, dempiger, dempigst. Denker, M., denkers. Deposito, O., deposito's. ), O. Depot, O., depots. Depressie, V., depressies. Deputatie, V., deputatiën en deputaties. Dertien, dertienen. Dertig, dertigen. Dertiger, M., dertigers. Derver, M., dervers. Des. Deserteur, M., deserteuren en deserteurs. Desertie, V., desertiën en deserties. Dessertje, O., -jes. Detail, O., details. Deuk, V., deuken. Deukje, O., -jes. Deun, M., deunen. Deuntje, O., -jes. Deun, deuner, deunst. Deunen, deunde, heeft gedeund. Deur, V., deuren. Deurtje, O., -jes. Deuvekater, M., deuvekaters. Deuvik, M., deuviken. Deuvikje, O., -jes. Devies, O., deviezen. Devoot, devoter, devootst. Dextrine, V. Deze. Diacones, V., diaconessen. Diaconie, V., diaconieën. Diadeem, M., diademen. Diagnose, V., diagnosen. Diaken, M., diakenen en diakens. Diakones, V., diakonessen. Dialect, O., dialecten. Dialoog, M., dialogen. Diamantje, O., -jes. Diameter, M., diameters. Diapason, M., diapasons. Diarrhee, V. Dicht, O., dichten. Dichtje, O., -jes. Dicht, dichter, dichtst. Dichter, M., dichters. Dichteres, V., dichteressen. Didactiek, V. Die. Dieet, O. Dief, M., dieven. Diefje, O., -jes. Diemit, O., diemiten. Dienares, V., dienaressen. Diender, M., dienders. Dienst, M., diensten. Dienstje, O., -jes. Dienstig, dienstiger, dienstigst. Diep, dieper, diepst. Diep, O., diepen. Diepte, V., diepten. Diertje, O., -jes. Dier, dierder, dierst. Dies. Dievegge, V., dieveggen. Diggel, V., diggelen en diggels. Dignitaris, M., dignitarissen. Dij, V., dijen. Dijen, dijde, is gedijd. Dijk, M., dijken. Dijkje, O., -jes. Dijkage, V., dijkages. Dijker, M., dijkers. Dijking, V., dijkingen. Dikken, dikte, heeft en is gedikt. Dikkerd, M., dikkerds. Dikte, V., dikten. Diktetje, O., -jes. Dikzak, M. en V., -zakken. Dilemma, O., dilemma's. Dilettant, M., dilettanten. O., -suffixen. Diner, O., diners. Ding, O., dingen. Dingetje, O., -jes. Dingen, dong, heeft gedongen. Dinsdag en Dingsdag, M., -dagen. Diocese, V., ook Diocees, O., diocesen. Diorama, O., diorama's. Diphthong, V., diphthongen. Diploma, O., diploma's. Directeur, M., directeuren en directeurs. Directie, V., directiën en directies. Dirk, V., dirken. Discant, M. Disch, M., disschen. Dischgenoot, M., -genooten. Discipel, M., discipels en discipelen. Disconto, O. Discours, O., discoursen. Discretie, V. Discussie, V., discussiën en discussies. Dispache, V., dispaches. Dispacheur, M., dispacheurs. Dispuut, O., disputen. Dissel (bijl), M., dissels. Disseltje, O., -jes. Dissel (aan een wagen), M., dissels. Dissertatie, V., dissertatiën en dissertaties. Dissonant, M., dissonanten. Distel, V., distels. Disteltje, O., -jes. Distillateur, M., distillateurs. District, O., districten. Dit. Ditje, O., -jes. Divan, M., divans. Dividend, O., dividenden. Divisie, V., divisiën en divisies. Dobber, M., dobbers. Dobbertje, O., -jes. Docent, M., docenten. Doch. Dochter, V., dochters. Doctores, V., doctoressen. Document, O., documenten. Dodderig, dodderiger, dodderigst. Doekje, O., -jes. Doel, O. Doelen, M., doelens. Doelloos, -looze. Doemvonnis, O., -vonnissen. Doetje, O., doetjes. Doezelaar, M., doezelaars. Dof, M., doffen. Dofje, O., -jes. Dof, doffer, dofst. Doffen, dofte, heeft gedoft. Doffer, M., doffers. Doffig, doffiger, doffigst. Dog, M., doggen. Dogje, O., -jes. Doge, M., doges. Dogger, M., doggers. Dogmatiek, V. Dogmatisch. Dok, O., dokken. Dokken, dokte, heeft gedokt. Dol, M., dollen. Dol, doller, dolst. Dolfijn, M., dolfijnen. Dolhamer, M., -hamers. Dolik, V. Doling, V., dolingen. Dolk, M., dolken. Dolkje, O., -jes. Dolkmes, O., -messen. Dollar, M., dollars. Dolman, M., dolmans. Dom, M., domkerken. Dom, dommer, domst. Domein, O., domeinen. Domicilie, O., domiciliën en domicilies. Dominee, M., dominees. Dominicaan, M., Dominicanen. Dommerik, M., dommeriken. Domoor, M., domooren. Dompeling, V., dompelingen. Domper, M., dompers. Dompertje, O., -jes. Dompig, dompiger, dompigst. Donateur, M., donateurs. Donatrice, V., donatrices. Donder, M., donders. Donker, donkerder, donkerst. Donzig, donziger, donzigst. Dood, M., dooden. Dood, doode. Dooddoener, M., -doeners. Doode, M. en V., dooden. Doodkist, V., -kisten. Doodsangst, M., -angsten. Doodsch, doodscher. Doof, doover, doofst. Doofstom, -stomme. Dooier, M., dooiers. Doolweg, M., -wegen. Dooper, M., doopers. Doophek, O., -hekken. Doorgang, M., -gangen. Doorkneed, -knede. Doorn en Doren, M., doornen en doorns of dorens. Doornat, -natte. Doornig, doorniger, doornigst. Doos, V., doozen. Doosje, O., -jes. Dop, M., doppen. Dopje, O., -jes. Dopper, M., doppers. Dor, dorder, dorst. Dorpje, O., -jes. Dorpel, M., dorpels. Dorpeltje, O., -jes. Dorscher, M., dorschers. Dorsching, V., dorschingen. Dorstig, dorstiger, dorstigst. Dossen, doste, heeft gedost. Dot, M., dotten. Dotje, O., -jes. Douairière, V., douairières. Doubletje, O., -jes. Douceur, V. Douceurtje, O., -jes. Douche, V. Douw, M., douwen. Douwtje, O., -jes. Dozijn, O., dozijnen. Dozijntje, O., -jes. Dra. Draagster, V., draagsters. Draaier, M., draaiers. Dradig, dradiger, dradigst. Drager, M., dragers. Draler, M., dralers. Drama, O., drama's. Dramaturg, M., dramaturgen. Drank, M., dranken. Dras, V. Dras, drasser, drast. Drassig, drassiger, drassigst. Draver, M., dravers. Dreefje, O., -jes. Dreetje, O., -jes. Dreg en Dregge, V., dreggen. Dregje, O., -jes. Dreiging, V., dreigingen. Drek, M. Drekkig, drekkiger, drekkigst. Drempel, M., drempels. Drempeltje, O., -jes. Drenkbak, M., -bakken. Drenken, drenkte, heeft gedrenkt. Drent, M., Drenten. Dressuur, V. Dreum, M. Dreumes, M., dreumessen. Dreumesje, O., -jes. Dreun, M., dreunen. Dreuntje, O., -jes. Dreuning, V., dreuningen. Dreutel, M., dreutels. Drevel, M., drevels. Dribbel, M. en V., dribbels. Drietje, O., -jes. Driedekker, M., -dekkers. Driedik, -dikke. Drieling, M. en V., drielingen. Drieman, M., -mannen. Driemast, M., -masten. Driest, driester. Drift, V., driften. Driftig, driftiger, driftigst. Drijver, M., drijvers. Driller, M., drillers. Dringend, dringender, dringendst. Drinkbeker, M., -bekers. Drinker, M., drinkers. Drinkkan, V., -kannen. Droezig, droeziger, droezigst. Droging, V., drogingen. Drogist, M., drogisten. Drol, M., drollen. Drollig, drolliger, drolligst. Drom, M., drommen. Dromedaris, M., dromedarissen. Drommel, M., drommels. Dronk, M., dronken. Dronkje, O., -jes. Droogte, V., droogten. Droom, M., droomen. Droomer, M., droomers. Droomerig, droomeriger, droomerigst. Droomig, droomiger, droomigst. Drossen, droste, is gedrost. Drost, M., drosten. Druif, V., druiven. Druifje, O., -jes. Druiler, M., druilers. Druiper, M., druipers. Druk, M., drukken. Drukje, O., -jes. Druk, drukker, drukst. Drukker, M., drukkers. Dryade, V., dryaden. Dubbel, ook Dubbeld. Dubber, M., dubbers. Dubbing, V., dubbingen. Dubloen, M., dubloenen. Duchten, duchtte, heeft geducht. Duchtig, duchtiger, duchtigst. Duel, O., duellen. Duellist, M., duellisten. Duet, O., duetten. Duetje, O., -jes. Duf, duffer, dufst. Duffeltje, O., -jes. Duiding, V. Duif, V., duiven. Duifje, O., -jes. Duig, V., duigen. Duigje, O., -jes. Duiker, M., duikers. Duiking, V., duikingen. Duim, M., duimen. Duimpje, O., -jes. Duimeling, M., duimelingen. Duimstok, M., -stokken. Duitje, O., -jes. Duitsch, O. Duitscher, M., Duitschers. Duivel, M., duivels en duivelen. Duiveltje, O., -jes. Duizeling, V., duizelingen. Dukaatje, O., -jes. Dukdalf, M., dukdalven. Dulden, duldde, heeft geduld. Dun, dunner, dunst. Duo, O., duo's. Dupe, M. en V., dupes. Dupliek, V., duplieken. Durk, M., durken. Dus. Dut, M. Dutje, O., -jes. Dutten, dutte, heeft gedut. Duur, M. Duur, duurder, duurst. Dwaas, dwazer, dwaast. Dwaling, V., dwalingen. Dwars, dwarser, dwarst. Dwarsarm, M., -armen. Dweepster, V., dweepsters. Dweil, V., dweilen. Dweiltje, O., -jes. Dweper, M., dwepers. Dwerg, M., dwergen. Dwergje, O., -jes. Dwinger, M., dwingers. Dwingerig, dwingeriger, dwingerigst. Dwingster, V., dwingsters. Dynast, M., dynasten. Dynastie, V., dynastieën. Echel, M., echels. Echo, V., echo's. Echt, M. Echt, echter, echtst. Echten, echtte, heeft geëcht. Eclips, V., eclipsen. Economist, M., economisten. Econoom, M., economen. Edel, edeler, edelst. Edict, O., edicten. Edik, M. Editie, V., editiën en edities. Educatie, V., educaties. Eed, M., eeden. Eelterig, eelteriger, eelterigst. Eeltig, eeltiger, eeltigst. Een, eene, een. Eentje, O., -jes. Eend, V., eenden. Eendje, O., -jes. Eenhoorn en Eenhoren, M., eenhoorns en eenhorens. Eenoog, M. en V., eenoogen. Eens. Eeretitel, M., -titels. Eerroover, M., -roovers. Eest, M., eesten. Eesten, eestte, heeft geëest. Eetkamer, V., -kamers. Eetlepel, M., -lepels. Eeuw, V., eeuwen. Effect, O., effecten. Effectief, O. Effectief, effectieve. Effen, effener, effenst. Effenen, effende, heeft geëffend. Effenheid, V. Effening, V., effeningen. Eg. Egel, M., egels. Egeltje, O., -jes. Eggen, egde, heeft geëgd. Eggerig, eggeriger, eggerigst. Eggig, eggiger, eggigst. Egtand, M., -tanden. Ei, O., eieren. Eitje, O., eitjes en eiertjes. Eiber, M., eibers. Eierstok, M., -stokken. Eigen, eigener, eigenst. Eigenares, V., eigenaressen. Eikje, O., -jes. Eikel, M., eikels. Eikeltje, O., -jes. O., -jes. Eiland, O., eilanden. Eilandje, O., -jes. Eilander, M., eilanders. Eindje en endje, O., -jes. Eindstation, O., -stations. Eisch, M., eischen. Eischen, eischte, heeft geëischt. Eischer, M., eischers. Eischeres, V., eischeressen. El, V., ellen. Elletje, O., -jes. Eland, M., elanden. Elastiek, elastieker, elastiekst. Eldorado, O. Electricien, M., electriciens. Element, O., elementen. Elf, elven. Elft, M., elften. Elisie, V. Elixir en Elixer, O., elixir en elixers. O., -jes. Ellewinkel, M., -winkels. Ellips, V., ellipsen. Ellipsoïde, V., ellipsoïden. Els (boom), M., elzen. Elsje, O., -jes. Embryo, O., embryo's. Emigrant, M., emigranten. Eminentie, V., eminentiën. Emissie, V., emissies. Emmer, M., emmers. Emmertje, O., -jes. Emulsie, V., emulsies. En. Encycliek, V., encyclieken. Eng, enger, engst. Engel, M., engelen. Enkel, M., enkels. Enorm, enormer, enormst. Enormiteit, V., enormiteiten. Enquête, V., enquêtes. Ent, V., enten. Enten, entte, heeft geënt. Enter, M., enters. Entering, V., enteringen. Enthusiasme, O. Enthusiast, M., enthusiasten. Enting, V. Entmes, O., -messen. En-tout-cas, M. Entrée, V., entrée's. Entrepot, O., entrepots. Epicurist, M., epicuristen. Epidemie, V., epidemieën. Epilepsie, V. Episch. Episcopaat, O. Episode, V., episoden en episodes. Epistel, M., epistels. Epitheton, O., epitheta. Epoque, V., epoques. Epos, O. Eppe, V. Equipage, V., equipages. Equipement, O., equipementen. Er. Erfje, O., -jes. Erfprins, M., -prinsen. Erftante, V., -tantes. Ergernis, V., ergernissen. Erratum, O., errata. Erts, O., ertsen. Ervaren, ervoer, heeft ervaren. Ervaren, ervarener, ervarenst. Erwt, V., erwten. Erwtje, O., -jes. Eskadron, O., eskadrons. Esp, M., espen. Essaieur, M., essaieurs. Essence, V., essences. Essentieel, essentieele. Estafette, M., estafetten. Estrik, M., estriken. Étagère, V., étagères. Etalage, V., etalages. Eten, at, aten, heeft gegeten. Eter, M., eters. Ets, V., etsen. Etsje, O., -jes. Etsen, etste, heeft geëtst. Etser, M., etsers. Etterig, etteriger, etterigst. Etui, O., etuis. Etuitje, O., etuitjes. Euphemisme, O., euphemismen. Europeesch, Europeesche. Euvel, O., euvelen. Euvel, euveler, euvelst. Evenaar, M., evenaars en evenaren. Evenement, O., evenementen. Evening, V., eveningen. Evenknie, M., -knieën. Eventueel, eventueele. Ever, M., evers. Examen, O., examens en examina. Excedent, O., excedenten. Excentriek, O., excentrieken. Exceptie, V., exceptiën en excepties. Exceptioneel, exceptioneele. Excerpt, O., excerpten. Exces, O., excessen. Excuus, O., excuses. Executeur, M., executeuren en executeurs. Executie, V., executiën en executies. Exegeet, M., exegeten. Exegese, V., exegesen. Exempel, O. exempels. Exercitie, V., exercitiën en exercities. Ex-keizer, M., ex-keizers. Ex-minister, M., ex-ministers. Expediteur, M., expediteuren en expediteurs. Expeditie, V., expeditiën en expedities. Expert, M., experts. Explicatie, V., explicatiën en explicaties. Explosie, V., explosies. Exponent, M., exponenten. Expositie, V., exposities. Extraatje, O., -jes. Extract, O., extracten. Ezel, M., ezels. Ezeltje, O., -jes. F F., V., f's. Faam, V. Faas, V., fazen. Fabeltje, O., -jes. Fabuleus, fabuleuze. Facsimile, O., facsimile's. Factie, factiën en facties. Factor, M., factoren. Factotum, M., factotums. Facultatief, facultatieve. Faculteit, V., faculteiten. Fagot, V., fagotten. Fagottist, M., fagottisten. Faillissement, O., faillissementen. Fakkel, V., fakkels. Fakkeltje, O., -jes. Falbala, V., falbala's. Falie, V., faliën en falies. Falsaris, M., falsarissen. Fameus, fameuzer, fameust. Familie, V., familiën en families. Fanatisme, O. Fanfare, V., fanfares. Fanfarecorps, O., -corpsen. Farizeër, M., Farizeërs en Farizeën. Fat, M., fatten. Fatje, O., -jes. ), V. Fatsoen, O., fatsoenen. Fatsoentje, O., -jes. Fatterig, fatteriger, fatterigst. Faveur, V., faveurs; faveurtje, O., -jes. Fazant, M., fazanten. Feeks, V., feeksen. Feeksje, O., -jes. Feest, O., feesten. Feestje, O., -jes. Feestinsigne, O., -insignes. Feiltje, O., -jes. Feilloos, -looze. Feitel, V., feitels. Feiteltje, O., -jes. Fel, feller, felst. Femelaar, M., femelaars. Ferm, fermer, fermst. Festijn, O., festijnen. Festival, O., festivals. Festiviteit, V., festiviteiten. Festoen, V. en O., festoenen. Festoentje, O., -jes. Fiacre, V., fiacres. Fichu, V., fichu's. Fictie, V., fictiën en ficties. Fideel, fideeler, fideelst. Fielt, M., fielten. Figurant, M., figuranten. Figuurtje, O., -jes. Fijmelaar, M., fijmelaars. Fijn, fijner, fijnst. Fijnte, V., fijnten. ), fikser, fikst. fikscher, fikscht. Finaal, finale. Firma, V., firma's. Fiscaal, fiscale. Fistel, V., fistels. Fisteltje, O., -jes. Fitter, M., fitters. Flacon, M., flacons. Flamingo, M., flamingo's. Flank, V., flanken. Flansen, flanste, heeft geflanst. Flap, M., flappen. ), M. Flater, M., flaters. Fleemer, M., fleemers. Fleemster, V., fleemsters. Fleers, M., fleerzen. Flep, V., fleppen. Flepje, O., -jes. Fleschje, O., -jes. Flets, fletser, fletst. Fleurig, fleuriger, fleurigst. Flikje, O., flikjes. Flikker, M., flikkers. Flodder, V., flodders. Floers, O., floersen. Floreen, M., floreenen. Flottille, V., flottilles. Flous, V., flouzen. Flousje, O., -jes. Fluctuatie, V., fluctuaties. Fluim, V., fluimen. Fluiter, M., fluiters. Fluitist, M., fluitisten. ), flukser, flukst. Fnuiking, V., fnuikingen. Foef, V. Foefje, O., -jes. Foelie, V., foeliën. Foetus, O., foetussen. Foezel, V. Fok, V., fokken. Fokje, O., -jes. Fokkemast, M., -masten. Fokken, fokte, heeft gefokt. Fokker, M., fokkers. Foksia, V., foksia's. Foliant, M., folianten. Folteraar, M., folteraars. Fonds, O., fondsen. Fondsje, O., -jes. Fonkeling, V., fonkelingen. Fontein, V., fonteinen. Fonteintje, O., -jes. Fooi, V., fooien. Fooitje, O., -jes. Forel, V., forellen. Forket, O., forketten. Formaatje, O., -jes. Formeel, formeele. Fornuis, O., fornuizen. Fornuisje, O., -jes. Forsch, forscher, forscht. Fortje, O., -jes. Fortificatie, V., fortificatiën en fortificaties. Fossiel, fossiele. Fossiel, O., fossielen. Fourgon, M., fourgons. Fourier, M., fouriers. Fout, V., fouten. Foutje, O., -jes. Foutief, foutieve. Foyer, M., foyers. Fractie, V., fracties en fractiën. Frak, V., frakken. Franciscaan, M., Franciscanen. Franje, V., franjes. Franjetje, O., -jes. Ook Franc, francs. Fratsen, (mv. Fraude, V., fraudes. Frees, V., freezen. Fresco, O., fresco's. Fret, O., fretten. Freule, V., freules. Fricandeau, M., fricandeau's. Frisch, frisscher, frischt. Frommel, M., frommels. Frons, V., fronsen. Fronsel, V., fronsels. Front, O., fronten. Fronton, O., frontons. Fuif, V., fuiven. Fuifje, O., -jes. Fuiven, fuifde, heeft gefuifd. Fuik, V., fuiken. Fuikje, O., -jes. Functie, V., functiën en functies. Functionaris, M., functionarissen. Furie, V., furiën en furies. Fuselier, M., fuseliers. Fust, O., fusten. Fuut, M., futen. G G, V., g's. Gaaf en Gave, V., gaven. Gaap, M., gapen. Gaapje, O., -jes. Gaas, O., gazen. Gaasje, O., -jes. Gade en Ga, M. en V., gaden. Gading, V. Gaffel, V., gaffels. Gaffeler, M., gaffelers. Gage, V., gages. Galletje, O., -jes. Gala, O. Galabal, O., -bals. Galg, V., galgen. Galgje, O., -jes. Galjoen, O., galjoenen en galjoens. Galjoot, V., galjoten en galjoots. Galjootje, O., -jes. Gallicisme, O., gallicismen. Gallig, galliger, galligst. Galmpje, O., -jes. Galming, V., galmingen. Galon, O., galons en galonnen. Galop, M., galops. Gamma, V., gamma's. Gander, M., ganders. Gang (loop), M., gangen. Gangetje, O., -jes. Gangetje, O., -jes. Gangmassa, V., -massa's. Gannefje, O., -jes. Gans, V., ganzen. Gansje, O., -jes. Gaper, M., gapers. Gaperig, gaperiger, gaperigst. Gaping, V., gapingen. Gaps, V., gapsen. Garant, M., garanten. Gardje, O., -jes. Gardiaan, M., gardianen. Gareel, O., gareelen. Garen, O., garens. Garf en Garve, V., garven. Garfster, V., garfsters. Garnizoen, O., garnizoenen. Garstig, garstiger, garstigst. Garver, M., garvers. Gas, O., gassen. Gasfitter, M., -fitters. Gassen, gaste, heeft gegast. Gassig. Gast, M. en V., gasten. Gastje, O., -jes. Gaatje, O., -jes. Gatje, O., -jes. Gaterig, gateriger, gaterigst. Gauw, gauwer, gauwst. Gauwerd, M., gauwerds. Gauwte, V. Gave. Gazon, O., gazons. Gebed, O., gebeden. Gebedje, O., -jes. Gebeente, O., gebeenten. Gebint en Gebinte, O., gebinten. Gebit, O., gebitten. Geboomte, O., geboomten. Gebouwtje, O., -jes. Gebrekje, O., -jes. Gebrekkig, gebrekkiger, gebrekkigst. Geburin, V., geburinnen. ), M. Gecontrarieerd. Gedaagde, M. en V., gedaagden. Gedaan, gedane. Gedaante, V., gedaanten. Gedarmte, O., gedarmten. Gedeelte, O., gedeelten. Gedicht, O., gedichten. Gedichtje, O., -jes. Gediende, M., gedienden. Geding, O., gedingen. Gedraging, V., gedragingen. Gedrochtje, O., -jes. Geefster, V., geefsters. Geel, geler, geelst. Geelbes, V., -bessen. Geelrood, -roode. Geelsel, O. Geeltje, O., -jes. Geen (ontkenning), geene. Geep, V., geepen. Geepje, O., -jes. Geer, V., geeren. Geertje, O., -jes. Geërfde, M. en V., geërfden. Geesel, M., geesels en geeselen. Geeseltje, O., -jes. Geeseling, V., geeselingen. Geestje, O., -jes. Geestig, geestiger, geestigst. Geeuw, M., geeuwen. Geeuwtje, O., -jes. Geeuwerig, geeuweriger, geeuwerigst. Gegadigde, M. en V., gegadigden. Geheel, O., geheelen. Geheiligd, geheiligdst. Geheim, O., geheimen. Geheimpje, O., -jes. Gehemelte, O., gehemelten. Geheng, O., gehengen. Gehengen, gehengde, heeft gehengd. Gehoorig, gehooriger, gehoorigst. Gehucht, O., gehuchten. Gehuchtje, O., -jes. Gei, V., geien. Geil, geiler, geilst. Geinster, V., geinsters. Geit, V., geiten. Geitje, O., -jes. Gekje, O., -jes. Gekheidje, O., -jes. Gekkin, V., gekkinnen. Geld, O., gelden. ), gelde. Geldig, geldiger, geldigst. Geleding, V., geledingen. Geleed, gelede. Geloovig, gelooviger, geloovigst. Geloovige, M. en V., geloovigen. Gelukkig, gelukkiger, gelukkigst. Gemak, O., gemakken. Gemakje, O., -jes. Gematigd, gematigder, gematigdst. Gemsje, O., -jes. Gemshoorn, M., -hoorns. Gemurmel, O. Gemutst. Genan en Genant, M. en V., genannen en genanten. Gendarme, M., gendarmes. Genegen, genegener, genegenst. Genet, O., genetten. Geneugte, V., geneugten. Genezing, V., genezingen. Geniepigerd, M., geniepigerds. Genieting, V., genietingen. Genius, M., geniën. Genoegdoening, V. Genoegen, O., genoegens. Genoegen, genoegde, heeft genoegd. Genoffel, V., genoffels. Genoot M., genooten. Genoote, V., genooten. Gentiaan, V., gentianen. Genugte, V., genugten. Geodesie, V. Geodetisch. Gepeins, O., gepeinzen. Gepen, O. Gepeperd. Geranium, V., geraniums. Gerechtig, gerechtiger, gerechtigst. Gergel, ook Girgel, M., gergels en girgels. Gerij, O. Gering, geringer, geringst. Germanist, M., germanisten. Geruchtje, O., -jes. Geschenk, O., geschenken. Gesnedene, M., gesnedenen. Gesp, M., gespen. Gespje, O., -jes. Gestadig, gestadiger, gestadigst. Gestarnd, Gestarnte. Zie Gesternd, Gesternte. Geste, V., gestes. Gesticht, O., gestichten. Gestichtje, O., -jes. Gesticulatie, V., gesticulatiën en gesticulaties. Getal, O., getallen. Getokkel, O. Getongd. Getouw, O., getouwen. Geultje, O., -jes. Geur, M., geuren. Geurtje, O., -jes. Geurig, geuriger, geurigst. Geusje, O., -jes. Gevader, M., gevaders. Gevangene, M. en V., gevangenen. Gevat, gevatter, gevatst. Geveinsde, M. en V., geveinsden. O., -jes. Gever, M., gevers. Gevest, O., gevesten. Gewasje, O., -jes. Geweldig, geweldiger, geweldigst. Gewest, O., gewesten. Geweten, O., gewetens. Gewis, gewisser, meest gewis. Gewoonte, V., gewoonten. Gezaghebber, M., -hebbers. Gezalfde, M., gezalfden. Gezang, O., gezangen. Gezangetje, O., -jes. Gezegde, O., gezegden. Gezichtje, O., -jes. Gezin, O., gezinnen. Gezindte, V., gezindten. Gezocht, gezochter, gezochtst. ), V. Gezwagers (mv. Gids, M. en V., gidsen. Giek, V., gieken. Gier, M., gieren. Gierig, gieriger, gierigst. Gieter, M., gieters. Gietsel, O., gietsels. Giftje, O, -jes. Giftig, giftiger, giftigst. Gijk, V., gijken. Gilletje, O., -jes. Gild en Gilde, O., gilden. Gildos, M., -ossen. ), V., gillingen. Ginst, V. Gips, O., gipsen. Giraffe, V., giraffen en giraffes. Girsen, girste, heeft gegirst. Gis, V. Gisp, V., gispen. Gisping, V., gispingen. Gissen, giste, heeft gegist. Gissing, V., gissingen. Gissinkje, O., -jes. Gitje, O., -jes. Gitaar, V., gitaren. Glacis, O., glacieën. Glans, M., glansen. Glanzer, M., glanzers. Glaasje, O., -jes. Gleufje, O., -jes. Glibberig, glibberiger, glibberigst. Glinster, M., glinsters. Glint, O., glinten. Glinting, V., glintingen. Glipper, M., glippers. Globe, V., globes. Gloed, M. Gloednieuw. Glooiing, V., glooiingen. Glopje, O., -jes. Glossarium, O., glossaria. Glui, O., gluien. Gluurder, M., gluurders. God, M., 3de nv. Godje, O., -jes. Godes, V., godessen. Godin, V., godinnen. Godsgezant, M., -gezanten. Godshuis, O. Godsman, M., -mannen. Godspenning en Goodspenning, M., -penningen. Goed, O., goederen. Goedendag, M., goedendags. Goedig, goediger, goedigst. Goeierd, M., goeierds. Golfje, O., -jes. Golving, V., golvingen. Gom, V., gommen. Gondel, V., gondels. Gong, V., gongs. Gooier, M., gooiers. Goot, V., goten. Gootje, O., -jes. Gordel, M., gordels. Gording, V., gordingen en gordings. Gorgel, M., gorgels. Gorig, goriger, gorigst. Gortje, O., -jes. Goteling, M., gotelingen. Gothiek, V. Gothisch en Gotisch. Goudgeel, -gele. Graag, grager, graagst. Graatje, O., -jes. Grafje, O., -jes. Gram, grammer, gramst. Grap, V., grappen. Grapje, O., -jes. Grasje, O., -jes. ), V. (In - gaan). Gratias, V., gratiassen. Gratig, gratiger, gratigst. Graver, M., gravers. Graveur, M., graveurs. Gravin, V., gravinnen. Graving, V., gravingen. Grazig, graziger, grazigst. Greb, V., grebben. Greepje, O., -jes. Greepje, O., -jes. Greid, V., greiden. Greintje, O., -jes. Greling, M., grelingen. Grenadier, M., grenadiers. Grens, V., grenzen. Grensvesting, V., -vestingen. Greppel, V., greppels. Gretig, gretiger, gretigst. Griefje, O., -jes. Griek, M., Grieken. Griekje, O., -jes. Griend, V., grienden. Grif, griffer, grifst. Griffel, V., griffels. Griffie, V., griffiën en griffies. Griffier, M., griffiers. Griffioen en Griffoen, M., griffioenen en griffoenen. O., -jes. Grijs, grijzer. Grijsaard, M., grijsaards. Grillig, grilliger, grilligst. Grilling, V., grillingen. Grim, V. Grimas, V., grimassen. Grimmen, grimde, heeft gegrimd. Grimmig, grimmiger, grimmigst. Grindweg, M., -wegen. Grissen, griste, heeft gegrist. Groenling, M., groenlingen. O., -jes. Groet, M., groeten. Grommer, M., grommers. Grommig, grommiger, grommigst. Grond, M., gronden. Groot, grooter, grootst. Grootdadig, -dadiger, -dadigst. Grootje, O., grootjes. Gros, O., grossen. Grosse, V., grossen. Grossier, M., grossiers. Grotje, O., -jes. Gruis, O. Gruisje, O., -jes. Grut, V., grutten. Grutje, O., -jes. Grutto, M., grutto's. Guillotine, V., guillotines. Guinje, V., guinjes. Guirlande, V., guirlandes. Guit, M., guiten. Guitje, O., -jes. Guitig, guitiger, guitigst. Gul, V., gullen. Gulletje, O., -jes. Gul, guller, gulst. Guldeling, M., guldelingen. Gulden, M., guldens. Gulp, V., gulpen. Gulpje, O., -jes. Gulzig, gulziger, gulzigst. Gunnen, gunde, heeft gegund. Gunning, V., gunningen. Gunst, V., gunsten. Gunstje, O., -jes. Gunstig, gunstiger, gunstigst. Guts, V., gutsen. Gutsen, gutste, heeft gegutst. Guur, guurder, guurst. Gymnasium, O., gymnasiën en gymnasia. Gymnast, M., gymnasten. H H, V., h's. Ha. Haag, V., hagen. Haagje, O., -jes. Haak, M., haken. Haakje, O. -jes. Haampje, O., -jes. Haan, M., hanen. Haantje, O., -jes. Haar, O., haren. Haartje, O., -jes. Haarlemmer, M., Haarlemmers. Haas, M. en O., hazen. Haasje, O., -jes. Haasten, haastte, heeft gehaast. Haastig, haastiger, haastigst. Hach, V. Hachje, O., -jes. Hacht, M., hachten. Hachtje, O., -jes. Haft (insect), O., haften. Hagedis, V., hagedissen. Hagedisje, O., -jes. Hagel, M. Hagelblank. Hagelwit, -witte. Hak (houw), M., hakken. Hakje, O., -jes. Hakkel, M., hakkels. Hakken, hakte, heeft gehakt. Hakkenei, V., hakkeneien. Hakker, M., hakkers. Hakmes, O., -messen. Half, halve. Halfje, O., -jes. Halfwas, M. Halfweg. Halletje, O., -jes. Halm, M., halmen. Halmpje, O., -jes. Hals, M., halzen. O., -jes. Halster, M., halsters. Halt en Halte, V., halten. Halter, M., halters. Ham, V., hammen. Hammetje, O., -jes. Hamei, V., hameien. Hamel, M., hamels. Hamer, M., hamers en hameren. Hamertje, O., -jes. Hand, V., handen. Handje, O., -jes. Handen, handde, heeft gehand. Handhaver, M., handhavers. Handkus, M., -kussen. Handvol, V. (mv. Handwagen, M., -wagens. Hanekam, M., -kammen. Hang, M., hangen. Hanger, M., hangers. Hanig, haniger, hanigst. Hans, M., hanzen. Hansje, O., -jes. Hanssop, M., hanssoppen. Hansworst, M., hansworsten. Hanze, V. Hap, M., happen. Hapje, O., -jes. Happen, hapte, heeft gehapt. Happig, happiger, happigst. Hard, harder, hardst. Harem, M., harems. Harig, hariger, harigst. Haring (een visch), M., haringen. Harinkje, O., -jes. Haringjager, M., -jagers. Harkje, O., -jes. Harksel, O., harksels. Harlekijn, M., harlekijns. Harmonica, V., harmonica's. Harmonie, V., harmonieën. Harnas, O., harnassen. Harp, V., harpen. Harpje, O., -jes. Harpoen, M., harpoenen. Hars, V. en O., harsen. Harst, M., harsten. Harstje, O., -jes. Hart, O., harten. Hartje, O., -jes. Hartig, hartiger, hartigst. Haspeltje, O., -jes. Hater, M., haters en hateren. Hauw, V., hauwen. Hauwtje, O., -jes. Havezate, V., havezaten. Havik, M., haviken. Haviksbek, M., -bekken. He. Hebreër, M., Hebreërs en Hebreën. Hecatombe, V., hecatombes en -tomben. Hecht, hechter, hechtst. Hechtsel, O., hechtsels. Hectare, V., hectaren en hectares. Hectisch. Hectoliter, M., hectoliters. Hectometer, M., hectometers. Heede, V. Heel, heele. Heelster, V., heelsters. Heep, V., hepen. Heerig, heeriger, heerigst. Heeroom, M., -ooms. Heerscher, M., heerschers. Heerscheres, V., heerscheressen. Heesch, heescher, meest heesch. Heet, heeter, heetst. Heffer, M., heffers. Heffing, V., heffingen. Heftig, heftiger, heftigst. Heibei, V., heibeien. Heibezem, M., -bezems. Heidin, V., heidinnen. Heien, heide, heeft geheid. Heier, M., heiers. Heilig, heiliger, heiligst. Heilige, M. en V., heiligen. Heining, V., heiningen. Heininkje, O., -jes. Heiwerk, O. Hek, O., hekken. Hekje, O., -jes. Hekeling, V., hekelingen. Heks, V., heksen. Heksje, O., -jes. Heksen, hekste, heeft gehekst. Heksendans, M., -dansen. Hel, V. Hel, heller, helst. Held, M., helden. Heler, M., helers. Helioscoop, M., helioscopen. Hellig, helliger, helligst. Helper, M., helpers. Hem. Hemd, O., hemden. Hemdje, O., -jes. Hemmen, hemde, heeft gehemd. Hen, V., hennen. Hennetje, O., -jes. Zie Heen, enz. Heng, V., hengen. Hengel, M., hengels. Hengsel, O., hengsels. Heraut, M., herauten. Herbarium, O., herbariums en herbaria. Herder, M., herders. Herdertje, O., -jes. Herderin, V., herderinnen. Herdersstok, M., -stokken. Herdooper, M., herdoopers. Herdruk, M., herdrukken. Herexamen, O., herexamens. Herfstig, herfstiger, herfstigst. Herhaling, V., herhalingen. Herinneren, herinnerde, heeft herinnerd. Herkauwer, M., herkauwers. Hermeting, V., hermetingen. Hermitage, V., hermitages. Hernhutter, M., Hernhutters. Heroïek, heroïeker, heroïekst. Herscheppen, (van gedaante doen veranderen), herschiep, heeft herschapen. Herschepper, M., herscheppers. Hert, O., herten. Hertje, O., -jes. Hervormer, M., hervormers. Herwinning, V., herwinningen. Herwissel, M., herwissels. Herziener, M., herzieners. Hes (kiel), V., hessen. Hesje, O., -jes. Hesp, V., hespen. Heterodox, heterodoxe. Heug, V. (Tegen - en meug). Heugel, M., heugels. Heugen, heugde, heeft geheugd. Heultje, O., -jes. Heup, V., heupen. Heupje, O., -jes. Heusch, heuscher, meest heusch. Heuveltje, O., -jes. Hevel, M., hevels. Heveltje, O., -jes. Hevig, heviger, hevigst. Hexameter, M., hexameters. Hidalgo, M., hidalgo's. Hiel, M., hielen. Hieltje, O., -jes. Hieling, V., hielingen. Hijgen, hijgde, heeft gehijgd. Hijs en Hijze, V., hijzen. Hijsje, O., -jes. Hik, M., hikken. Hikje, O., -jes. Hikken, hikte, heeft gehikt. Hinde, V., hinden. Hinken, hinkte, heeft gehinkt. Hippen, hipte, heeft gehipt. Hit, M., hitten. Hitje, O., -jes. Hitsen, hitste, heeft gehitst. Ho. Hobbel, M., hobbels. Hobbeltje, O. -jes. Hobo, V., hobo's. Hoboïst, M., hoboïsten. Hoe. Hoedje, O., -jes. Hoeden, hoedde, heeft gehoed. Hoeder, M., hoeders. Hoedster, V., hoedsters. Hoefje, O., -jes. Hoefje, O., -jes. Hoekje, O., -jes. Hoeker, M., hoekers. Hoekig, hoekiger, hoekigst. Hoeksche, M. en V., Hoekschen. Hoekzak, M., -zakken. Hoep, M., hoepen. Hoepje, O., -jes. Hoepel, M., hoepels. Hoer, V., hoeren. Hoertje, O., -jes. Hoes, V., hoezen. Hoesje, O., -jes. Hofbal, O., -bals. Hofcharge, V., -charges. Hofdame, V., -dames. Hofje, O., -jes. Hok, O., hokken. Hokje, O., -jes. Hokkeling, M. en V., hokkelingen. Hokken, hokte, heeft gehokt. Hokkerig, hokkeriger, hokkerigst. Holletje, O., -jes. Hol, holler, holst. Holheid, V. Holla. Holster, M., holsters. Holte, V., holten. Hom, V., hommen. Hommetje, O., -jes. Hommeltje, O., -jes. Hommer, M., hommers. Homoniem, O., homoniemen. Homp, V., hompen. Hompje, O., -jes. Hond, M., honden. Hondje, O., -jes. Hondsch, hondscher, meest hondsch. Hongerig, hongeriger, hongerigst. Honnig, honniger, honnigst. Honorarium, O., honoraria. Hoofd, O., hoofden. Hoofdje, O., -jes. Hoofdas, V., -assen. Hoofddoek, M., -doeken. Hoofsch, hoofscher, meest hoofsch. Hooging, V., hoogingen. Hoogte, V., hoogten. Hooier, M., hooiers. Hooiwagen, M., -wagens. Hoopje, O., -jes. Hoorder, M., hoorders. O., -jes. Hopje, O., -jes. Hor, V., horren. Horretje, O., -jes. Horde, V., horden. Horizon en Horizont, M., horizonten. Horloge, O., horloges. Horn, M., hornen. Horoscoop, M., horoscopen. Horrel, M., horrels. Hort (stoot), M., horten. Hortje, O., -jes. Hospita, V., hospita's. Hossen, hoste, heeft gehost. Hostie, V., hostiën en hosties. Hot, V. Hotel, O., hotels. Hotsen, hotste, heeft gehotst. Hotten, hotte, heeft gehot. Hottentot, M., Hottentotten. Houder, M., houders. Houding, V., houdingen. Hout, O., houten. Houtje, O., -jes. Houting, M., houtingen. O., -jes. Houvast, O., houvasten. Houw, M., houwen. Houwer, M., houwers. Houwhamer, M., -hamers. Houwitser, M., houwitsers. Houwmes, O., -messen. Hoveling, M., hovelingen. Hugenoot, M., Hugenoten. Huid, V., huiden. Huidje, O., -jes. Huif, V., huiven. Huifje, O., -jes. Huig, V., huigen. Huigje, O., -jes. Huik, V., huiken. Huikje, O., -jes. Huiker, M., huikers. Huilerig, huileriger, huilerigst. Huis, O., huizen. Huisje, O., -jes. Huisknecht, M., -knechts. Huissleutel, M., -sleutels. Huisvader, M., -vaders. Huiverig, huiveriger, huiverigst. Huizing, V., huizingen. Hul, V., hullen. Hulletje, O., -jes. Huldiging, V., huldigingen. Hulkje, O., -jes. Hulsel, O., hulsels. Hulseltje, O., -jes. Hulst, M., hulsten. Humanisme, O. Humanist, M., humanisten. Humeurtje, O., -jes. Hummen, humde, heeft gehumd. Hun. Hupsch, hupscher, meest hupsch. Hurk, V., hurken. Hurken, hurkte, heeft gehurkt. Hut, V., hutten. Hutje, O., -jes. Hutjongen, M., -jongens. Hutkoffer, M., -koffers. Huurder, M., huurders. Huurling, M. en V., huurlingen. Huzaar, M., huzaren. Hydra, V. Hydraulica, V. Hydraulisch. Hyena, V., hyena's. Hygiëne, V. Hymne, V., hymnen. Hypotheek, V., hypotheken. Hypothese, V., hypothesen. I I, V., i's. Ibis, M., ibissen. Ideaal, O., idealen. Idee, V. en O., ideeën. Ideetje, O., -jes. Idioom, O., idiomen. Idioot, M., idioten. Idiotisme, O., idiotismen. Idylle, V., idyllen. Iep, enz. Zie IJp, enz. Ier, M., Ieren. Iersch, O. Iets. IJdel, ijdeler, ijdelst. IJker, M., ijkers. IJkhamer, M., -hamers. IJkhuisje, O., -jes. IJking, V., ijkingen. IJl, ijler, ijlst. IJp (en Iep), M., ijpen (iepen). IJsbreker, M., -brekers. IJsclub, V., -clubs. IJskist, V., -kisten. IJverig, ijveriger, ijverigst. IJzer, O., ijzers. IJzertje, O., -jes. IJzig, ijziger, ijzigst. Ik. Ikheid, V. Ikker, M., ikkers. Ilias, V., Iliaden. Illusie, V., illusiën en illusies. Imker, M., imkers. Immer. Immers. Immigrant, M., immigranten. Impost, M., imposten. Impressie, V., impressies. Impromptu, O., impromptu's. Improvisatie, V., improvisatiën en improvisaties. Improvisator, M., improvisators en improvisatoren. In. Inademing, V., -ademingen. Inauguratie, V., inauguratiën en inauguraties. Inaugureel, inaugureele. Inbeelding, V., -beeldingen. V., -nemingen. Inblazer, M., -blazers. Inbreker, M., -brekers. Inbrenger, M., -brengers. Incasseering, V., incasseeringen. Incident, O., incidenten. Inclinatie, V., inclinatiën en inclinaties. Inconstitutioneel, inconstitutioneele. Inconveniënt, O., inconveniënten. Indamming, V., -dammingen. Indecentie, V., indecentiën en indecenties. Indemniteit, V., indemniteiten. Index, M., indices. Indiaan, M., Indianen. Indicatief en Indicativus, M., indicatieven. Indictie, V., indictiën. Indië, O., Indiën. Indiening, V. Indiër, M., Indiërs. Indiscretie, V., indiscreties. Individu, O., individuen en individu's. Indo, M., Indo's. Inductie, V., inducties en inductiën. Indulgentie, V., indulgentiën. Industrie, V., industrieën. Industrieel, industrieele. Industrieel, M., industrieelen. Inenting, V., -entingen. Infaam, infamer, infaamst. Infanterist, M., infanteristen. Inferieur, M., inferieuren. Infirmerie, V., infirmerieën. Ingang, M., -gangen. Ingeërfde, M. en V., -geërfden. Ingenieur, M., ingenieurs. Ingenieus, ingenieuzer. Ingenomen, -genomener, -genomenst. Ingeving, V., -gevingen. Ingrediënt, O., ingrediënten. Inhalatie, V., inhalatiën en inhalaties. Inham, M., -hammen. Inhout, O., -houten. Inhuring, V., -huringen. Initiale, V., initialen. Initiatief, O., initiatieven. Injectie, V., injecties. Ink, M., inken. Inkeping, V., -kepingen. Inkijk, M. Inkijkje, O., -jes. Inkomstje, O., -jes. Inkoop, M., -koopen. Inkorting, V., -kortingen. Inkruipsel, O., inkruipsels. Inkt, M., inkten. Inkten, inkte, heeft geïnkt. Inlander, M., -landers. Inlasch, M., -lasschen. Inlijving, V., inlijvingen. Inlossing, V., inlossingen. Inmaker, M., -makers. Inmenging, V., inmengingen. Innig, inniger, innigst. Innigheid, V. Inning, V., inningen. Innovatie, V., innovaties. Inoogsting, V., inoogstingen. Inpandgeving, V., inpandgevingen. Inquisiteur, M., inquisiteurs. Inrichter, M., -richters. Inrichting, V., -richtingen. Inrijging, V., -rijgingen. Inschrift, O., inschriften. Inschrijven, schreef in, schreven in, heeft ingeschreven. Inschrijver, M., inschrijvers. Inschuifsel, O., inschuifsels. Inschuiving, V., inschuivingen. Inscriptie, V., inscripties en inscriptiën. Insect, O., insecten. Insectje, O., -jes. Insigne, O., insignes. Insinuatie, V., insinuatiën en insinuaties. Inslag, M., inslagen. Inslager, M., inslagers. Insolentie, V., insolentiën en insolenties. Inspecteur, M., inspecteuren en inspecteurs. Inspectie, V., inspectiën en inspecties. Inspiratie, V., inspiraties. Instantie, V., instantiën en instanties. Insteking, V., -stekingen. Instinct, O. Instinctmatig. Instituteur, M., instituteuren en instituteurs. Institutrice, V., institutrices. Instituut, O., instituten. Instructie, V., instructiën en instructies. Instructie-bataljon, O., -bataljons. Instructief, instructieve. Insult, O., insulten. Insurrectie, V., insurrecties. Intens, intense. Interessant, interessanter, interessantst. Interjectie, V., interjecties. Interlinie, V., interlinies. Intermediair, O. Intermezzo, O., intermezzo's. Intiem, intiemer, intiemst. Intimiteit, V., intimiteiten. Intocht, M., -tochten. Intonatie, V., intonaties. Intrigante, V., intriganten. Intrige, V., intriges. Introductie, V., introductiën en introducties. Inventie, V., inventies. Invitatie, V., invitatiën en invitaties. Invloed, M., -vloeden. Invoeging, V., -voegingen. Invulling, V., -vullingen. Inwoner, M., -woners. Inzakking, V., -zakkingen. Inzender, M., -zenders. Inzet, M., -zetten. Inzetsel, O., -zetsels. Inzicht, O., -zichten. Inzien, zag in, zagen in, heeft ingezien. Ioon, O., ionen. Irias, V., iriassen. Ironie, V. Ironiek. Item, O., items. Itempje, O., -jes. J J, V., j's. Ja. Jaap, M., japen. Jaapje, O., -jes. Jaar, O., jaren. Jaartje, O., -jes. Jaarling, M., -lingen. Jachtje, O., -jes. Jachtig, jachtiger, jachtigst. Jacobijn, M., Jacobijnen. Jager, M., jagers. Jagertje, O., -jes. Jak, O., jakken. Jakje, O., -jes. Jam, V., jammen. Jammer, O., jammeren. Jampotje, O., -potjes. Jan, M., jannen. Jantje, O., -jes. Jansenist, M., Jansenisten. Japon, V., japonnen en japons. Jargon, O. Jarig. Jasje, O., -jes. Jasmijn, V., jasmijnen. Jasmijntje, O., -jes. Jeremiade, V., jeremiaden en jeremiades. Jeugd, V. Jeugdig, jeugdiger, jeugdigst. Jichtig, jichtiger, jichtigst. Jij. Jijn, O., jijns. Jingo, M., jingo's. Jockey, M., jockeys. Jodinnetje, O., -jes. Jok, M. Joken, Joking. Zie Jeuken, enz. Jokken, jokte, heeft gejokt. Jokken, M., jokkens. Jokkentje, O., -jes. Jol, V., jollen. Jolletje, O., -jes. Jolig, joliger, joligst. Jonassen, jonaste, heeft gejonast. Jong, jonger, jongst. Jong, O., jongen. Jongeling, M., jongelingen. Jongen, M., jongens. Jongetje, O., -jes. Jongen, jongde, heeft gejongd. Jongmaatje, O., -jes. Jongsken en Jongske, O., jongskens en jongskes. Jonk, V., jonken. Jonker, M., jonkers. Jonkertje, O., -jes. Jood, M., Joden en joden. Joodje, O., -jes. Jool, M., jolen. Jooltje, O., -jes. Joop, V., jopen. Jou. Jubilaris, M., jubilarissen. Jubilé, O., jubilé's. Juffertje, O., -jes. Juist, juister, juistste. Juistheid, V. Jujube, V., jujubes. Juk, O., jukken. Jukje, O., -jes. Jurk, V., jurken. Jurkje, O., -jes. Jury, V., jury's. Juweel, O., juweelen. Juweeltje, O., -jes. K K, V., k's. Ka. Kaag, V., kagen. Kaai, V., kaaien. Kaaiman, M., kaaimans en kaaimannen. Kaakje, O., -jes. Kaam, V. Kaamsel, O., kaamsels. Kaan, V., kanen. Kaapje, O., -jes. Kaars, V., kaarsen. Kaarsje, O., -jes. Kaas, V., kazen. Kaasje, O., -jes. Kaasmes, O., -messen. Kaatser, M., kaatsers. Kabas, V., kabassen. Kabbeling, V., kabbelingen. Kabel, M., kabels. Kachel, V., kachels. Kade en Ka, V., kaden. Kader, O., kaders. Kadetje, O., -jes. Kadijk, M., kadijken. Kaf, O. Kaffa, O. Kaffer, M., Kaffers. Kaftje, O., -jes. Kaftan, M., kaftans. Kajuitsjongen, M., -jongens. Kakelaar, M., kakelaars. Kakement, O., kakementen. Kaketoe, V., kaketoes. Kales, V., kalessen. Kalesje, O., -jes. Kalfje, O., -jes. Kalm, kalmer, kalmst. Kalotje, O., -jes. Kam, M., kammen. Kammetje, O., -jes. Kameleon, O., kameleons. Kamer, V., kamers en kameren. Kamertje, O., -jes. Kamerling, M., kamerlingen. Kamille, V., kamillen. Kampje, O., -jes. Kamper, M., kampers. Kampong, M., kampongs. Kamuis, kamuize. Kan, V., kannen. Kannetje, O., -jes. Kansje, O., -jes. Kansel, M., kansels. Kantje, O., -jes. Kantje, O., -jes. Kanteel, M., kanteelen. Kantig, kantiger, kantigst. Kanton, O., kantons. Kantoor, O., kantoren. Kanunnik, M., kanunniken. Kap, V., kappen. Kapje, O., -jes. Kaphamer, M., -hamers. Kapitein, M., kapiteins. Kapitorie, O., kapitories. Kapmes, O., -messen. Kapoen, M., kapoenen. Kapotje, O., -jes. Kapot, kapotte. Kaproen, V., kaproenen. Kapsel, O., kapsels. Kapseltje, O., -jes. Kapster, V., kapsters. Kapucijn, M., Kapucijnen. Kar, V., karren. Karretje, O., -jes. Kardeel, O., kardeels. Kareel, M., kareelen. Karig, kariger, karigst. Karkas, O., karkassen. Karkasje, O., -jes. Karn, V., karnen. Karonje, V., karonjes. Karos, V., karossen. Karper, M., karpers. Kartel, M., kartels. Kartuizer, M., Kartuizers. Karwats, V., karwatsen. Karwatsje, O., -jes. Kasje, O., -jes. Kassen, kaste, heeft gekast. Kast, V., kasten. Kastje, O., -jes. Kaste, V., kasten. Kat, V., katten. Katje, O., -jes. Kater, M., katers. Kavalje, V. en O., kavaljes. Kazerne, V., kazernen. Ked, Kedde. Keeltje, O., -jes. Keen, V., kenen. Keep, V., kepen. Keepje, O., -jes. Keer, M., keeren. Keering, V., keeringen. Kees, M., keezen. Keesje, O., -jes. Keeshond, M., -honden. Keffen, kefte, heeft gekeft. Keffer, M., keffers. Keffertje, O., -jes. Keg en Kegge, V., keggen. Kei, M., keien. Keitje, O., -jes. Keil, M., keilen. Keiltje, O., -jes. Keizer, M., keizers. Keker, V., kekers. Kelder, M., kelders. Kelk, M., kelken. Kelkje, O., -jes. Kemel, M., kemels. Kenmerk, O., -merken. Kennen, kende, heeft gekend. Kenner, M., kenners. Kennisje, O., -jes. Kennisgeving, V., -gevingen. Kenster, V., kensters. Keper, V., kepers. Kerel, M., kerels. Kereltje, O., -jes. Kerf, V., kerven. Kerfje, O., -jes. Kerfstok, M., -stokken. Kerk, V., kerken. Kerkje, O., -jes. Kerker, M., kerkers. Kerktoren, M., -torens. Kerkvader, M., -vaders. Kermer, M., kermers. Kermis, V., kermissen. Kern, V., kernen. Kersje, O., -jes. Kersouw, V., kersouwen. Kersouwtje, O., -jes. Kerstkrans, M., -kransen. Kerstmis, V., -missen. Kerstzang, M., -zangen. Kesp, V., kespen. Ketel, M., ketels. Keteltje, O., -jes. Ketter, M., ketters. Ketting, M., kettingen. Kettinkje, O., -jes. Kettingjongen, M., -jongens. Kettingkogel, M., -kogels. Keuken, V., keukens. Keukentje, O., -jes. Keukenwagen, M., -wagens. Keur, V., keuren. Keurder, M., keurders. Keurig, keuriger, keurigst. Keurs, V., keurzen. Keursje, O., -jes. Keus. Keutel, V., keutels. Keuteltje, O., -jes. Keuvel, V., keuvels. Keuze en Keus, V., keuzen. Kevel, M., kevels. Keveltje, O., -jes. Kever, M., kevers. Kevie, V., kevies. Kib en Kibbe, V., kibben. Kieken en Kuiken, O., kiekens en kuikens. Kieltje, O., -jes. Kiempje, O., -jes. Kier, M., kieren. Kiertje, O., -jes. Kiereboe, V., kiereboes. Kies, V., kiezen. Kiesje, O., -jes. Kieskauwer, M., -kauwers. Kieuw, V., kieuwen. Kievit, M., kieviten. Kiezer, M., kiezers. Kijk, M. Kijkje, O., -jes. Kijker, M., kijkers. Kikker, M., kikkers. Kil, V., killen. Kil, killer, kilst. Killig, killiger, killigst. Kilo, O., kilo's. Kim, V., kimmen. Kin, V., kinnen. Kinnetje, O., -jes. -jes. Kink, V., kinken. Kinkel, M., kinkels. Kiosk, V., kiosken. ), V., kippen. Kippeboutje, O., -jes. Kipsel, O., kipsels. Kiptakel, M., -takels. Kissen, kiste, heeft gekist. Kist, V., kisten. Kistje, O., -jes. Kisten, kistte, heeft gekist. Kit, V., kitten. Kits, V., kitsen. Kitsen, kitste, heeft gekitst. Kitteling, V., kittelingen. Klaas, M., klazen. Klaasje, O., -jes. Kladje, O., -jes. Kladder, M., kladders. Klager, M., klagers. Klak, V., klakken. Klam, klammer, klamst. Klankje, O., -jes. Klant, M., klanten. Klantje, O., -jes. Klapje, O., -jes. O., -jes. Klapper, M., klappers. Klaroen, V., klaroenen. Klauw, M., klauwen. Klauwer, M., klauwers. Kleedje, O., kleedjes en kleertjes. Kleedje, O., -jes. Klef, kleffe. Klem, V., klemmen. Klemtoon, M., -tonen. Klemvogel, M., -vogels. Klens, Klenzen. Klep, V., kleppen. Klepje, O., -jes. Klepel, M., klepels. Kleppel, M., kleppels. Klepper, M., kleppers. Klerk, M., klerken. Klerkje, O., -jes. Klet, V. Klets, V., kletsen. Kletsje, O., -jes. Kleumer, M., kleumers. Kleurtje, O., -jes. Kleurig, kleuriger, kleurigst. Kleursel, O., kleursels. Kleuter, V., kleuters. Kleverig, kleveriger, kleverigst. Kliek, V., klieken. Kliekje, O., -jes. Klieker, M., kliekers. Klikker, M., klikkers. Klimmer, M., klimmers. Klingetje, O., -jes. Klinkje, O., -jes. Klinkje, O., -jes. Klinker, M., klinkers. Klipje, O, -jes. Klipper, M., klippers. Klisje, O., -jes. Klit, V., klitten. Klitje, O., -jes. Klits, V., klitsen. Klitsje, O., -jes. Klodder, V., klodders. Kloek, kloeker, kloekst. Kloentje, O., -jes. Kloet, M., kloeten. Kloetje, O., -jes. Kloeter, M., kloeters. Klokje, O., -jes. Klokje, O., -jes. ), V., klokken. Klokje, O., -jes. Klont, V., klonten. Klontje, O., -jes. Klonter, M., klonters. Klontig, klontiger, klontigst. Kloofje, O., -jes. Kloot, M., klooten. Kloover, M., kloovers. Klopje, O., -jes. Klopje, O., -jes. Klos, M., klossen. Klosje, O., -jes. Kluft, V., kluften. Kluftje, O., -jes. Kluis, V., kluizen. Kluisje, O., -jes. Kluiver, M., kluivers. Kluppeltje, O., -jes. Kluwen, O., kluwens. Knaap, M., knapen. Knaapje, O., -jes. Knaging, V., knagingen. Knak, M., knakken. Knakje, O., -jes. Knakhamer, M., -hamers. Knal, M., knallen. Knap, M., knappen. Knapje, O., -jes. Knap, knapper, knapst. Knapper, M., knappers. Knapzak, M., -zakken. Knar, M., knarren. Knarsing, V., knarsingen. Knaster, M., knasters. Knauwsel, O., knauwsels. Knecht, M., knechten en knechts. Kneepje, O., -jes. Knelling, V., knellingen. Knersen, enz. Zie Knarsen, enz. Kneu, V., kneuen. Kneutje, O., -jes. Knevel, M., knevels. Knie, V., knieën. Knieling, V., knielingen. Kniezer, M., kniezers. Knijf, O., knijven. Knijfje, O., -jes. Knijp, V. (In de knijp). Knijzen, enz. Zie Kniezen, enz. Knik, M., knikken. Knikje, O., -jes. Knikker, M., knikkers. Knipje, O., -jes. Knipje, O., -jes. Knipper, M., knippers. Knipsel, O., knipsels. Knipseltje, O., -jes. Knobbel, M., knobbels. Knobbeltje, O., -jes. Knoeier, M., knoeiers. Knoeister, V., knoeisters. Knoestje, O., -jes. Knoffelen, enz. Knokje, O., -jes. Knokig, knokiger, knokigst. Knokkel, M., knokkels. Knokkeltje, O., -jes. Knolletje, O., -jes. Knook, M., knoken. Knookje, O., -jes. Knoop, M., knoopen. Knoopje, O., -jes. Knoopig, knoopiger, knoopigst. Knooping, V., knoopingen. Knopje, O., -jes. Knor, M., knorren. Knorf, M., knorven. Knorfje, O., -jes. Knorrig, knorriger, knorrigst. Knot, V., knotten. Knotje, O., -jes. Knots, V., knotsen. Knotsje, O., -jes. Knotten, knotte, heeft geknot. Knotting, V., knottingen. Knuist, M., knuisten. Knuistje, O., -jes. Knul, M., knullen. Knutseling, V., knutselingen. Knuttel, V., knuttels. Koddebeier, M., koddebeiers. Koddenaar, M., koddenaars. Koddig, koddiger, koddigst. Koe, V., koeien. Koetje, O., -jes. Koekje, O., -jes. Koekoek, M., koekoeken. Koekoekje, O., -jes. Koekoekszang, M., -zangen. Koel, koeler, koelst. Koelie, M., koelies. Koepeltje, O., -jes. Koerier, M., koeriers. Koers, M., koersen. Koet, V., koeten. Koetje, O., -jes. Koetsje, O., -jes. Koetser, M., koetsers. Koetsier, M., koetsiers. Kof, V., koffen. Kofje, O., -jes. Koffer, M., koffers. Kogel, M., kogels. Kogeltje, O., -jes. Kogelregen, M., -regens. Kohier, O., kohieren. Kok, M., koks. Kokje, O., -jes. Kokarde, V., kokardes. Koking, V., kokingen. Kokinje, V., kokinjes. Kokkerd, M., kokkerds. Kokkin, V., kokkinnen. Kokosnoot, V., -noten. Koksmaat, M., -maats. Kolletje, O., -jes. Kolbak, M., kolbaks. Kolder, M., kolders. Kolf, V., kolven. Kolfje, O., -jes. Kolibrie, M., kolibries. Kolkje, O., -jes. Kolom, V., kolommen. Kolonel, M., kolonels. Kolonie, V., koloniën en kolonies. Kolonist, M., kolonisten. Kolossaal, kolossale. Kolsem, M., kolsems. Kolter, M., kolters. Kolver, M., kolvers. Kom, V., kommen. Kommetje, O., -jes. Kombof, V., kombofs en komboffen. Komediant, M., komedianten. Komfoor, O., komforen. Komiek, komieker, komiekst. Komiek, M., komieken. Komkommer, V., komkommers. Kommernis, V., kommernissen. Kompasje, O., -jes. Kompres, V., kompressen. Kompresje, O., -jes. Komst, V. Kond (- doen). Konijn, O., konijnen. Konijntje, O., -jes. Koning, M., koningen. Koninkje, O., -jes. Koningin, V., koninginnen. Konkel (slag), M., konkels. Konkeltje, O., -jes. Konkelaar, M., konkelaars. Konstabel, M., konstabels. Kont, V., konten. Kontje, O., -jes. Kooi, V., kooien. Kooitje, O., -jes. Kooiker, M., kooikers. Kook, V. (Aan de -, van de kook). Kookhok, O., -hokken. Kooksel, O., kooksels. Kookster, V., kooksters. Kooltje, O., -jes. Kooltje, O., -jes. Koon, V., koonen. Koontje, O., -jes. Koop, M., koopen. Koopje, O., -jes. Kooper, M., koopers. Kooppenning, M., -penningen. Koordje, O., -jes. Koorts, V., koortsen. Koortsje, O., -jes. Koot, V., kooten. Kootje, O., -jes. Kop (hoofd), M., koppen. Kopje, O., -jes. ), M., koppen. Kopje, O., -jes. Kopek, M., kopekken. Koppeltje, O., -jes. Koppeltje, O., -jes. Kopper, M., koppers. Koppig, koppiger, koppigst. Koran, M. Korbeel, M., korbeelen. Korbeeltje, O., -jes. Kordon, O., kordons. Korf, M., korven. Korfje, O., -jes. Koriander, M. Kornak, M., kornaks. Kornetje, O., -jes. Kornis, V., kornissen. Kornoelje, V., kornoeljes. Kornuit, M., kornuiten. Kornuitje, O., -jes. Korps, O., korpsen. Korre, V., korren. Korrel, V., korrels en korrelen. Korreltje, O., -jes. Korrelig, korreliger, korreligst. Korset, O., korsetten. Korsetje, O., -jes. Korst, V., korsten. Korstje, O., -jes. Korsten, korstte, is gekorst. Korstig, korstiger, korstigst. Kort, korter, kortst. Korteling, M., kortelingen. Kortjan, O. Kortom. Korvet, V., korvetten. Korzel, korzeler, korzelst. Kostje, O., -jes. Kosten, kostte, heeft gekost. Koster, M., kosters. Kostganger, M., -gangers. Kostjongen, M., -jongens. Kostuum, O., kostumen en kostumes. Kostuumpje, O., -jes. Kostwinning, V., -winningen. Kot, O., kotten. Kotje, O., -jes. Kotsen, kotste, heeft gekotst. Kotter, M., kotters. Koudbros, -brosse. Kous, V., kousen. Kousje, O., -jes. Kouw, V., kouwen. Kouwtje, O., -jes. Kozijntje, O., -jes. Kraag, M., kragen. Kraagje, O., -jes. Krabje, O., -jes. Krabber, M., krabbers. Krabsel, O., krabsels. Krak, M., krakken. Krakje, O., -jes. Kraker, M., krakers. Kraking, V., krakingen. Kram, V., krammen. Kramer, M., kramers. Krammer, M., krammers. Kramming, V., krammingen. Kranig, kraniger, kranigst. Kranke, M. en V., kranken. Kransje, O., -jes. Krantje, O., -jes. Krapje, O., -jes. Krapje, O., -jes. Krasje, O., -jes. Kras, krasser. Krasser, M., krassers. Krat, O., kratten. Kratje, O., -jes. Krater, M., kraters. Krates, M., kratessen. Kraton, M., kratons. Krauw, V., krauwen. Krauwtje, O., -jes. Krauwel, M., krauwels. Kreatuur, O., kreaturen. Kreatuurtje, O., -jes. Kreeft, M., kreeften. Kreeftje, O., -jes. Kreek, V., kreken. Kreekje, O., -jes. Kreel, V., kreelen. Kreeltje, O., -jes. Kreet, M., kreten. Kreits, M., kreitsen. Krekel, M., krekels. Kreng, O., krengen. Krenking, V., krenkingen. Krentje, O., -jes. Kreuk, V., kreuken. Kreukje, O., -jes. Kreukel, V., kreukels. Kreuking, V., kreukingen. Kreveling, V., krevelingen. Kriekje, O., -jes. Kriekje, O., -jes. Krieltje, O., -jes. Kriezel, V., kriezels. Krijger, M., krijgers. Krijsch, M., krijschen. Krijter, M., krijters. Krimperd, M., krimperds. Krimping, V., krimpingen. Krinkel, M., krinkels. Kris (dolk), V., krissen. Krisje, O., -jes. Kris. Krocht, V., krochten. Kroegje, O., -jes. Kroesje, O., -jes. Kroes, kroezer. Krok, V., krokken. Krokodil, M., krokodillen. ), M. Krokus, M., krokussen. Krol, O., krollen. Kromme, V., krommen. Krommer, M., krommers. Kromming, V., krommingen. Kromte, V., kromten. Kroniekje, O., -jes. Kroning, V., kroningen. Kronkel, M., kronkels. Kronkeltje, O., -jes. Kronkeling, V., kronkelingen. Kroon, V., kronen. Kroontje, O., -jes. V., -prinsessen. Krootje, O., -jes. Kropje, O., -jes. Kropje, O., -jes. Kroppig, kroppiger, kroppigst. Krotje, O., -jes. Kruidje, O., -jes. Kruier, M., kruiers. Kruik, V., kruiken. Kruikje, O., -jes. Kruiper, M., kruipers. Kruis, O., kruisen. Kruisje, O., -jes. Kruiser, M., kruisers. Kruising, V., kruisingen. Krukje, O., -jes. Krukkig, krukkiger, krukkigst. Kub en Kubbe, V., kubben. Kubiek, kubieke. Kudde, V., kudden. Kuf, V., kuffen. Kufje, O., -jes. Kuif, V., kuiven. Kuifje, O., -jes. Kuil, M., kuilen. Kuiltje, O., -jes. Kuip, V., kuipen. Kuipje, O., -jes. Kuiper, M., kuipers. Kuis, V., kuizen. Kuisch, kuischer, meest kuisch. Kuitje, O., -jes. Kuitje, O., -jes. Kuiter, V., kuiters. Kul, V., kullen. Kulas, V. kulassen. Kunst, V., kunsten. Kunstje, O., -jes. -jes. Kunsttand, M., -tanden. Kuras, O., kurassen. Kurassier, M., kurassiers. Kurkje, O., -jes. Kurkuma, V. Kus, M., kussen. Kusje, O., -jes. Kushandje, O., -jes. Kussen, O., kussens. Kussentje, O., -jes. Kussen, kuste, heeft gekust. Kusting, V., kustingen. Kuur, V., kuren. Kuurtje, O., -jes. Kwab en Kwabbe, V., kwabben. Kwabbetje, O., -jes. Kwajongen, M., kwajongens. Kwak, M., kwakken. Kwakje, O., -jes. Kwaker, M., kwakers. Kwanseling, V., kwanselingen. Kwant, M., kwanten. Kwantje, O., -jes. Kwapsch, kwapscher. Kwarrel, M., kwarrels. Kwart, O., kwarten. Kwartje, O., -jes. Kwartel, M., kwartels. Kwarts, O., kwartsen. Kwastje, O., -jes. Kwee, V., kweeën. Kweetje, O., -jes. Kweeker, M., kweekers. Kweeking, V., kweekingen. Kween, V., kwenen. Kweller, M., kwellers. Kwets, V., kwetsen. Kwetsje, O., -jes. Kwetsing, V., kwetsingen. Kwezel, V., kwezels. Kwibus, M., kwibussen. Kwibusje, O., -jes. Kwidam, M., kwidams. Kwikje, O., -jes. Kwispel, M., kwispels. L L, V., l's. La. Laadstok, M., -stokken. Laag, lager, laagst. Laag, V., lagen. Laagje, O., -jes. Laantje, O., -jes. Laarsje, O., -jes. Labbei, V., labbeien. Labiaal, -ale. Labyrint, O., labyrinten. Lach, M. Lachje, O., -jes. Lacher, M., lachers. Laconiek, laconieker, laconiekst. Laconisme, O. Lacune, V., lacunes. Ladder, V., ladders. Lade en La, V., laden. Laatje, O., -jes. Lader, M., laders. Lading, V., ladingen. Ladinkje, O., -jes. Lady, V., lady's. Laf, laffer, lafst. Lafaard, M., lafaards. Lafbek, M., -bekken. Lafenis, V., lafenissen. Lakei, M., lakeien. Laken, O., lakens. Laker, M., lakers. Laking, V., lakingen. Laks, lakse. Lam, O., lammeren. Lam, lammer, lamst. Lamfer, M. en O., lamfers. Lamp, V., lampen. Lampje, O., -jes. Lampenist, M., lampenisten. Lampion, V., lampions. Lamskop, M., -koppen. Lamsoor, O., -ooren. Lancetje, O., -jes. Land, O., landen. Landje, O., -jes. Landing, V., landingen. Lang, langer, langst. Langet, V., langetten. Langetje, O., -jes. Laning, V., laningen. Lans, V., lansen. Lansje, O., -jes. Lansier, M., lansiers. Lap, M., lappen. Lapje, O., -jes. Lapper, M., lappers. Lardeersel, O., lardeersels. Lariks, M., lariksen. Lariksje, O., -jes. Larve, V., larven. Lasch, V., lasschen. Laschje, O., -jes. Laschmes, O., -messen. Lassching, V., lasschingen. Last (maat), O., lasten. Lastdrager, M., -dragers. Lastgever, M., -gevers. Lastgeving, V., -gevingen. Lasthebber, M., -hebbers. Lastig, lastiger, lastigst. Latje, O., -jes. Latijn, O. Latijnsch. Lating, V., latingen. Latinkje, O., -jes. Latinisme, O., latinismen. Latinist, M., latinisten. Lauwer, M., lauweren en lauwers. Lavement, O., lavementen. Lavementje, O., -jes. Lawine, V., lawinen en lawines. Lazaret, O., lazaretten. Lediggang, M. Ledigganger, M., -gangers. Leefregel, M., -regels. Leeman, M., leemans en leemannen. Leemte, V., leemten. Leen, V. (Ter leen en te leen). Leen, O., leenen. Leener, M., leeners. Leenman, M., -mannen. Leeperd, M., leeperds. Leerares, V., leeraressen. Leering, V., leeringen. Leesmuseum, O., -museums. Leest, V., leesten. Leestje, O., -jes. Leeuw, M., leeuwen. Leeuwtje, O., -jes. Leeuwerik, M., leeuweriken. Legataris, M., legatarissen. Leger, O., legers. Legger, M., leggers. Legioen, O., legioenen. Legitiem, legitieme. Legpenning, M., -penningen. Legsel, O., legsels. Legster, V., legsters. Leguaan, M., leguanen. Leider, M., leiders. Leiding, V., leidingen. Leidsel en Leisel, O., leidsels en leisels. Leidster, V., leidsters. Leis, V., leisen. Lek, lekke. Lekkage, V., lekkages. Lekking, V., lekkingen. Lelletje, O., -jes. Lelie, V., lelies en leliën. Lemma, O., lemmata. Lemmer, O., lemmers en lemmeren. Lemmertje, O., -jes. Lemmet, O., lemmeten. Lemmetje, O., -jes. Lengsel, O., lengsels. Lenig, leniger, lenigst. Leniger, M., lenigers. Lens (ledig), lenze. Lenzing, V., lenzingen. Lep, M., leppen. Lepel, M., lepels. Lepeltje, O., -jes. Lepper, M., leppers. Les, V., lessen. Lesje, O., -jes. Lesgever, M., -gevers. Leuk, leuker, leukst. Leuning, V., leuningen. Leven, O., levens. Lever, V., levers. Leviathan, M., leviathans. Lexicon, O., lexica. Lezenaar, M., lezenaars. Lezer, M., lezers. Lezeres, V., lezeressen. Lezing, V., lezingen. Lezinkje, O., -jes. Lias, V., liassen. Libel, O., libellen. Licht, O., lichten. Lichtje, O., -jes. Lichter, M., lichters. Lichting, V., lichtingen. Lichtkogel, M., -kogels. Lichtmisje, O., -jes. Lid, O., leden. Lidje, O., leedjes. Liedje, O., -jes. Liefje, O., -jes. Liefste, M. en V., liefsten. Lies, V., liezen. Liesje, O., -jes. Lieverd, M., lieverds. Liflafje, O., liflafjes. Lift, V., liften. Liftjongen, M., -jongens. Ligdag, M., -dagen. Ligger, M., liggers. Ligging, V., liggingen. Lijden, O. Lijdend. Lijder, M., lijders. Lijfje, O., -jes. O., lijken. Lijkje, O., -jes. Lijmer, M., lijmers. Lijmerig, lijmeriger, lijmerigst. Lijmig, lijmiger, lijmigst. Lijmstok, M., -stokken. Lijntje, O., -jes. Lijntje, O., -jes. Lijst, V., lijsten. Lijstje, O., -jes. Lik, M., likken. Likje, O., -jes. Likstok, M., -stokken. Lillig, lilliger, lilligst. Limoen, M., limoenen. Limoentje, O., -jes. Linde, V., linden. Linguist, M., linguisten. Linie, V., liniën en linies. ), M. Link, V., linken. Linnen, O., linnens. Lint, O., linten. Lintje, O., -jes. Lintwinkel, M., -winkels. Lintworm, M., -wormen. Linze, V., linzen. Lipje, O., -jes. Liplap, M., liplappen. Liquidatie, V., liquidatiën en liquidaties. Lis en Lus, V., lissen en lussen. Lisje en lusje, O., -jes. Lisch, O., lisschen. Lisper, M., lispers. Lissen, liste, heeft gelist. List, V., listen. Listje, O., -jes. Listig, listiger, listigst. Litanie, V., litanieën. Liter, M., liters. Liturgie, V., liturgieën. Livrei, V., livreien. Livret, O., livretten. Lob, V., lobben. Lobbetje, O., -jes. Lobberig, lobberiger, lobberigst. Lobbes, M., lobbesen. Lobbig, lobbiger, lobbigst. Lodder, M., lodders. Lodderig, lodderiger, lodderigst. Loeder, M., loeders. Loep, V., loepen. Loepje, O., -jes. Loeres, M., loeresen. Loeresje, O., -jes. Loet, V., loeten. Lof, M. Lof, O. Zie Loof. Log, logger, logst. Log, V., loggen. Loge, V., loges. Logé, M. en V., logé's. Logen, enz. Zie Leugen, enz. Loggen, logde, heeft gelogd. Logger, M., loggers. Loggertje, O., -jes. Lok, V., lokken. Lokje, O., -jes. Loket, O., loketten. Loketje, O., -jes. Lokkig, lokkiger, lokkigst. Lokvogel, M., -vogels. Lol, V. Lolletje, O., -jes. Loller, M., lollers. Lommerig, lommeriger, lommerigst. Lomp, V., lompen. Lompje, O., -jes. Lomp, lomper, lompst. Lomperd, M., lomperds. Long, V., longen. Longetje, O., -jes. Lonk, M., lonken. Lonkje, O., -jes. Lonker, M., lonkers. Lont, V., lonten. Lontje, O., -jes. Loodje, O., -jes. Looding, V., loodingen. Loodsje, O., -jes. Looging, V., loogingen. Looier, M., looiers. Loom, loomer, loomst. Loop, M., loopen. Loopje, O., -jes. Looper, M., loopers. Loos (ledig), looze. Loot, V., loten. Lootje, O., -jes. ), O., -jes. Loozing, V., loozingen. Lor, V., lorren. Lorretje, O., -jes. Lord, M., lords. Lording, V., lordings. Lorgnon, O., lorgnons. Lorrig, lorriger, lorrigst. Los (lynx), M., lossen. Los, losser. Losbak, M., -bakken. Losdag, M., -dagen. Losgeld, O., -gelden. Loshangen, hing los, heeft losgehangen. Losser, M., lossers. Lossing, V., lossingen. O., loten. Lotje en lootje, O., lootjes. Lootje, O., -jes. Lotbus, V., -bussen. Loteling, M., lotelingen. Lotgenoot, M., -genooten. Loting, V., lotingen. Lotto, O., lotto's. Louw, V., louwen. Louwtje, O., -jes. Lubbing, V., lubbingen. Lubmes, O., -messen. Lucht, V., luchten. Luchtje, O., -jes. Luchter, M., luchters. Luiaard, M., luiaards. Luid, luider, luidst. Luier, V., luiers. Luifel, V., luifels. Luifeltje, O., -jes. Luikje, O., -jes. Luimpje, O., -jes. Luimig, luimiger, luimigst. Luiperd, M., luiperds. Luis, V., luizen. Luisje, O., -jes. Luit, V., luiten. Luitenant, M., luitenants. Luiwagen, M., -wagens. Luiwammes, M., -wammesen. Luk, O. Lukje, O., -jes. Lulletje, O., -jes. Lumme, V., lummen. Lummel, M., lummels. Luns, V., lunzen. Lunsje, O., -jes. Lurf, V., lurven. Lus. Lust, M., lusten. Lustje, O., -jes. Lustig, lustiger, lustigst. Luurtje, O., -jes. Luw, luwer, luwst. Luwte, V., luwten. Lyceum, O., lycea. Lynx, M., lynxen. Lyriek, V. Lyrisch. Lyrisme, O. M M, V., m's. Ma. Maagje, O., -jes. Maaier, M., maaiers. Maantje, O., -jes. Maand, V., maanden. Maandje, O., -jes. Maart, M. Maartsch. Maasje, O., -jes. Maatje, O., -jes. Maatje, O., -jes. Maatstok, M., -stokken. Macadamweg, M., -wegen. Machinaal, machinale. Machine, V., machines. Machinist, M., machinisten. Macht, V., machten. Machthebber, M., -hebbers. Machtig, machtiger, machtigst. Machtiging, V., machtigingen. Made, V., maden. Madonna, V., madonna's. Maecenas, M., Maecenaten. Maestro, M., maestro's. Maf, maffer, mafst. Mafje, O., -jes. Magneet, M., magneten. Magnetiseur, M., magnetiseurs. Mail, V., mails. Mail-editie, V., -edities. Majolica, O. Majoor, M., majoors. Mak, makker, makst. Maker, M., makers. Makker, M., makkers. Mal (vorm), M., mallen. Malletje, O., -jes. Mal, maller, malst. Maleier, M., Maleiers. Maler, M., malers. Mallemolen, M., -molens. Malteezer, M., Malteezers. Mam, V., mammen. Mammetje, O., -jes. Mama en Ma, V., mama's en ma's. Mamaatje en maatje, O., -jes. Mammen, mamde, heeft gemamd. Mammon, M. Man, M., mannen en mans. Manchetje, O., -jes. Manco, O. Mand, V., manden. Mandje, O., -jes. Mandaat, O., mandaten. Mandarijn, M., mandarijnen. Mandarijntje, O., mandarijntjes. Mandataris, M., mandatarissen. Mandement, O., mandementen. Manden, mandde, heeft gemand. Mandoline, V., mandolines. Mandvol, V. (mv. Manege, V., maneges. Maner, M., maners. Mangeltje, O., -jes. Manifest, O., manifesten. Manilla, V., manilla's. Manille, V., manilles. Maning, V., maningen. Mank, manker, mankst. Mankement, O., mankementen. Mankementje, O., -jes. Mannin, V., manninnen. Manoeuvre, V., manoeuvres. Manshoed, M., -hoeden. Manslag, M., -slagen. Manteltje, O., -jes. Mantel (takel), M., mantels. Manteling, V., mantelingen. Mantille, V., mantilles. Manuscript, O., manuscripten. Marconist, M., marconisten. Marinier, M., mariniers. Maritiem, maritieme. Markeur, M., markeurs. Markies, M., markiezen. O., -aten. Markje, O., -jes. Markt, V., markten. Marling, V., marlingen. Marlreep, M., -reepen. Marltouw, O. Marmel, M., marmels. Marmer, O., marmers. Marmotje, O., -jes. Mars, V., marsen. Marsje, O., -jes. Marsch, M., marschen. Marsepein, V. en O., marsepeinen. Marsepeintje, O., -jes. Marskramer, M., -kramers. Masker, O., maskers. Maskertje, O., -jes. Massa, V., massa's. Massaal, massale. Masseur, M., masseurs. Masseuse, V., masseuses. Massief, massiever, massiefst. Mast, M., masten. Mastje, O., -jes. Masten, mastte, heeft gemast. Matje, O., -jes. Mat, matter, matst. Matador, M., matadors. Mateloos, -looze. Materie, V., materiën en materies. Mathesis, V. Matig, matiger, matigst. Matigen, matigde, heeft gematigd. Matiging, V. Matinée, V., matinée's. Matras, V., matrassen. Matrasje, O., -jes. Matres,V., matressen. Matresje, O., -jes. Matrone, V., matronen en matrones. Matroos, M., matrozen. Mattekeesje, O., -keesjes. Matter, M., matters. Mausoleum, O., mausolea. Maximaal, maximale. Mazurka, V., mazurka's. Mechanica, V. Mechaniek, V. en O. Mechanisch. Medaillon, O., medaillons. Medearbeiden, arbeidde mede, heeft medegearbeid. Medearbeider, M., -arbeiders. Medebewoner, M., -bewoners. Mededinger, M., -dingers. Medeëigenaar, M., -ëigenaars en -ëigenaren. Medeëigenares, V., -ëigenaressen. Medemensch, M., -menschen. Medereeder, M., -reeders. Medewerker, M., -werkers. Medicijn, V., medicijnen. Medicus, M., medici. Mediocriteit, V., mediocriteiten. Medium, O., mediums. Mee. Meeligger, M., meeliggers. Meelmolen, M., -molens. Meelworm, M., -wormen. Meelzak, M., -zakken. Meelzolder, M., -zolders. Meemaler, M., -malers. Meening, V., meeningen. Meeprater, M., -praters. Meepsch, meepscher, meest meepsch. Meertje, O., -jes. Meerring, M., -ringen. Mees, V., meezen. Meesje, O., -jes. Meet, V. (Van meet aan). Meetketting, M., -kettingen. Meetstok, M., -stokken. Meeuw, V., meeuwen. Meeuwtje, O., -jes. Meevat, O., -vaten. Meid, V., meiden. Meisje, O., -jes. Mejuffer, V., mejuffers. Mejuffertje, O., -jes. Mekka-ganger, M., -gangers. Mekken, mekte, heeft gemekt. Melder, M., melders. Melding, V., meldingen. Melig, meliger, meligst. Melker, M., melkers. Melkster, V., melksters. Melodie, V., melodieën. Melodieus, melodieuzer. Meloen, M., meloenen. Meloentje, O., -jes. Melter, M., melters. Memelig, memeliger, memeligst. Memorandum, O., -ums. Men. Menage, V., menages. Menagerie, V., menagerieën. Mengeling, V., mengelingen. Menger, M., mengers. Menging, V., mengingen. Menigte, V., menigten. Menist, M., Menisten. Menistje, O., -jes. Menner, M., menners. Mentor, M., Mentors. Menu, O., menu's. Menuet, V., menuetten. Menuetje, O., -jes. Mep, M., meppen. Mepje, O., -jes. Meridiaan, M., meridianen. Meridionaal, meridionale. Merk, O., merken. Merkje, O., -jes. Merker, M., merkers. Merrie, V., merries en merriën. Mes, O., messen. Mesje, O., -jes. Messenmandje, O., -jes. Mesten, mestte, heeft gemest. Mesties, M. en V., mestiezen. Mesting, V., mestingen. Mestkoe, V., -koeien. Mestvarken, O., -varkens. Mestwagen, M., -wagens. Metaphysica, V. Metaphysisch. Meteoor, M., meteoren. Meter (maat), M., meters. Methode, V., methoden en methodes. Methodist, M., methodisten. Meting, V., metingen. Metriek, V. Metriek, metrieke. Metronoom, M., metronomen. Metrum, O., metra. Meubel, O., meubelen en meubels. Meubeltje, O., -jes. Microscoop, M. en O., microscopen. Middag, M., middagen. Middagje, O., -jes. -jes. Middeltje, O., -jes. Middeltje, O., -jes. Middending, O., -dingen. Middenman, M., -mannen. Middenstof, V., -stoffen. Midwinter, M., -winters. Miertje, O., -jes. Mij. Mijltje, O., -jes. Mijmeraar, M., mijmeraars. Mijmerig, mijmeriger, mijmerigst. Mijn, mijne, mijn. Mijn, V., mijnen. Mijner, M., mijners. Mijtje, O., -jes. Mijtje, O., -jes. Mijtje, O., -jes. Mijter, M., mijters. Mikje, O., -jes. Mikje, O., -jes. Mild, milder, mildst. Milddadig, -dadiger, -dadigst. Milicien, M., miliciens. Militair, M., militairen. Milliard, O., milliarden. Millioen, O., millioenen. Millioentje, O., -jes. Milt, V., milten. Milter, M., milters. Min. Mineur, M., mineurs. Mingele, O., mingelen. Minimum, O., minima. Minister, M., ministers. Minnares, V., minnaressen. Minste, M. en V., minsten. Minteeken, O., -teekens. Minuutje, O., -jes. Minuutje, O., -jes. Mirre en Myrrhe, V. Mirt, M., mirten. Mis en Misse, V., missen. Misbakje, O., -jes. Misboek, O., -boeken. Misdadig, -dadiger, -dadigst. Misdadiger, M., -dadigers. Misère, V., misères. Misgewas, O., gewassen. Miskelk, M., -kelken. Miskenning, V., -kenningen. Mismas, M., mismassen. Mismasje, O., -jes. Mispas, M., -passen. Mispasje, O., -jes. Mispeltje, O., -jes. Mispunt, O., -punten. Mispuntje, O., -jes. Missen, miste, heeft gemist. Missie, V., missiën. Missionaris, M., missionarissen. Missive, V., missiven en missives. Mist (damp), M., misten. Misthoorn, M., -hoorns. Mistig, mistiger, mistigst. Misvatting, V., -vattingen. Misvorming, V., -vormingen. Miswas, O., -wassen. Mitrailleur, M., mitrailleurs. Mitrailleur-afdeeling, V., -afdeelingen. Mitrailleuse, V., mitrailleuses. Mits. Mixtuur, V., mixturen. Mobiel, mobieler, mobielst. Modden, modde, heeft gemod. Modderig, modderiger, modderigst. Mode, V., modes. Moderato, O., moderato's. Modern, moderner, modernst. Modieus, modieuzer, modieust. Modiste, V., modisten. Modulus, M. Moe. Moed, M. Moede en Moe, moeder, meest moede. Moedig, moediger, moedigst. Moeite, V., moeiten. Moertje, O., -jes. Moeras, O., moerassen. Moerasje, O., -jes. Moerassig, moerassiger, moerassigst. Moerig, moeriger, moerigst. Moesjesdoos, V. Moesson, M., moessons. Moet, V., moeten. Moetje, O., -jes. Mofje, O., -jes. Mofje, O., -jes. Moffel (oven), M., moffels. Moffel (mof, mouw), V., moffels. Moffeltje, O., -jes. Moffin, V., Moffinnen. Mogen, mag, mogen, mocht. Mohammedaan, M., Mohammedanen. Moker, M., mokers. Mokka-kopje, O., -kopjes. Mokkel, M. en V., mokkels. Mokkeltje, O., -jes. Molletje, O., -jes. Molecule, V. (ook O. ), moleculen. Molen (ook Meulen), M., molens (meulens). Molferd, M., molferds. Molik, M., moliken. Mollig, molliger, molligst. Molos, M., molossen. Moment, O., momenten. Momentje, O., -jes. Mommer, M., mommers. Monarch, M., monarchen. Monarchie, V., monarchieën. Mond, M., monden. Mondje, O., -jes. ), V. Mondeling. Mondstuk, O., -stukken. Monoloog, M., monologen. Monomanie, V., monomanieën. Monstrueus, monstrueuzer, monstrueust. Monter, monterder, monterst. Montuur, V., monturen. Monument, O., monumenten. Monumentje, O., -jes. Mooi, mooier, mooist. Moortje, O., -jes. Moor (stof), O., moren. Moord, M., moorden. Moot, V., mooten. Mootje, O., -jes. Mop (hond), M., moppen. Mopje, O., -jes. Mopper, M., moppers. Mops, M., mopsen. Mopsje, O., -jes. Moreel, moreele. Moreene, V., moreenen. Moriaan, M., Morianen. Moriaantje, O., -jes. Morille, V., morilles. Mormel, O., mormels. Mors, V., morsen. Morsig, morsiger, morsigst. Mortier, M., mortieren. Morzel, M., morzelen en morzels. Morzeltje, O., -jes. Mos, O., mossen. Mosch. Moskee, V., moskeeën. Mossel, V., mosselen en mossels. Mosseltje, O., -jes. Mosselwagen, M., -wagens. Mossig. Motje, O., -jes. Motief, O., motieven. Motor, M., motors. Motorjongen, M., -jongens. Motorwagen, M., -wagens. Mottig, mottiger, mottigst. Motto, O., motto's. Moustache, V., moustaches. Mout, O. Mouteest, M., -eesten. Mouter, M., mouters. Mouwtje, O., -jes. Mozaïek, O. Mozaïsch. Mud, V. en O., mudden. Mudje, O., -jes. Mudde, V., mudden. Mudszak, M., -zakken. Muf, muffer, mufst. Muffen, mufte, heeft gemuft. Muffig, muffiger, muffigst. Mugje, O., -jes. Muiltje, O., -jes. Muis, V., muizen. Muisje, O., -jes. Muisstil, -stille. Muit en Muite, V., muiten. Muiter, M., muiters. Muizing, V., muizings. Mul, V. Mul, muller, mulst. Mulat, M., mulatten. Mullig, mulliger, mulligst. Mummie, V., mummiën en mummies. Munitie, V. Munnik. Muntje, O., -jes. Munter, M., munters. Munting, V., muntingen. Muntspecie, V., -speciën. Murf, V., murven. Murmureerder, M., murmureerders. Murw, murwer, murwst. Musch en Mosch, V., musschen en mosschen. Muscusgeur, M. Museum, O., museums, musea en museën. Musicus, M., musici. Musket, O., musketten. Musketje, O., -jes. Musketier, M., musketiers. Musketkogel, M., -kogels. Mutatie, V., mutatiën en mutaties. Muts, V., mutsen. Mutsje, O., -jes. Mutsaard en Mutserd, M., mutsaards en mutserds. Mutsebol, M., -bollen. Mutsje (maat), O., -jes. Muur, M., muren. Muurtje, O., -jes. Muze, V., Muzen. Muzelman, M., Muzelmannen. Myoop. Myopie, V. Myriade, V., myriaden. Myriagram, O., myriagrammen. Myriameter, M., myriameters. Myrrhe. Mysterie, O., mysteriën en mysteries. Mystificatie, V., mystificatiën en mystificaties. Mythe, V., mythen. Mythisch. N N, V., n's. Na. Na, nader, naast. Naad, M., naden. Naadje, O., -jes. Naaf, V., naven. Naaimeisje, O., -jes. Naaister, V., naaisters. Naaizak, M., -zakken. Naaldje, O., -jes. Naampje, O., -jes. Naäper, M., -äpers. Naäping, V., -äpingen. Naarstig, naarstiger, naarstigst. Naaste, M. en V., naasten. Naasting, V., naastingen. Nabauwer, M., -bauwers. Nabootser, M., -bootsers. Nabootsing, V., -bootsingen. Nachtje, O., -jes. Nadag, M., -dagen. Nadeel, O., -deelen. Nadoener, M., -doeners. Nageltje, O., -jes. Nagezang, O., -gezangen. Naïef, naïever, naïefst. Naïveteit, V., naïveteiten. Najager, M., -jagers. Namis, V., -missen. Naneef, M., -neven. Nap, M., nappen. Napje, O., -jes. Napok, V., -pokken. Napokje, O., -jes. Nar, M., narren. Narcis, V., narcissen. Narcisje, O., -jes. Narcose, V. Narcotisch. Narrig, narriger, narrigst. Nasaal, nasale. Naslag, M., -slagen. Nasnede, V., -sneden. Nasopje, O., -jes. Nastuk, O., -stukken. Nat, natter, natst. Natheid, V. Natie, V., natiën en naties. Nattig, nattiger, nattigst. Naveltje, O., -jes. Navolger, M., -volgers. Navolging, V., -volgingen. Navorscher, M., -vorschers. Nawee, O., -weeën. Nawinter, M., -winters. Nazaat, M., -zaten. Nazang, M., -zangen. Nazomer, M., -zomers. Nazorg, V., -zorgen. Neb en Nebbe, V., nebben. Nederig, nederiger, nederigst. Neef, M., neven. Neefje, O., -jes. Neepje, O., -jes. Neer, V. Neer. Neetje, O., -jes. Neetje, O., -jes. Neetoor, M. en V., -ooren. Neg en Negge, V., neggen. Negatie, V., negatiën en negaties. Negatief, negatieve. Neger, M., negers. Negerin, V., negerinnen. Negotiatie, V., negotiatiën en negotiaties. Negotie, V., negotiën en negoties. Nek, M., nekken. Nekje, O., -jes. Nekken, nekte, heeft genekt. Nemen, nam, namen, heeft genomen. Neoloog, M., neologen. Nerf, V. Nergens. Nering, V., neringen. Nerveus, nerveuzer, nerveust. Nervositeit, V. Nes, V., nessen. Nest, O., nesten. Nestje, O., -jes. Nestig, nestiger, nestigst. Nestkuiken, O., -kuikens. ), V. Net, O., netten. Netje, O., -jes. Net (netschrift), O. Neurose, V. Neus, M., neuzen. Neusje, O., -jes. Neusklank, M., -klanken. Neut, V., neuten. Nevel, M., nevels en nevelen. Neveltje, O., -jes. Nicht, V., nichten. Nichtje, O., -jes. Nier, V., nieren. Niertje, O., -jes. Nietje, O., -jes. Nietig, nietiger, nietigst. Nieuw, nieuwer, nieuwst. ), -wetscher, meest -wetsch. Nieuwtje, O., -jes. Nihilisme, O. Nihilist, M., nihilisten. Nihiliste, V., nihilisten. Nijd, M. Nijdas, M., nijdassen. Nijdig, nijdiger, nijdigst. Nijper, M., nijpers. Nikker, M., nikkers. Nimf, V., nimfen. Nimfje, O., -jes. Nisje, O., -jes. Niveau, O., niveau's. Nobel, M., nobels en nobelen. Nobel, nobeler, nobelst. Nocturne, V., nocturnes. Noembaar, -bare. Noemen, noemde, heeft genoemd. Noemer, M., noemers. Noest, noester. Noga, V. Nogal. Nok (snik), M., nokken. Nokje, O., -jes. ), V., nokken. Nokje, O., -jes. Nokken, nokte, heeft genokt. Nominaal, nominale. Nommer en Nummer, O., nommers en nummers. Nommering, V., nommeringen. Non, V., nonnen. Nonactief, nonactieve. Nonsens, M. Nonsensicaal, -cale. Nonvaleur, M., nonvaleurs. Nood, M., nooden. Noodhaven, V., -havens. Noodig, noodiger, noodigst. Noodigen, noodigde, heeft genoodigd. Noodiger, M., noodigers. Noodiging, V., noodigingen. Noodrem, V., -remmen. Noodsein, O., -seinen. Noor, M., Noren. Noorsch, O. Noorweegsch. Nootje, O., -jes. Nootje, O., -jes. Nop, V., noppen. Nopje, O., -jes. Nopper, M., noppers. Noppig, noppiger, noppigst. Norbertijn, M., Norbertijnen. Normaal, normale. Nota, V., nota's. Notariaat, O., notariaten. Notarieel, notarieele. Notaris, M., notarissen. Noteering, V., noteeringen. Notificatie, V., notificatiën en notificaties. Notitie, V., notitiën en notities. Notweg, M., -wegen. Novelle, V., novellen. November, M. Novene, V., novenen. Novice, M. en V., novices. Noviciaat, O. Nu. Nuance, V., nuances en nuancen. Nufje, O., -jes. Nuffig, nuffiger, nuffigst. Nukje, O., -jes. Nukkig, nukkiger, nukkigst. Nulletje, O., -jes. Nulliteit, V., nulliteiten. Nummer, Nummeren, enz. Zie Nommer, Nommeren enz. Nurk, M., nurken. Nut, O. Nut, nutter, nutst. Nuttig, nuttiger, nuttigst. Ootje, O., -jes. Oase, V., oasen. Object, O., objecten. Objectie, V., objectiën en objecties. Obscoen en Obsceen, obscene. Obscoeniteit, V., -teiten. Obscurantisme, O. Obscuur, obscure. Observatie, V., observatiën en observaties. Observator, M., observatoren. Observatorium, O., observatoriums en observatoria. Oceaan, M., oceanen. Och. Octaaf, V. en O., octaven. Octaafje, O., -jes. Octant, V., octanten. Oculist, M., oculisten. Ode, V., oden. Odeurtje, O., -jes. Oeconomisch, ook Economisch. Oeconoom, M., oeconomen; ook Econoom. Oefenaar, M., oefenaars en oefenaren. Oefenen, oefende, heeft geoefend. Oefening, V., oefeningen. Oefeningetje, O., -jes. Oeken, oekte, heeft geoekt. Oerig, oeriger, oerigst. Oeros, M., oerossen. Oest, Oestig, enz. Zie Noest, enz. Of. Offensief, offensiever, offensiefst. Offer, O., offers en offeren. Offertje, O., -jes. Offeraar, M., offeraren en offeraars. Offeren, offerde, heeft geofferd. Offergeld, O. Offering, V., offeringen. Offermes, O., -messen. Offerte, V., offertes en offerten. Officiant, M., officianten. Officie, O., officiën en officies. Officieel, officieele. Officier, M., officieren en officiers. Officiertje, O., -jes. Officieus, officieuze. Officinaal, officinale. Ogivaal, ogivale. Oksaal, O., oksalen. Oksel, M., oksels en okselen. Okseltje, O., -jes. Okshoofd, O., okshoofden. Oleander, M., oleanders. Olie, V., oliën. Olietje, O., -jes. Oliedom, -domme. Olifantje, O., -jes. Olmpje, O., -jes. Olympus, M. Om. Ombertje, O., -jes. Omberaar, M., omberaars. Omdamming, V., -dammingen. Omdeeler, M., -deelers. Omdoling, V., -dolingen. Omega, V., omega's. Omeletje, O., -jes. Omgang, M., -gangen. Omissie, V., omissiën en omissies. Omkading, V., -kadingen. Omkorsting, V., -korstingen. Ommekant, M., -kanten. Ommekomst, V. (Na - van). Ommogen, mag om, mogen om, mocht om. Ommuring, V., -muringen. Omnibusje, O., -jes. Omoog, O., -oogen. Omoogje, O., -jes. Omringing, V., -ringingen. Omrit, M., -ritten. Omritje, O., -jes. Omroeper, M., -roepers. Omschansing, V., -schansingen. Omsingeling, V., -singelingen. ), M., -slagen. Omtocht, M., -tochten. Omtuining, V., -tuiningen. Omweg, M., -wegen. Omwegje, O., -jes. Omzien, O. Zie Ommezien. V., -heden. Onbesuisd, onbesuisder, onbesuisdst. Onbezet, onbezette. Ondernemer, M., -nemers. Onderpastoor, M., onderpastoors. Ondeugdje, O., -jes. Ondeugend, ondeugender, ondeugendst. Ondienst, M., ondiensten. Onding, O., ondingen. Onduline, V., ondulines. Oneenig, oneeniger, oneenigst. Oneffen, oneffener, oneffenst. Onereus, onereuzer, onereust. Onfrisch, onfrisscher. Ongaar, ongare. Ongeknot, ongeknotte. Ongel, V. Ongelaagd. Ongeld, O., ongelden. Ongelig, ongeliger, ongeligst. Ongemak, O., ongemakken. Ongepast, ongepaster. Ongeplet, ongeplette. Ongerust, ongeruster. Ongewit, ongewitte. Ongodist, M., ongodisten. Onheil, O., onheilen. Onheiltje, O., -jes. Onheusch, onheuscher, meest onheusch. Onjuist, onjuister. Onnoodig, onnoodiger, onnoodigst. Onrein, onreiner, onreinst. Onrust, V., onrusten. Onrustig, onrustiger, onrustigst. Ons, onze, ons. Onsje, O., -jes. Onstuimig, onstuimiger, onstuimigst. Ontaard, ontaarder, ontaardst. Ontbieder, M., ontbieders. Ontbieding, V., ontbiedingen. Ontbijt, O., ontbijten. Ontbijtje, O., -jes. Ontdekker, M., ontdekkers. Ontduiking, V., ontduikingen. Onteering, V., onteeringen. Onterving, V., ontervingen. Ontfutseling, V., ontfutselingen. Ontgaan, ontgaat, ontging, is ontgaan. Ontginner, M., ontginners. Ontginning, V., ontginningen. Ontgroening, V., ontgroeningen. Onthalzing, V., onthalzingen. Onthanden, onthandde, heeft onthand. Ontheffing, V., ontheffingen. Ontheiligen, ontheiligde, heeft ontheiligd. Ontheiliger, M., ontheiligers. Onthollen, ontholde, is onthold. Onthoofden, onthoofdde, heeft onthoofd. Onthoofding, V., onthoofdingen. Onthulling, V., onthullingen. Onthutsen, onthutste, heeft en is onthutst. Ontijd, M., ontijden. Ontkaping, V., ontkapingen. Ontkenner, M., ontkenners. Ontknooping, V., ontknoopingen. Ontkoming, V., ontkomingen. Ontlader, M., ontladers. Ontlading, V., ontladingen. Ontleder, M., ontleders. Ontlediging, V., ontledigingen. Ontleding, V., ontledingen. Ontleening, V., ontleeningen. Ontlijving, V., ontlijvingen. Ontlokken, ontlokte, heeft ontlokt. Ontmannen, ontmande, heeft ontmand. Ontmaskering, V., ontmaskeringen. Ontmast. Ontmasten, ontmastte, heeft ontmast. Ontmoeting, V., ontmoetingen. Ontmunten, ontmuntte, heeft ontmunt. Ontpakking, V., ontpakkingen. Ontploffing, V., ontploffingen. Ontscheping, V., ontschepingen. Ontsiering, V., ontsieringen. Ontsnoepen, ontsnoepte, heeft ontsnoept. Ontsporing, V., ontsporingen. Ontstichten, ontstichtte, heeft ontsticht. Ontstrikken, ontstrikte, heeft ontstrikt. Onttroning, V., onttroningen. Onttuien, onttuide, heeft onttuid. Onttuigen, onttuigde, heeft onttuigd. Ontuchtig, ontuchtiger, ontuchtigst. Ontvangen, ontving, heeft ontvangen. Ontvelling, V., ontvellingen. Ontvreemding, V., ontvreemdingen. Ontweldiger, M., ontweldigers. Ontwerpje, O., -jes. Ontwerper, M., ontwerpers. Ontwolken, ontwolkte, heeft ontwolkt. Ontzakken, ontzakte, is ontzakt. Ontzien, ontzag, ontzagen, heeft ontzien. Onvast, onvaster. Onvrij, onvrijer. Oog, O., oogen. Oogje, O., -jes. Oogappel, M., -appels. Oogarts, M., -artsen. Oogelijn, O., oogelijns. Oogen, oogde, heeft geoogd. Oogst, M., oogsten. Oogster, M., oogsters. Oogsting, V., oogstingen. Oogwenk, M., -wenken. Ooi, V., ooien. Ooitje, O., -jes. Ooit. Ook. Oompje, O., -jes. Oonen, oonde, heeft geoond. Oor, O., ooren. Oortje, O., -jes. Oorhanger, M., -hangers. Oorkussen, O., -kussens. Oorlam, O., oorlammen. Oorsprong, M., oorsprongen. Oortje, O., -jes. Oorveeg, M., -vegen. Oorveegje, O., -jes. Oorvijg, V., -vijgen. Oorvijgje, O., -jes. Oorworm, M., -wormen. Op. Opbouwer, M., -bouwers. Opbreker, M., -brekers. Opcent, M., -centen. Opdoemen, doemde op, is opgedoemd. Opdwingen, dwong op, heeft opgedwongen. Open, opener, openst. Opening, V., openingen. Opera, V., opera's. Operette, V., operettes. Opfokker, M., -fokkers. Opgang, M., -gangen. Opgever, M., -gevers. Ophaler, M., -halers. Ophicleïde, V., ophicleïdes. Ophitser, M., -hitsers. Ophitsing, V., -hitsingen. Opkamer, V., -kamers. Opkisting, V., -kistingen. Opkomer, M., -komers. ), M., -loopen. Oplossing, V., -lossingen. Opmerker, M., -merkers. Opmeting, V., -metingen. Opnaaisel, O., -naaisels. Opnemer, M., -nemers. Opneming, V., -nemingen. Opnoeming, V., -noemingen. Oppertje, O., -jes. Opponent, M., opponenten. Oppositie, V., oppositiën en opposities. Oprichter, M., -richters. Oprit, M., -ritten. Opritsing, V., -ritsingen. Oproeper, M., -roepers. Opsomming, V., -sommingen. Opsteker, M., -stekers. Opstoking, V., -stokingen. Opstooter, M., -stooters. Opstuwer, M., -stuwers. Optatief, M., optatieven. Optica, V. Opticien, M., opticiens. Optimisme, O. Optimist, M., optimisten. Optooiing, V., -tooiingen. Optuiger, M., -tuigers. Opvatting, V., -vattingen. Opvoeder, M., -voeders. Opvoeding, V., -voedingen. Opvolger, M., -volgers. Opvulsel, O., -vulsels. Opwekking, V., -wekkingen. Opzoeking, V., -zoekingen. Oratie, V., oratiën en oraties. Oratorium, O., oratoriums en oratoria. Orchidee, V., orchideeën. Orde, V., orden. Ordening, V., ordeningen. Ordinaat, V., ordinaten. Ordinaris, V., ordinarissen. Ordonnans, M., ordonnansen. Ordonnantie, V., ordonnantiën en ordonnanties. Ordonnateur, M., ordonnateuren en ordonnateurs. Orgaan, O., organen. Organiek, organieke. Organisatie, V., organisatiën en organisaties. Organisme, O., organismen. Orgeltje, O., -jes. Orgeltoon, M., -tonen. Origineel, O., origineelen. Orkaan, M., orkanen. Orkest, O., orkesten. Orkestdirecteur, M., -directeurs. Orthodoxe, M. en V., orthodoxen. Os, M., ossen. Osje, O., -jes. Oscillatie, V., oscillatiën en oscillaties. Ossenoog, O., -oogen. Ossetand, M., -tanden. Otter, M., otters. Ottertje, O., -jes. Oude, M. en V., ouden. Oudje, O., -jes. Ouderling, M., ouderlingen. Oudgast, M., -gasten. Oudje, O., oudjes. Oudoom, M., -ooms. Oudvader, M., -vaders. Ouwel, M., ouwels. Ouweltje, O., -jes. Ovaal, ovale. Ovatie, V., ovatiën en ovaties. Oven, M., ovens. Oventje, O., -jes. Ovenist, M., ovenisten. ), M., overs. Overbrieven, briefde over, heeft overgebriefd. Overbriever, M., -brievers. Overdik, -dikke. Overdrager, M., -dragers. ), -drukke. Overheet, -heete. Oxydatie, V., oxydatiën en oxydaties. Paander, V., paanders. Paap, M., papen. Paapsche, M. en V., paapschen. Paartje, O., -jes. Paars, paarser, paarst. Pacha en Pasja, M., pacha's en pasja's. Pachter, M., pachters. Pachting, V., pachtingen. Pacificatie, V., pacificatiën. Pacifiek, pacifieker, pacifiekst. Pad (weg), O., paden. Paadje, O., -jes. Paedagoog, M., paedagogen. Paf, M., paffen. Paf, paffer, pafst. Paffen, pafte, heeft gepaft. Pafferig, pafferiger, pafferigst. Pagadetje, O., -jes. Pagina, V., pagina's. Pair, M., pairs. Pakje, O., -jes. Pakkage, V., pakkages. Pakker, M., pakkers. Pakket, O., pakketten. Pakketje, O., -jes. Pal, M., pallen. Paletot, V., paletots. Paljas, M., paljassen. Palster, M., palsters. Pamfletje, O., -jes. Pan, V., pannen. Pannetje, O., -jes. Panacee, V. Panache, V., panaches. Pandje, O., -jes. Pandje, O., -jes. Pander, M., panders. Pandoer, M., pandoeren. Panje, V., panjes. Panopticum, O., panopticums. Panorama, O., panorama's. Panser, ook Pantser, O., pansers en pantsers. Panter, M., panters. Pantheïsme, O. Pantheïst, M., pantheïsten. Pantomime, V., pantomimen en pantomimes. Pantomimisch. Pantomimist, M., pantomimisten. Papje, O., -jes. Papa en Pa, M., papa's en pa's. Papaatje en paatje, O., -jes. Papaver, V., papavers. Paplepel, M., -lepels. Pappen, papte, heeft gepapt. Pappig, pappiger, pappigst. Pappot, M., -potten. Papyrus, M., papyrussen. Parachute, V., parachutes. Paradox, V., paradoxen. Paranimf, M., paranimfen. Paraphrase, V., paraphrasen. Parasol, V., parasols. Parasolletje, O., -jes. Pardel, M., pardels. Pardoen, V., pardoens. Parfum, O., parfums. Pari, O. Paria, M. en V., paria's. Parijsch, Parijsche. Parmantig, parmantiger, parmantigst. Parochie, V., parochiën. Parodie, V., parodieën. Parool, O., parolen. Partje, O., -jes. Partje, O., -jes. Parterre, O. Participant, M., participanten. Partieel, partieele. Partijtje, O., -jes. Partuur, O. Paruik. Parvenu, M., parvenu's. Pasje, O., -jes. Pasgeld, O. Pasja. Passaat, M., passaten. Passage, V., passages. Passagier, M., passagiers. Passant, M., passanten. Passement, O., passementen. Passementje, O., -jes. Passen, paste, heeft gepast. Passe-partout, M., passe-partouts. Passer, M., passers. Passertje, O., -jes. Pastei, V., pasteien. Pasteitje, O., -jes. Pastille, V., pastilles. Patas, V., patassen. Pater, M., paters. Paternoster, O., paternosters. Patiëntje, O., -jes. Patriciër, M., patriciërs. Patriotisme, O. Patriottisch. Pats, V. Pauk, V., pauken. Pauperisme, O. Paus, M., pausen. Paus, V. Zie Pauze. Pauwtje, O., -jes. Pauze en Paus, V., pauzen. Paviljoen, O., paviljoenen. Paviljoentje, O., -jes. Pedant, M., pedanten. Pedantje, O., -jes. Pedant, pedanter, pedantst. Peen, V., penen. Peentje, O., -jes. Peengras, O. Peertje, O., -jes. Pees, V., pezen. Peesje, O., -jes. Peet, M. en V., peten. Peetje, O., -jes. Peetoom, M., -ooms. Pegel, M., pegels. Pegeltje, O., -jes. Peil, O., peilen. Peiltje, O., -jes. Peiler, M., peilers. Peiling, V., peilingen. Peilstok, M., -stokken. Pekkrans, M., -kransen. Pekton, V., -tonnen. Pel, V., pellen. Pelerine, V., pelerines. Pelgrim, M., pelgrims. Pelgrimage, V., pelgrimages. Pellen, O., pellens. Peloton, O., pelotons. Pelsje, O., -jes. Pelsmuts, V., -mutsen. Pennetje, O., -jes. Pennetje, O., -jes. Penant, O., penanten. Pendant, O., pendanten. Pendule, V., pendules. Penner, M., penners. Penning, M., penningen. Pens, V., pensen. Pensje, O., -jes. Penseel, O., penseelen. Penseeltje, O., -jes. Pensioen, O., pensioenen. Pensioentje, O., -jes. Pensioenfonds, O., -fondsen. Pensioenkas, V., -kassen. Pensionaat, O., pensionaten. Pensionaris, M., pensionarissen. Pensionnaire, M. en V., pensionnaires. Perfect, perfecter, perfectst. Periode, V., perioden. Periphrase, V., periphrasen. Perk, O., perken. Perkje, O., -jes. Perron, O., perrons. Pers, V., persen. Persje, O., -jes. Perser, M., persers. Persing, V., persingen. Personage, V. en O., personages. Persoon, M. en V., personen. Persoontje, O., -jes. Persrevisie, V., -revisies. Perzikje, O., -jes. Pessimisme, O. Pessimist, M., pessimisten. Pest, V., pesten. Pet, V., petten. Petje, O., -jes. Peter, M., peters. Peueraar, M., peueraars. Peultje, O., -jes. Peuter (persoon), M., peuters. Peuteraar, M., peuteraars. Peuzel, V., peuzels. Peuzeltje; O., -jes. Pezerik, M., pezeriken. Phaëton, M., phaëtons. Phalanx, V., phalanxen. Phantasie, V., phantasieën. Phantast, M., phantasten. Philosoof, M., philosofen. Philosophie, V. Philosophisch. Phrase, V., phrasen en phrases. Physionomie, V., physionomieën. Physisch. Pianino, V., pianino's. Pianist, M., pianisten. Piano, V., piano's. Piano, bijw. Piano-forte, V., piano-fortes. Pianoles, V., -lessen. Pias, M., piassen. Piasje, O., -jes. Piasserig, piasseriger, piasserigst. Piaster, M., piasters. Piek, V., pieken. Piekje, O., -jes. Pieperig, pieperiger, pieperigst. Pier, V., pieren. Piertje, O., -jes. Piet, M., pieten. Pieus, pieuzer, pieust. Pijtje, O., -jes. Pijjekker, M. pijjekkers. Pijl, M., pijlen. Pijltje, O., -jes. Pijler, M., pijlers. Pijp V., pijpen. Pijpje, O., -jes. Pijper, M., pijpers. Pikeur, M., pikeurs. Pikol, O., pikols. Pil, V., pillen. Pilletje, O., -jes. Piment, O. Pimpel, M., pimpels. Pimpeltje, O., -jes. Pimpelaar, M., pimpelaars. Pinnetje, O., -jes. Pinas, V., pinassen. Pince-nez, M., pince-nez's. Pincet, O., pincetten. Pincetje, O., -jes. Pinkje, O., -jes. Pinkje, O., -jes. Pinkje, O., -jes. Pinker, M., pinkers. Pint, V., pinten. Pintje, O., -jes. Pinter, V., pinters. Pioen (roos), V., pioenen. Pionier, M., pioniers. Piot, M., piotten. Pip, V. Pipet, V., pipetten. Pipetje, O., -jes. Pippeling, M., pippelingen. Pipsch, pipscher, meest pipsch. Pis, V. Pisang, V., pisangs. Pisbak, M., -bakken. Pispot, M., -potten. Pissebedje, O., -jes. Pistache, V., pistaches. Piston, M., pistons. Pistooltje, O., -jes. Pitje, O. -jes. Pitje, O., -jes. Pittig, pittiger, pittigst. Plaats, V., plaatsen. Plafond, O., plafonds. Plag en Plagge, V., plaggen. Plager, M., plagers. Plagiaris, M., plagiarissen. Plaid, V., plaids. Plak, V., plakken. Plakje, O., -jes. Plakker, M., plakkers. Plamuur, O. Plamuursel, O. Plan, O., plannen en plans. Plant, V., planten. Plantje, O., -jes. Plantage, V., plantages. Planter, M., planters. Planting, V., plantingen. Plantsoen, O., plantsoenen. Plas, M., plassen. Plasje, O., -jes. Plasregen, M., -regens. Plastron, O., plastrons. Platje, O., -jes. V., -sponsen. Plating, V., platingen. Platje, O., -jes. ), V., plattings. Plavei, V., plaveien. Plaveiing, V., plaveiingen. Plaveisel, O., plaveisels. Plavuis, V., plavuizen. Plebejer, M., plebejers. Plechtig, plechtiger, plechtigst. Plei, V., pleien. Plein, O., pleinen. Pleintje, O., -jes. Pleiter, M., pleiters. Plek, V., plekken. Plekje, O., -jes. Plemp, V., plempen. Plempje, O., -jes. Pleonasme, O., pleonasmen. Plethamer, M., -hamers. Pleti, V., pleti's. Ook Plee, V., plee's. Pletmolen, M., -molens. Plicht, M., plichten. Plintje, O., -jes. Ploegje, O., -jes. Ploeging, V., ploegingen. Ploegos, M., -ossen. Ploert, M., ploerten. Ploertig, ploertiger, ploertigst. Plof, M., ploffen. Plok, M., plokken. Plokje, O., -jes. Plombeersel, O., plombeersels. Plombière, V., plombières. Plomp, M., plompen. Plompje, O., -jes. Plomperd, M., plomperds. Plooiing, V., plooiingen. Plooisel, O., plooisels. Ploter, M., ploters. Plugje, O., -jes. Pluisje, O., -jes. Pluizer, M., pluizers. Plukker, M., plukkers. Pluksel, O., pluksels. O., -jes. Pocheltje, O., -jes. Pocher, M., pochers. Podding en Pudding, M., poddingen. Poddinkje, O., -jes. Poddingzak, M., -zakken. Poedel, M., poedels. Poedeltje, O., -jes. Poëet, M., poëten. Poëetje, O., -jes. Poeierig, poeieriger, poeierigst. Poel, M., poelen. Poeltje, O., -jes. Poelje, V., poeljes en poeljen. Poen, M., poenen. Poenig, poeniger, poenigst. Poenitent, M., poenitenten. Poep, M., poepen. Poepje, O., -jes. Poep (Mof), M., Poepen. Poes (kat), V., poesen. Poesje, O., -jes. Poester, M., poesters. Poëtisch. Poets, V., poetsen. Poetsje, O., -jes. Pof, M., poffen. Pofje, O., -jes. Poffen, pofte, heeft gepoft. Poffer, M., poffers. Poging, V., pogingen. Pok, V., pokken. Pokje, O., -jes. Pokhout, O. Pokkel. Pokken, pokte, heeft gepokt. Pol, M., pollen. Polak, M., Polakken. Polder, M., polders. Politicus, M., politici. Polka, V., polka's. Pollepel, M., -lepels. Pollevij, V., pollevijen. Pollevijtje, O., -jes. Polsing, V., polsingen. Polsstok, M., -stokken. Pomp, V., pompen. Pompje, O., -jes. Pomper, M., pompers. Pompoen, M., pompoenen. Pompstation, O., -stations. Pompstok, M., -stokken. Ponnetje, O., -jes. Pond, O., ponden. Pondje, O., -jes. Pontje, O., -jes. Ponto, V., ponto's. Ponton, V., pontons. Pony, M., pony's. Pooier, M., pooiers. Pook, M., poken. Pookje, O., -jes. Poortje, O., -jes. Poorter, M., poorters. Poos, V., poozen. Poosje, O., -jes. Poot (been), M., pooten. Pootje, O., -jes. Pootje, O., -jes. Pootig, pootiger, pootigst. Pop, V., poppen. Popel, M., popels. Popeling, V., popelingen. Popperig, popperiger, popperigst. Poppig, poppiger, poppigst. Poreus, poreuzer, poreust. Porie, V., poriën. Porte, V. Portefeuille, V., portefeuilles. Portie, V., porties en portiën. Portietje, O., -jes. Portret, O., portretten. Portretje, O., -jes. Portugees, M., Portugeezen. Pose, V., poses. Positie, V., positiën en posities. Positieve, V. Positivist, M., positivisten. Possessie, V., possessiën en possessies. Post (stijl), M., posten. Postje, O., -jes. Postje, O., -jes. Post (visch), V., posten. Postje, O., -jes. Postdag, M., -dagen. Postiljon, M., postiljons. Postmerk, O., -merken. Postuurtje, O., -jes. Postweg, M., -wegen. Postzak, M., -zakken. Pot, M., potten. Potje, O., -jes. Potage, V., potages. Poteling, M., potelingen. Poter (persoon), M., poters. Potig, potiger, potigst. Pots, V., potsen. Potsje, O., -jes. Potstuk, O., -stukken. Potten, potte, heeft gepot. Potter, M., potters. Potvisch, M., -visschen. Poularde, V., poulardes. Praat, M. Praatje, O., -jes. Prachtig, prachtiger, prachtigst. Praedicaat, O., praedicaten. Praefix, O., praefixen. Praeparaat, O., praeparaten. Praeparaatje, O., -jes. Praesens, O., praesentia. Praeses, M., praesides. Praler, M., pralers. Pram, V., prammen. Prammetje, O., -jes. Prang, V., prangen. Pranger, M., prangers. Prat, pratter, pratst. Prater, M., praters. Precies, preciezer. Prediker, M., predikers. Preek, V., preeken. Preekje, O., -jes. Preeker, M., preekers. Prefect, M., prefecten. Prei, V., preien. Preitje, O., -jes. Premie, V., premiën en premies. Prentje, O., -jes. Presbyteriaan, M., presbyterianen. Presenning, V., presennings. Present, O., presenten. Presentje, O., -jes. Pressant, pressanter, pressantst. Pressen, preste, heeft geprest. Presser, M., pressers. Presumtie, V., presumtiën en presumties. Pret, V. Pretje, O., -jes. Pretext, O., pretexten. Prettig, prettiger, prettigst. Preutsch, preutscher, meest preutsch. Prevelaar, M., prevelaars. Priëel, O., priëelen. Priëeltje, O., -jes. Priel, M., prielen. Priem, M., priemen. Priempje, O., -jes. Prijsje, O., -jes. Prik, M., prikken. Prikje, O., -jes. Prikkel, M., prikkels en prikkelen. (stof). Prikker, M., prikkers. Pril, priller, prilst. Primaat, M., primaten. Primair. Principe, O., principes. Principiëel, -ëele. Prins, M., prinsen. Prinsje, O., -jes. Prinsdom, O., prinsdommen. Prinsesje, O., -jes. Prior, M., priors. Priores, V., prioressen. Priorin, V., priorinnen. Priseering, V., priseeringen. Prisma, O., prisma's en prismata. Privaat, private. Proces, O., processen. Procesje, O., -jes. Procureur, M., procureurs. Product, O., producten. Proever, M., proevers. Profeet, M., profeten. Professie, V. Professor, M., professoren en professors. Profetes, V., profetessen. Profetie, V., profetieën. Profiel, O., profielen. Profijtje, O., -jes. Programma, O., programma's. Project, O., projecten. Projectie, V., projectiën en projecties. Promesse, V., promessen. Promotor, M., promotors en promotoren. Prompt, prompter, promptst. Pronk, M. Pronkje, O., -jes. Pronker, M., pronkers. Proost, M., proosten. Proostschap, O. Prop, V., proppen. Propje, O., -jes. Propaedeutisch. Propaedeutisch, O. Prorector, M., -rectoren. Prospectus, O., prospectussen. Protest, O., protesten. Protocol, O., protocollen. Protoplasma, O. Provincie, V., provinciën en provincies. Provisie, V., provisiën en provisies. Provisioneel, provisioneele. Provisor, M., provisors en provisoren. Prozaïst, M., prozaïsten. Pruiler, M., pruilers. Pruimpje, O., -jes. Pruimer, M., pruimers. Pruisen, O. Pruisisch. Prutser, M., prutsers. Prutter, M., prutters. Psalm, M., psalmen. Psalmpje, O., -jes. Psalter, O., psalters. Pseudoniem, O., pseudoniemen. Psychiater, M., psychiaters. Publicist, M., publicisten. Pufferig, pufferiger, pufferigst. Pui, V., puien. Puitje, O., -jes. Puist, V., puisten. Puistje, O., -jes. Puitje, O., -jes. Pul, V., pullen. Pulletje, O., -jes. Pulver, O. Pummel, M., pummels. Puntje, O., -jes. Puntje, O., -jes. Punten, puntte, heeft gepunt. Puntig, puntiger, puntigst. Puntkogel, M., -kogels. Pupil, M. en V., pupillen. Purgatie, V., purgaties en purgatiën. Purim, O. Purist, M., puristen. Put, M., putten. Putje, O., -jes. Puts, V., putsen. Putsen, putste, heeft geputst. Putten, putte, heeft geput. Putter, M., putters. ), V., puttings. Pyrrhonisme, O. Q Q, V., q's. Quadrant, O., quadranten. Quadrille, V., quadrilles. Quaestie, V., quaestiën en quaesties. Quaestieus, quaestieuze. Quaestor, M., quaestoren. Qualitatief, qualitatieve. Qualiteit, V., qualiteiten. Quantitatief, quantitatieve. Quiëtisme, O. Quiëtist, M. quiëtisten. Qui-pro-quo, O., qui-pro-quo's. Quitantie, V., quitantiën en quitanties. Ook Kwitantie, kwitanties. Quota, V., quota's. Quotiënt, O., quotiënten. R R, V., r's. Ra, V., raas. Raad, M., raden. Raadsel, O., raadselen en raadsels. Raadseltje, O., -jes. Raafje, O., -jes. Raagstok, M., -stokken. Raai, V., raaien. Raampje, O., -jes. Raapje, O., -jes. Rabat, O., rabatten. Rabatje, O., -jes. Rabbelaar, M., rabbelaars. Rabbi, M., rabbi's. Rabbijn, M., rabbijnen. Rad, radder, radst. Raffinadeur, M., raffinadeurs. Ragout, M., ragouts. Rail, V., rails. Rakje, O., -jes. Rakel, M., rakels. Rakeltje, O, -jes. Raketje, O., -jes. Rakker, M.. rakkers. Ram, rammen. Rammetje, O., -jes. Rammei, V., rammeien. Ramp, V., rampen. Ramskop, M., -koppen. Rancune, V., rancunes. Rand, M., randen. Randje, O., -jes. Rang, M., rangen. Rankje, O., -jes. Rank, ranker, rankst. Rans, ranser, ranst. Ranseltje, O., -jes. Ranseling, V., ranselingen. Rantsoentje, O., -jes. Raout, M., raouts. Rap, rapper, rapst. Rappig, rappiger, rappigst. Rapportje, O., -jes. Rapporteur, M., rapporteurs. Rarekiek, M., rarekieken. Rariteit, V., rariteiten. Rariteitje, O., -jes. ), rasser. ), rasscher, meest rasch. Rashond, M., -honden. Rasp, V., raspen. Raspje, O., -jes. Rasper, M., raspers. Ratje en rotje, O., -jes. Ratel, M., ratels. Rateltje, O., -jes. Ratificatie, V., ratificatiën en ratificaties. Ratijn, O., ratijnen. Rationeel, rationeeler, rationeelst. Rauw, rauwer, rauwst. Ravijn, O., ravijnen. Ravotter, M., ravotters. Rayon, O., rayons. Razer, M., razers. Reaal, M., realen. Reactie, V. Reactionnair, M., reactionnairen. Reagens, O., reagentia. Realisatie, V., realisatiën en realisaties. Realisme, O. Realist, M., realisten. Recensent, M., recensenten. Recensie, V., recensiën en recensies. Recent, recenter, recentst. Recepis, O., recepissen. Recept, O., recepten. Receptje, O., -jes. Receptie, V., receptiën en recepties. Rechercheur, M., rechercheurs. Recht, rechter, rechtst. Recht, O., rechten. Reclamant, M., reclamanten. Reclame, V., reclames. Recognitie, V., recognitiën en recognities. Recruut, M., recruten. Rectificatie, V. Rector, M., rectoren. Rectoraal, rectorale. Reçu, O., reçu's. Reçuutje, O., -jes. Redacteur, M., redacteuren en redacteurs. Redactie, V., redactiën en redacties. Redder, M., redders. Redderaar, M., redderaars. Redoute, V., redoutes. Redster, V., redsters. Reductie, V., reducties. Ree (dier), V., reeën. Reetje, O., -jes. Reebout, M., -bouten. Reede en Ree, V., reeden en reeën. Reede en Ree, reeder, reedst. Reeder, M., reeders. Reeding, V., reedingen. Reëel, reëele. Reef en Rif, O., reven. Reefje, O., -jes. Reeks, V., reeksen. Reeling, V., reelings. Reepje, O., -jes. Reepje, O., -jes. Reetje, O., -jes. Reeuwer, M., reeuwers. Reeuwster, V., reeuwsters. Referendaris, M., referendarissen. Referent, M., referenten. Referentie, V., referenties en referentiën. Reflector, M., reflectors. Reflexie, V., reflexies. Refugié, M., refugié's. Refuus, O., refuzen. Regeerder, M., regeerders. Regeering, V., regeeringen. Regeltje, O., -jes. Regelaar, M., regelaars. Regeling, V., regelingen. Regen, M., regens. Regent, M., regenten. Regentes, V., regentessen. Regie, V. Regime, O., regimes. Regisseur, M., regisseurs. Register, O., registers. Reglet, M., regletten. Rei (koor), M., reien. Reiger, M., reigers. Reigertje, O., -jes. Rein, reiner, reinst. Reiniging, V., reinigingen. Reis, V., reizen. Reisje, O., -jes. Reisgids, M., -gidsen. Reiskoffer, M., -koffers. Reispenning, M., -penningen. Reiziger, M., reizigers. Reizigster, V., reizigsters. Rekje, O., -jes. Rekel, M., rekels. Rekeltje, O., -jes. Rekenaar, M., rekenaars en rekenaren. Rekening, V., rekeningen. Rekest, enz. Zie Request, enz. Rekijzer, O., -ijzers. Rekke, V., rekken. Rekker, M., rekkers. Rekkerig, rekkeriger, rekkerigst. Rekking, V., rekkingen. Rekstok, M., -stokken. Relaasje, O., -jes. Relatie, V., relatiën en relaties. Reliëf, O., reliëfs. Religie, V., religiën en religies. Reliquie, V., reliquieën. Relletje, O., -jes. Rem, V., remmen. Remedie, V. en O., remedies en remediën. Remise, V., remises. Remketting, M., -kettingen. Remmer, M., remmers. Remontoir, O., remontoirs. Remplaçant, M., remplaçanten. Ren, M., rennen. Rente, V., renten. Rep, M. (In - en roer). Reparatie, V., reparatiën en reparaties. Repel, M., repels. Repeltje, O., -jes. Repelaar, M., repelaars. Repertoire, O., repertoires. Repetitor, M., repetitoren. Repliek, V., replieken. ), M. Reprimande, V., reprimandes. Reputatie, V., reputaties en reputatiën. Request, O., requesten. Requestje, O., -jes. Requiem, O., requiems. Requisitie, V., requisities en requisitiën. Requisitoir, O., requisitoiren. Rescript, O., rescripten. Reseda, V., reseda's. Reserve, V., reserves. ), M. Reservist, M., reservisten. Reservoir, O., reservoirs. Resident, M., residenten. Residu, O., residuen en residu's. Resolutie, V., resolutiën en resoluties. Resoluut, resoluter, resoluutst. Rest, V., resten. Restje, O., -jes. Restant, O., restanten. Restantje, O., -jes. Restaurant, O., restaurants. Restaurateur, M., restaurateurs. Resten, restte, is gerest. Resumé, O., resumé's. Resumtie, V., resumtiën en resumties. Reticule, V., reticules. Retirade, V., retirades. Retort, V., retorten. Retour (biljet), O., retours. ), O. Reu, M., reuen. Reutje, O., -jes. Reuk, M., reuken. Reukje, O., -jes. Reünie, V., reünies. Reus, M.; reuzen. Reuter, M., reuters. O., -werken. Revenu, O., revenuen. Revisie, V., revisies en revisiën. Revolver, V., revolvers. Revue, V., revuen en revues. Rhapsodie, V., rhapsodieën. Rhetor, M., rhetoren en rhetors. Rheumatiek, V. Rheumatisch. Rhythmus, M. Rib en Ribbe, V., ribben. Ribbeling, M., ribbelingen. M., -stooten. Richel, V., richels. Richeltje, O., -jes. Richter, M., richters en richteren. Richtig, richtiger, richtigst. Ridder, M., ridders. Riempje, O., -jes. Riemer, M., riemers. Riet, O., rieten. Rietje, O., -jes. Rifje, O., -jes. Rijtje, O., -jes. Rijder, M., rijders. Rijdster, V., rijdsters. Rijf, V., rijven. Rijfje, O., -jes. Rijk, O., rijken. Rijkje, O., -jes. Rijk, rijker, rijkst. Rijkdom, M., rijkdommen. Rijmpje, O., -jes. Rijpje, O., -jes. Rijp, rijper, rijpst. Rijs, O., rijzen. Rijsje, O., -jes. Rijsberm, M., -bermen. Rijsdam, M., -dammen. Rijzig, rijziger, rijzigst. Rijzing, V., rijzingen. Rilling, V., rillingen. Rimpel, M., rimpels. Rimpeltje, O., -jes. Rimpelig, rimpeliger, rimpeligst. Rimpeling, V. Ring, M., ringen. Ringetje, O., -jes. Ringen, ringde, heeft geringd. Ringvinger, M., -vingers. Rinkel, M., rinkels. Rinkeltje, O., -jes. Rinket, O., rinketten. Rinketje, O., -jes. Rinsch, rinscher, meest rinsch. Riool, O., riolen. Riooltje, O., -jes. Rioolstelsel, O., -stelsels. Rist, V., risten. Ristje, O., -jes. Risten, ristte, heeft gerist. Rit, M. en O., ritten. Ritje, O., -jes. Ritmeester, M., -meesters. Ritseling, V., ritselingen. Ritsig, ritsiger, ritsigst. Ritsijzer, O., -ijzers. Ritten, ritte, heeft gerit. Rob (dier), M., robben. Robbetje, O., -jes. Robbedoes, M. en V., robbedoezen. Robbertje, O., -jes. Rochel, V., rochels. Roebel, M., roebels. Roede en Roe, V., roeden. Roetje, O., -jes. Roef, V., roeven. Roefje, O., -jes. Roeier, M., roeiers. Roek, M., roeken. Roemer en Romer, roemers en romers. Roeper, M., roepers. Roeping, V., roepingen. Roer, M., (In rep en -). Roertje, O., -jes. Roertje, O., -jes. Roerig, roeriger, roerigst. Roes, M., roezen. Roesje, O., -jes. Roestig, roestiger, roestigst. Roetig, roetiger, roetigst. Roezemoezig, roezemoeziger, roezemoezigst. Roezig, roeziger, roezigst. Roffeltje, O., -jes. Roffeltje, O., -jes. Roffelaar, M., roffelaars. Rog (visch), M., roggen. Rokje, O., -jes. Rokken en Rok, O., rokkens en rokken. Rokszak en Rokzak, M., -zakken. Rol, M., (Aan den rol). Rol, V., rollen. Rolletje, O., -jes. Roller, M., rollers. Rolpens, V., -pensen. Rolstok, M., -stokken. Rolwagen, M., -wagens. Romance, V., romancen en romances. Romanesk, romanesker. Romanist, M., romanisten. Rommel, M., rommels. Rommeltje, O., -jes. Rommeling, V., rommelingen. Romp, M., rompen. Rompje, O., -jes. Rond, O., ronden. Rondje, O., -jes. Rondas, V., rondassen. Ronde, V., rondes. Rondeau, O., rondeau's. Rondedans, M., -dansen. Ronds, V., rondsen. Rondsje, O., -jes. Rondsel, O., rondsels. Rondte, V., rondten. Rong, V., rongen. Ronselaar, M., ronselaars. Rood, rooder, roodst. Roodborstje, O., -jes. Roodbros, -brosse. Roodheet, -heete. Roofje, O., -jes. Rooier, M., rooiers. Rooiing, V., rooiingen. Rookje, O., -jes. Rooker, M., rookers. Roosje, O., -jes. Rooster, M., roosters. Roosting, V., roostingen. Roover, M., roovers. Ros, O., rossen. Rosje, O., -jes. Ros, rosser, rost. Rosarium, O., rosariums. Rosbeier, M., -beiers. Roskam, M., -kammen. Roskammer, M., -kammers. Rossig, rossiger, rossigst. Rot, rotter, rotst. Rots, V., rotsen. Rotsig, rotsiger, rotsigst. Rotten, rotte, is gerot. Rottig, rottiger, rottigst. Rottinkje, O., -jes. Rouwig, rouwiger, rouwigst. Royalist, M., royalisten. Rozetje, O., -jes. Rozig, roziger, rozigst. Rozijntje, O., -jes. Rugtitel, M., -titels. Rui, M. Ruidig, ruidiger, ruidigst. Ruif, V., ruiven. Ruifje, O., -jes. Ruifel, V., ruifels. Ruig, ruiger, ruigst. Ruigte, V., ruigten. Ruiing, V., ruiingen. Ruiker, M., ruikers. Ruil, M., ruilen. Ruiltje, O., -jes. Ruiler, M. ruilers. Ruimer, M., ruimers. Ruiming, V., ruimingen. Ruin, M., ruinen. Ruintje, O., -jes. Ruïne, V., ruïnen en ruïnes. Ruit, V., ruiten. Ruitje, O., -jes. Ruiter, M., ruiters. Ruk, M., rukken. Rukje, O., -jes. Rukking, V., rukkingen. Rul, V., rullen. Rulletje, O., -jes. Rul, ruller, rulst. Rum, V. Rummetje, O., -jes. Rupsje, O., -jes. Rusch, M., russchen. Russisch, O. ), V., rusten. Rustig, rustiger, rustigst. S S, V., s's. Saai, O. en V., saaien. Saai, saaier, saaist. Saaiem, O., saaiems. Sabbat, M., sabbatten. Sabeltje, O., -jes. Sacristein, M., sacristeinen. Sadduceër, M., Sadduceërs en Sadduceën. Sage, V., sagen. Saks, M., Saksen. Saksen, O. Saksisch. Slaatje, O., -jes. Salaris, O., salarissen. Saldo, O., saldo's. Salet, O., saletten. Saletje, O., -jes. Saluut, O., saluten. Salvo, O., salvo's. Sammelaar, M., sammelaars. Sanatorium, O., sanatoria. Sanctie, V., sanctiën. Sanhedrin, O. Sanitair. Sanskrit, O. Sanskritist, M., sanskritisten. Sant, M., santen. Santje, O., -jes. Sappeur, M., sappeurs. Sappig, sappiger, sappigst. Sarabande, V., sarabandes. Saraceen, M., Saracenen. Sarcasme, O., sarcasmen. Sarcastisch, sarcastischer, meest sarcastisch. Sarong, V., sarongs. Sarrig, sarriger, sarrigst. Sassefras, O. Sasser, M., sassers. Satan, M., satans. Sater, M., saters. Satertje, O., -jes. Satijn, O., satijnen. Satiriek, satirieker, satiriekst. Saucijsje, O., -jes. Saus, V., sausen. Sausje, O., -jes. Sausen, sauste, heeft gesaust. Sauslepel, M., -lepels. Scalp, M., scalpen. Scepticisme, O. Scepticus, M., sceptici. Schaaf, V., schaven. Schaafje, O., -jes. Schaapje, O., -jes. Schaats, V., schaatsen. Schaatsje, O., -jes. Schabberig, schabberiger, schabberigst. Schacheraar, M., schacheraars. Schaduwtje, O., -jes. Schaffen, schafte, heeft geschaft. Schaffer, M., schaffers. Schakel, V., schakels. Schaker, M., schakers. Schaking, V., schakingen. Schalie, schaliën en schalies. Schalk, M., schalken. Schalm, M., schalmen. Schamel, schameler, schamelst. Schans, V., schansen. Schansje, O., -jes. Schansen, schanste, heeft geschanst. Schap, V., schappen. Schar, V., scharren. Schat, M., schatten. Schatje, O., -jes. Schatkistbiljet, O., -biljetten. Schatkistbon, M., -bons. Schatten, schatte, heeft geschat. Schatter, M., schatters. Schatting, V., schattingen. Schavotje, O., -jes. Schavuit, M., schavuiten. Schavuitje, O., -jes. Schedel, M., schedels. Scheetje, O., -jes. Scheef, scheever, scheefst. Scheepskok, M., -koks. Scheepsmaat, M., -maats. Scheisel, O., scheisels. Schelling, M., schellingen. Schemerig, schemeriger, schemerigst. Schemering, V., schemeringen. Schender, M., schenders. Schendig, schendiger, schendigst. Schending, V., schendingen. Schenk, M., schenken. Schenkje, O., -jes. Schenkage, V., schenkages. Schenkel en Schinkel, M., schenkels en schinkels. Schenker, M., schenkers. Schenking, V., schenkingen. Schennis, V. Schep, M., scheppen. Schepje, O., -jes. Schepel, O., schepels. Schepeltje, O., -jes. Schepen, M., schepenen. Scheplepel, M., -lepels. Schepper, M., scheppers. Schepping, V., scheppingen. Schepsel, O., schepselen en schepsels. Schepseltje, O., -jes. Schepter, M., schepters. Scherf, V., scherven. Scherfje, O., -jes. Schering, V., scheringen. Scherm, O., schermen. Schermpje, O., -jes. Schermmasker, O., -maskers. Scherp, scherper, scherpst. Scherping, V., scherpingen. Scherpte, V., scherpten. Schets, V., schetsen. Schetsje, O., -jes. Schetser, M., schetsers. Scheur, V., scheuren. Scheurtje, O., -jes. Scheurder, M., scheurders. Scheuring, V., scheuringen. Scheut, M., scheuten. Scheutje, O., -jes. Scheutig, scheutiger, scheutigst. Schichtje, O., -jes. Schichtig, schichtiger, schichtigst. Schiemansmaat, M., -maats. Schieter, M., schieters. Schifter, M., schifters. Schifting, V., schiftingen. Schijfje, O., -jes. Schijnsel, O., schijnsels. Schikker, M., schikkers. Schikking, V., schikkingen. Schild, O., schilden. Schildje, O., -jes. Schilder, M., schilders. Schilfer, V., schilfers. Schilferig, schilferiger, schilferigst. Schilmesje, O., -jes. Schim, V., schimmen. Schimmetje, O., -jes. Schimmeltje, O., -jes. Schimpdicht, O., -dichten. Schimpdichter, M., -dichters. Schimper, M., schimpers. Schimpig, schimpiger, schimpigst. Schimping, V., schimpingen. Schink, M., schinken. Schinkje, O., -jes. Schip, O., schepen. Scheepje, O., -jes. Schipper, M., schippers. Schisma, O., schisma's. Schobberd, M., schobberds. Schoeiing, V., schoeiingen. Schoeisel, O., schoeisels. Schoelje, M., schoeljes. Schoen, M., schoenen. Schoener, M., schoeners. Schoep, V., schoepen. Schoer, M., schoeren. Schoffel, V., schoffels. Schoftje, O., -jes. Schoftig, schoftiger, schoftigst. Schok (stoot), M., schokken. Schokje, O., -jes. Schokker, M., Schokkers. Scholarch, M., scholarchen. Schonk, V., schonken. Schonkje, O., -jes. Schonkig, schonkiger, schonkigst. Schoof, V., schooven. Schoofje, O., -jes. Schooier, M., schooiers. Schooltje, O., -jes. Schoolsch, schoolscher, meest schoolsch. Schootje, O., -jes. Schoot (touw), M., schooten. Schootje, O., -jes. Schopje, O., -jes. Schopje, O., -jes. Schorre en Schor, V., schorren. Schorsje, O., -jes. Schorsing, V., schorsingen. Schotje, O., -jes. ), O., schoten. Schots, V., schotsen. Schotsje, O., -jes. ), schotser, schotst. Schout, M., schouten. Schouwtje, O., -jes. Schouwer, M., schouwers. Schraagje, O., -jes. Schrab, V., schrabben. Schrabje, O., -jes. Schrabber, M., schrabbers. Schrabmes, O., -messen. Schrabsel, O., schrabsels. Schram, V., schrammen. Schranser, M., schransers. Schrapje, O., -jes. Schraper, M., schrapers. Schrapper, M., schrappers. Schrapsel, O., schrapsels. Schrede, V., schreden. Schreetje, O., -jes. Schreefje, O., -jes. Schreier, M., schreiers. Schrepel, M., schrepels. Schriel, schrieler, schrielst. Schriftje, O., -jes. Schrijn, O. en M., schrijnen. Schrikje, O., -jes. Schril, schriller, schrilst. Schrobber, M., schrobbers. Schrobster, V., schrobsters. Schroeier, M., schroeiers. Schrok, M., schrokken. Schrokje, O., -jes. Schrokker, M., schrokkers. Schrokkig, schrokkiger, schrokkigst. Schromig, schromiger, schromigst. Schubmes, O., -messen. Schuchter, schuchterder, schuchterst. Schudding, V., schuddingen. Schuier, M., schuiers. Schuif, V., schuiven. Schuifje, O., -jes. Schuimer, M., schuimers. Schuimig, schuimiger, schuimigst. Schuin, schuiner, schuinst. ), schuinscher, meest schuinsch. Schuinte, V., schuinten. Schuit, V., schuiten. Schuitje, O., -jes. Schuiver, M., schuivers. Schulper, M., schulpers. Schurk, M., schurken. Schurkje, O., -jes. Schutje, O., -jes. Schutsel, O., schutsels. Schutseltje, O., -jes. Schutter, M., schutters. Schutting, V., schuttingen. Schuurtje, O., -jes. Scribent, M., scribenten. Scrupel, O., scrupels. Secondant, M., secondanten. Secondante, V., secondantes. Seconde en Secunde, V., seconden en secunden. Secretaire, V., secretaires. Secretarie, V., secretariën. Sectaris, M., sectarissen. Sectie, V., sectiën en secties. Sector, M., sectoren en sectors. Segment, O., segmenten. Segmentje, O., -jes. Sein, O., seinen. Seintje, O., -jes. Seiner, M., seiners. Seizen, seisde, heeft geseisd. Seizing, V., seizings. Seizoen, O., seizoenen. Sekse, V., seksen. Sekte, V., sekten. Semester, O., semesters. Semi-arts, M. en V., -artsen. Senator, M., senatoren. ), V., senten. Sententie, V., sententiën en sententies. Separatisme, O. Separatist, M., separatisten. Seraf, M., serafs. Serafine, V., serafines. Serenade, V., serenades. Sergeant, M., sergeanten en sergeants. Sergeant-majoor, M., sergeant-majoors. Sering en Syring, V., seringen. Sermoen, O., sermoenen. Seroen, M., seroenen. Serpent, O., serpenten. Serpentig, serpentiger, serpentigst. Serum, O., serums en sera. Servetje, O., -jes. Servies, O., serviezen. Serviesje, O., -jes. Servituut, O., servituten. Sessie, V., sessies en sessiën. Sextant, V., sextanten. Sextet, O., sextetten. Sexueel, sexueele. Sfeer, V., sferen. Sfinx, V., sfinxen. Siddering, V., sidderingen. Siepel, V., siepels. Signet, O., signetten. Signetje, O., -jes. Sikje, O., -jes. Sik (geit), V., sikken. Sikje, O., -jes. Sikkeltje, O., -jes. Simmetje, O., -jes. Simmetje, O., -jes. Sinds. Sinecure, V., sinecuren. Singel, M., singels. Singeltje, O., -jes. Sinjeur, M., sinjeurs. Sinteltje, O., -jes. Sint-Nicolaas, enz. Sint-Vitusdans, M. Sinus, M., sinussen. Siphon, M., siphons. Sire, M. Sirene, V., sirenen. Sirocco, M. Siroop. Sisklank, M., -klanken. Sissen, siste, heeft gesist. Sisser, M., sissers. Sissertje, O., -jes. Sits, O., sitsen. Sitsje, O., -jes. Situatie, V., situaties. Sjako, V., sjako's. Sjalot, V., sjalotten. Sjamberloek, M., sjamberloeks. Sjappen, sjapte, heeft gesjapt. Sjappetouwen, sjappetouwde, heeft gesjappetouwd. Sjappetouwer, M., sjappetouwers. Sjees, V., sjeezen. Sjeesje, O., -jes. Sjeezen, sjeesde, is gesjeesd. Sjerp, V., sjerpen. Sjerpje, O., -jes. Sjofel, sjofeler, sjofelst. Sjortouw, O., -touwen. Sjouw, V., sjouwen. Sjouwtje, O., -jes. Sjouwer, M., sjouwers. Skelet, O., skeletten. Skeletje, O., -jes. Sla. Slaaf, M., slaven. Slaafje, O., -jes. Slabbetje, O., -jes. Slabber, M., slabbers. Slabbetje, O., slabbetjes. Slager, M., slagers. Slagregen, M., -regens. Slang, V., slangen. Slaper, M., slapers. Slatting, V., slattingen. Slede en Slee, V., sleden en sleeën. Sleetje, O., -jes. Sleepje, O., -jes. Sleeper, M., sleepers. Zie Slee, enz. Slemper, M., slempers. Slenkje, O., -jes. Slet, V., sletten. Sletje, O., -jes. Sleter, M., sleters. Slettig, slettiger, slettigst. Sleuf, V., sleuven. Sleufje, O., -jes. Sleuteltje, O., -jes. Slibberig, slibberiger, slibberigst. Slijtje, O., -jes. Slijm, O., slijmen. Slijter, M., slijters. Slim, slimmer, slimst. Slimmerdje, O., -jes. Slinger, M., slingers. Slingertje, O., -jes. Slingering, V., slingeringen. ), slinkser, slinkst. Slip, V., slippen. Slipje, O., -jes. Slipper, M., slippers. Slodder, M., slodders. Sloep, V., sloepen. Sloepje, O., -jes. Sloerie, V., sloeries. Slof, V., sloffen. Slofje, O., -jes. Slof, sloffer, slofst. Sloffig, sloffiger, sloffigst. Slok, M., slokken. Slokje, O., -jes. Slokker, M., slokkers. Sloofje, O., -jes. Sloofje, O., -jes. Sloopje, O., -jes. Sloot, V., slooten. Slootje, O., -jes. Slopje, O., -jes. Slordig, slordiger, slordigst. Slorpje, O., -jes. Slotklank, M., -klanken. Slotzang, M., -zangen. Slover, M., slovers. Sluier, M., sluiers. Sluiker, M., sluikers. Sluiper, M., sluipers. Sluis, V., sluizen. Sluisje, O., -jes. Sluiter, M., sluiters. Slungel, M., slungels. Slurf, V., slurven. Slurfje, O., -jes. Sluw, sluwer, sluwst. Smaakje, O., -jes. Smader, M., smaders. Smak (van smakken), M., smakken. Smakje, O., -jes. Smakje, O., -jes. Smakker, M., smakkers. Smaler, M., smalers. ), smartte, heeft gesmart. ), V., smartings. Smartoor, O., -ooren. Smeder, M., smeders. Smedig. Smeeker, M., smeekers. Smeeking, V., smeekingen. Smeekster, V., smeeksters. Smeersel, O., smeersels. Smeerster, V., smeersters. Smeet, M., smeten. Smelt, V., smelten. Smeltje, O., -jes. Smelter, M., smelters. Smelting, V., smeltingen. Smeltoven, M., -ovens. Smering, V., smeringen. Smet, V., smetten. Smetje, O., -jes. Smetstof, V., -stoffen. Smid, M., smeden. Smidje, O., -jes. Smidse, V., smidsen. Smidshamer, M., -hamers. Smidsknecht, M., -knechts. ), V. Smidsoven, M., -ovens. Smidswagen, M., -wagens. Smient, V., smienten. Smientje, O., -jes. Smijdig, ook Smedig, smijdiger, smijdigst. Smijter, M., smijters. Smoel, M., smoelen. Smoeltje, O., -jes. Smoker, M., smokers. Smokerig, smokeriger, smokerigst. Smoorheet, -heete. Smoorvol, -volle. Smoring, V. Smots, V., smotsen. Smotsje, O., -jes. Smotsig, smotsiger, smotsigst. Smous, M., smousen. Smousje, O., -jes. Smousen, smouste, heeft gesmoust. Smoutig, smoutiger, smoutigst. Smuigen, smuigde, heeft gesmuigd. Smuiger, M., smuigers. Smuik, V. (Ter -). Smuk, M. Smukken, smukte, heeft gesmukt. Smul, V., smullen. Smulletje, O., -jes. Smuller, M., smullers. Snaak, M., snaken. Snaakje, O., -jes. Snak, M., snakken. Snakje, O., -jes. Snapper, M., snappers. Snaps, M., snapsen. Snapsje, O., -jes. Snar, snarder, snarst. Snater, M., snaters. Snauw (het snauwen), M., snauwen. Snauwtje, O., -jes. Snauwer, M., snauwers. Snede en Snee, V., sneden en sneeën. Sneetje, O., -jes. Snedig, snediger, snedigst. Sneesje, O., -jes. Sneeuwman, M., -mannen. Sneezen, sneesde, heeft gesneesd. Snel, sneller, snelst. Snepper, M., sneppers. Snijder, M., snijders. Snijding, V., snijdingen. Snijdsel, O., snijdsels. Snijtand, M., -tanden. Snikje, O., -jes. Snikheet, -heete. Snip, V., snippen. Snipje, O., -jes. Snirsing, V. Snit, M., snitten. Snoefster, V., snoefsters. Snoeier, M., snoeiers. Snoeisel, O., snoeisels. Snoeper, M., snoepers. Snoeperig, snoeperiger, snoeperigst. Snoepsch, snoepscher, meest snoepsch. Snoertje, O., -jes. Snoes, M., snoezen. Snoesje, O., -jes. Snoet, M., snoeten. Snoetje, O., -jes. Snoever, M., snoevers. Snoezig, snoeziger, snoezigst. Snol, V., snollen. Snolletje, O., -jes. Snood, snooder, snoodst. Snoodaard, M., snoodaards. Snorretje, O., -jes. Snorder, M., snorders. Snork, M., snorken. Snorkje, O., -jes. Snorker, M., snorkers. Snorren, snorde, heeft en is gesnord. Snorwagen, M., -wagens. Snotjongen, M., -jongens. Snotneus, M. en V., -neuzen. Snotterig, snotteriger, snotterigst. Snugger, snuggerder, snuggerst. Snuifje, O., -jes. Snuifster, V., snuifsters. Snuitje, O., -jes. Snuiver, M., snuivers. Sober, soberder, soberst. Socialist, M., socialisten. Sociëteit, V., sociëteiten. Soebatter, M., soebatters. Soep, V., soepen. Soepje, O., -jes. Soepel, soepeler, soepelst. Soeperig, soeperiger, soeperigst. Soeplepel, M., -lepels. Soesje, O., -jes. Soezer, M., soezers. Soezerig, soezeriger, soezerigst. Soirée, V., soirée's. Soireetje, O., -jes. Soja, V. Sok, V., sokken. Sokje, O., -jes. Sokkerig, sokkeriger, sokkerigst. Soldaat, M., soldaten. Soldaatje, O., -jes. Soldeerder, M., soldeerders. Soldij, V., soldijen. Solenneel, -eele. Sollen, solde, heeft gesold. Sollicitant, M., sollicitanten. Sollicitante, V., sollicitanten. Solo, M., solo's. Soloecisme, O., soloecismen. Solozang, M. Solozanger, M., -zangers. Som, V., sommen. Sommetje, O., -jes. ), M., sommers. Sommiteit, V., sommiteiten. Sompig, sompiger, sompigst. Sompvogel, M., -vogels. Soms. Sonate, V., sonaten en sonates. Sonatine, V., sonatines. Sonnet, O., sonnetten. Sonnetje, O., -jes. Soort, V. en O., soorten. Soortje, O., -jes. Sop, O. en V., soppen. Sopje, O., -jes. Sophist, M., sophisten. Sopper, M., soppers. Sopperig, sopperiger, sopperigst. Sorbe, V., sorben. Sorbet, O. Sorbetje, O., -jes. Sorteerder, M., sorteerders. Sorteering, V., sorteeringen. Sortie, V., sorties. Souffleur, M., souffleurs. Souper, O., soupers. Souspied, M., souspieds. Souvenir, O., souvenirs. Souvenirtje, O., -jes. Souverein, M., souvereinen. V., souvereine. Spaakje, O., -jes. Spaan, V., spanen. Spaantje, O., -jes. Spadille, V., spadilles. Spalling, M., spallingen. Spang, V., spangen. Spanning, V., spanningen. Spansel, O., spansels. Spant, O., spanten. Spantje, O., -jes. Sparretje, O., -jes. Sparretje, O., -jes. Spatje, O., -jes. Spatel, V., spatels. Spatie, V., spaties. Spattig, spattiger, spattigst. Spechtje, O., -jes. Speciaal, speciale. Specie, V., speciën en species. Specificatie, V., specificatiën en specificaties. Specifiek, specifieke. Specimen, O., specimens en specimina. Spectator, M., spectators. Spectatoriaal, spectatoriale. Spectroscoop, M., spectroscopen. Speculatie, V., speculatiën en speculaties. Speculatief, speculatieve. Speek, V., speeken. Speelnoot, M., -nooten en -noots. Speelster, V., speelsters. Spekkig, spekkiger, spekkigst. Speknek (nek), M., -nekken. Speld, V., spelden. Speldje, O., -jes. Speler, M., spelers. Spelling, V., spellingen. Spelregel, M., -regels. Sperwer, M., sperwers. Sperwertje, O., -jes. Spichtig, spichtiger, spichtigst. Spiegel, M., spiegels. Spilgioen, M., spilgioenen. Spinner, M., spinners. Spinsel, O., spinsels. Spion, M., spionnen en spions. Spiritisme, O. Spiritist, M., spiritisten. Spits (punt), V., spitsen. Spits, O. Spits, spitser, spitst. Spitsig, spitsiger, spitsigst. Spitter, M., spitters. Spleetje, O., -jes. Spletig, spletiger, spletigst. Split, O., splitten. Splitje, O., -jes. Splits, V., splitsen. Splitser, M., splitsers. Splitshamer, M., -hamers. Splitsing, V., splitsingen. Splitter, M., splitters. Spoedig, spoediger, spoedigst. Spoedstuk, O., -stukken. Spoelsel, O., spoelsels. Spog, O. Spon, V., sponnen. Spong, V., spongen. Sponning, V., sponningen. Sponninkje, O., -jes. Sponsje, O., -jes. Spook, O., spoken. Spookje, O., -jes. Spooksel, O., spooksels. Spoorstok, M., -stokken. Sporreling, V., sporrelingen. Sport, V., sporten. Sportje, O., -jes. Spotter, M., spotters. Spotvogel, M., -vogels. Spouwer, M., spouwers. Sprankel, V., sprankels. Sprei, V., spreien. Spreitje, O., -jes. Spreidsel, O., spreidsels. Spreker, M., sprekers. Sprenger, M., sprengers. Sprenging, V., sprengingen. Spreuk, V., spreuken. Spreukje, O., -jes. Spring, M., springen. Springer, M., springers. Springstok, M., -stokken. Sprits, V., spritsen. Spritsje, O., -jes. Sproetje, O., -jes. Sproke, V., sproken. Sprookje, O., -jes. Sprot, V., sprotten. Sprotje, O., -jes. Spruitsel, O., spruitsels. Spui, O., spuien. Spuidok, O., -dokken. Spuiing, V., spuiingen. Spuiter, M., spuiters. Spuwing, V., spuwingen. Staaf, V., staven. Staafje, O., -jes. Staat, M., staten. Staatje, O., -jes. (Van -). Stadje, O., -jes. Stadie, V., stadiën. Staf, M., staven. Stafje, O., -jes. Stag, O., stagen. Staker, M., stakers. Staking, V., stakingen. Stal, M., stallen. Stalling, V., stallingen. Stam, M., stammen. Stammetje, O., -jes. Stamelaar, M., stamelaars. Stamet, O., stametten. Stamper, M., stampers. Stamping, V., stampingen. Stand, M., standen. Stang, V., stangen. Stangetje, O., -jes. Stank, M., stanken. Stankje, O., -jes. Stanza, V., stanza's. Stap, M., stappen. Stapje, O., -jes. Stapel, M., stapels. Stapper, M., stappers. Star. Statistiek, V. Statistisch. (Van -). Stee. Steetje, O., -jes. Steeg, V., stegen. Steegje, O., -jes. Steeg, steeger, steegst. Steekje, O., -jes. Steekte, V., steekten. Steel, M., stelen. Steeltje, O., -jes. Steenoven, M., -ovens. Stegel, M., stegels. Steiger, M., steigers. Steigertje, O., -jes. Steigering, V., steigeringen. Stekje, O., -jes. Stekje, O., -jes. Stekel, M., stekels. Stekeltje, O., -jes. Stekeling, M., stekelingen. Steker, M., stekers. Stekertje, O., -jes. Stekken, stekte, heeft gestekt. Steler, M., stelers. Stellage, V., stellages. Steller, M., stellers. Stelregel, M., -regels. Stelsel, O., stelsels. Stelseltje, O., -jes. Stelt, V., stelten. Stem, V., stemmen. Stemmetje, O., -jes. Stembus, V., -bussen. Stemhamer, M., -hamers. Stemmer, M., stemmers. Stemmig, stemmiger, stemmigst. Stemming, V., stemmingen. Steng, V., stengen. Stengetje, O., -jes. Stengel, M., stengels. Steppe, V., steppen. Stereotiep, stereotiepe. Stereotypeeren, stereotypeerde, heeft gestereotypeerd. Stereotypeur, M., stereotypeurs. Sterk, sterker, sterkst. Stethoscoop, M., stethoscopen. Steun, M., steunen. Steuntje, O., -jes. ), O. Steunder, M., steunders. Steunpunt, O., -punten. Steunsel, O., steunsels. Steunseltje, O., -jes. Steunstuk, O., -stukken. Steur, M., steuren. Steurtje, O., -jes. Stevel, M., stevels. Steveltje, O., -jes. Steven, M., stevens. Stevig, steviger, stevigst. Stevigen, stevigde, heeft gestevigd. Stichter, M., stichters en stichteren. Stichting, V., stichtingen. Stichtsch. Stichtster, V., stichtsters. Stiefvader, M., -vaders. Stier, M., stieren. Stiertje, O., -jes. Stiftje, O., -jes. Stigma, O., stigma's en stigmata. Stijging, V., stijgingen. ), M., stijlen. Stijltje, O., -jes. Stijltje, O., -jes. Stikker, M., stikkers. Stiksel, O., stiksels. Stikseltje, O., -jes. Stikvol, -volle. Stil, stiller, stilst. Stilet, O., stiletten. Stiletje, O., -jes. Stilist, M., stilisten. Stilletje, O., -jes. Stinken, stonk, heeft gestonken. Stinkerd, M., stinkerds. Stinkpot, M., -potten. Stip, V., stippen. Stipje, O., -jes. Stippel, V., stippels. Stippeltje, O., -jes. Stipt, stipter, stiptst. Stoeiig, stoeiiger, stoeiigst. Stoeltje, O., -jes. Stoepje, O., -jes. Stoer, stoerder, stoerst. Stofje, O., -jes. Stof (stuifzand, enz. ), O. Stofje, O., -jes. Stofdoek, M., -doeken. Stoffage, V., stoffages. Stoffeerder, M., stoffeerders. Stoffeersel, O., stoffeersels. Stoffel, M., stoffels. Stoffer, M., stoffers. Stofferig, stofferiger, stofferigst. Stoffig, stoffiger, stoffigst. Stofjas, V., -jassen. Stofmantel, M., -mantels. Stofzuiger, M., -zuigers. Stoïcijn, M., stoïcijnen. Stoïcisme, O. Stok, M., stokken. Stokje, O., -jes. Stoker, M., stokers. Stokkerig, stokkeriger, stokkerigst. Stokstijf, -stijve. Stolling, V. Stolp, V., stolpen. Stolpje, O., -jes. Stom, stommer, stomst. Stomme, M. en V., stommen. Stommetje, O., -jes. Stommerik, M., stommeriken. Stommiteit, V., stommiteiten. Stomp (stoot), M., stompen. Stompje, O., -jes. Stompje, O., -jes. Stomp, stomper, stompst. Stoof, V., stoven. Stoofje, O., -jes. Stoofpan, V., -pannen. Stoofpot, M., -potten. Stoofsel, O., stoofsels. Stoofseltje, O., -jes. Stookoven, M., -ovens. Stool, V., stolen. Stoomtram, V., -trams. Stoop, V., stoopen. Stoopje, O., -jes. Stoornis, V., stoornissen. Stoot, M., stooten. Stootje, O., -jes. Stootbodem, M., -bodems. Stootbok, M., -bokken. Stootdegen, M., -degens. Stooter, M., stooters. Stooterig, stooteriger, stooterigst. Stootkussen, O., -kussens. Stootlap, M., -lappen. Stootmat, V., -matten. Stootsch, stootscher, meest stootsch. Stootvrij, -vrije. Stop, V., stoppen. Stopje, O., -jes. Stopdoek, M., -doeken. Stopmes, O., -messen. Stoppeltje, O., -jes. Stopper, M., stoppers. Stopping, V., stoppingen. Stopseltje, O., -jes. Stopster, V., stopsters. Storing, V., storingen. Storm, M., stormen. Stormpje, O., -jes. Stormig, stormiger, stormigst. Stormram, M., -rammen. Stormring, M., -ringen. Stormvogel, M., -vogels. Storting, V., stortingen. Stortzee, V., -zeeën. Stout, stouter, stoutst. Stouterd, M., stouterds. Straatje, O., -jes. Straf en Straffe, V., straffen. Strafje, O., -jes. Straf, straffer, strafst. Straffer, M., straffers. ), V. streken. Streep, V., strepen. Streepje, O., -jes. Stremming, V., stremmingen. Striem, V., striemen. Striempje, O., -jes. Strijd, M., strijden. Strijder, M., strijders. Strijdhamer, M., -hamers. Strijdig, strijdiger, strijdigst. Strijkel, M., strijkels. Strik, M., strikken. Strikje, O., -jes. Strikt, strikter, striktst. Stripster, V., stripsters. Stripzolder, M., -zolders. Stronk, M., stronken. Stront, V. Strontje, O., -jes. Strontig, strontiger, strontigst. Stroo, O. Strootje, O., -jes. Strooier, M., strooiers. Strop, M., stroppen. Stropje, O., -jes. Strot, M., strotten. Strotje, O., -jes. Struik, M., struiken. Struisje, O., -jes. Student, M., studenten. Studentje, O., -jes. Studie, V., studiën en studies. ), M. Studietijd, M. Studieus. Stug, stugger, stugst. Stuinder, M., stuinders. Stuip, V., stuipen. Stuipje, O., -jes. Stuitje, O., -jes. Stuitje, O., -jes. Stuiter, M., stuiters. Stuiver, M., stuivers. Stukje, O., -jes. Stukadoor, M., stukadoors. Stulpje, O., -jes. Stumper en Stumperd, M., stumpers en stumperds. Stut, M., stutten. Stutje, O., -jes. Stutsel, O., stutsels. Stutten, stutte, heeft gestut. Stuurlast, M. Stuurlastig. Stuurreep, M., -reepen. Stuurriem, M., -riemen. Stuursch, stuurscher, meest stuursch. Stuurstok, M., -stokken. Stuw, V., stuwen. Stuwadoor, M., stuwadoors. Stuwer, M., stuwers. Subject, O., subjecten. Subliem, subliemer, subliemst. Subsidie, O., subsidiën en subsidies. Substituut-griffier, M., -griffiers. Substituut-officier, M., -officiers. Subtiel, subtieler, subtielst. Suf, suffer, sufst. Suffen, sufte, heeft gesuft. Suffer, M., suffers. Suggestie, V., suggesties. Suiker, V., suikers. Suizing, V., suizingen. Sujet, O., sujetten. Sukkeltje, O., -jes. Sukkelaar, M., sukkelaars. Sul, M., sullen. Sulletje, O., -jes. Sullig, sulliger, sulligst. ), V. Sultane, V., sultanes. ), M. Suppletoir. Suppoost, M., suppoosten. Surplus, O. Surprise, V., surprises. Suspect, suspecter, suspectst. Sussen, suste, heeft gesust. Sustenu, O., sustenu's. Suzerein, M., suzereinen. Symmetrie, V. Symmetrisch. Sympathie, V., sympathieën. Symphonie, V., symphonieën. Symptoom, O., symptomen. Synagoge, V., synagogen. Syndicaat, O., syndicaten. Synodaal, synodale. Synode, V., synoden. Synoniem, O., synoniemen. Syntaxis, V. Syphilis, V. Syphilitisch. Syring, enz. Zie Sering, enz. Systeem, O., systemen. T T, V., t's. Taai, taaier, taaist. Taakje, O., -jes. Taart, V., taarten. Taartje, O., -jes. Taats, V., taatsen. Taatsje, O., -jes. Taatstol, M., -tollen. Tabijn, O., tabijnen. Tableau, O., tableau's. Tabletje, O., -jes. Tabouretje, O., -jes. Tachtig, tachtigen. Tachtiger, M., tachtigers. Tachtigvoud, O. Tachtigvoudig. Tact, M. Tacticus, M., tactici. Tactiek, V. Tactisch. Taf, V., taffen. Tafeltje, O., -jes. Taille, V., tailles. Tak, M., takken. Takje, O., -jes. Takel, M., takels. Takeltje, O., -jes. Takkig, takkiger, takkigst. Taks (hond), M., taksen. Taksje, O., -jes. Talie, V., talies. Taling, M., talingen. Talisman, M., talismans. Talm, M. en V., talmen. Talmpje, O., -jes. Talmer, M., talmers. Talmud, M. Talmudisch. Talmudist, M., talmudisten. Talon, M., talons. Tamheid, V. Tampon, V., tampons. Tamtam, V., tamtams. Tand, M., tanden. Tandje, O., -jes. Tandarts, M., -artsen. Tang, V., tangen. Tangetje, O., -jes. Tanig, taniger, tanigst. Tante, V., tantes. Tantième, O., tantièmes. Tap, M., tappen. Tapje, O., -jes. Tapijtje, O., -jes. Tapster, V., tapsters. Taptoe, V., taptoes. Tarantula, V., tarantula's. Tarbotje, O., -jes. Tarief, O., tarieven. Tariefje, O., -jes. Tarm, M., tarmen. Tarn. Tasje, O., -jes. Tasch, V., tasschen. Taschje, O., -jes. Tasten, tastte, heeft getast. Taster, M., tasters. Taxateur, M., taxateurs. Taxatie, V., taxatiën en taxaties. Taxis, M., taxissen. Te. Techniek, V. Technisch. Teef, V., teven. Teefje, O., -jes. Teek en Tiek, V., teken en tieken. Teeken, O., teekenen en teekens. Teekenaar, M., teekenaars. Teekening, V., teekeningen. Teemsje, O., -jes. Teemsen, teemste, heeft geteemst. Teemster, V., teemsters. Teen (toon), M., teenen. Teentje, O., -jes. Teentje, O., -jes. Teerling, M., teerlingen. Tegel, M., tegels. Tegeltje, O., -jes. Tegenlast, M., -lasten. Tegenstreven, streefde tegen, heeft tegengestreefd. Tegenstrever, M., -strevers. Tegenstreving, V., -strevingen. Tegenzang, M., -zangen. Teil, V., teilen. Teiltje, O., -jes. Tekort, O., tekorten. Tekst, M., teksten. Tekstje, O., -jes. Teler, M., telers. Telgje, O., -jes. Telgje, O., -jes. Teller, M., tellers. Telling, V., tellingen. Telpas, M. Telsel, M., telsels. Temer, M., temers. Temerig, temeriger, temerigst. Temmen, temde, heeft getemd. Temmer, M., temmers. Tempel, M., tempels en tempelen. Tempeltje, O., -jes. Tempo, O., tempo's. Temptatie, V., temptaties en temptatiën. Tender, M., tenders. Tengel, M., tengels. Tennisnet, O., -netten. Tennisspel, O. Tenor, M., tenors en tenoren. Tenorzanger, M., -zangers. Tent, V., tenten. Tentje, O., -jes. Tenue, V., tenuen. Teorbe, V., teorben. Tepel, M., tepels. Tepeltje, O., -jes. Terger, M., tergers. Terging, V., tergingen. Term, M., termen. Terp, V., terpen. Terrasje, O., -jes. Terrein, O., terreinen. Territoor, O., territoren. Territoriaal, territoriale. Terts, V., tertsen. Testje, O., -jes. Testateur, M., testateurs en testateuren. Testatrice, V., testatrices. Testimonium, O., testimoniums en testimonia. Tets, tetser, tetst. Tettig, tettiger, tettigst. Teug, V., teugen. Teugje, O., -jes. Teugel, M., teugels. Teugeltje, O., -jes. Teuterig, teuteriger, teuterigst. Textueel, -eele. Thaler, M., thalers. Thans. Theater, O., theaters. Theatertje, O., -jes. Theatraal, theatrale. Thee, V., theeën. Theebus, V., -bussen. Theedepot, O., -depots. Theedoek, M., -doeken. Theocratie, V. Theocratisch. Theoloog, M., theologen. Theorema, O., theorema's. Theorie, V., theorieën. Theosoof, M., theosofen. Thesaurie, V., thesaurieën. Thesaurier, M., thesauriers. Thesis, V., theses. Tiek. Tien, tienen. Tiend, O., tienden. Tienhoek, M., -hoeken. Tienman, M., -mannen. Tientje, O., -jes. Tiërceering, V., tiërceeringen. Tierig, tieriger, tierigst. Tij, O., tijen. Tijd, M., tijden. Tijdig, tijdiger, tijdigst. Tijdinkje, O., -jes. Tijger, M., tijgers en tijgeren. Tijgertje, O., -jes. Tijloosje, O., -jes. Tijm, M. Tik, M., tikken. Tikje, O., -jes. Tikker, M., tikkers. Tiktakker, M., tiktakkers. ), V., tillen. Tilbury, V., tilbury's. Timber, M., timbers. Timpje, O., -jes. Tinne, V., tinnen. Tintje, O., -jes. Tinteling, V., tintelingen. Tipje, O., -jes. Tippen, tipte, heeft getipt. Tirade, V., tirades. Tirasje, O., -jes. Titel, M., titels. Titeltje, O., -jes. Tittel, M., tittels. Titteltje, O., -jes. Tjalk, V., tjalken. Tjalkje, O., -jes. Tjerk, V., tjerken. Tjerkje, O., -jes. Tjotter, V., tjotters. Tobbe, V., tobben. Tobbetje, O., -jes. Tobben, tobde, heeft getobd. Tobber en Tobberd, M., tobbers en tobberds. Tobberig, tobberiger, tobberigst. Tobster, V., tobsters. Toch. Tocht, M., tochten. Tochtje, O., -jes. Tochtig, tochtiger, tochtigst. Tod en Todde, V., todden. Todje en toddetje, O., -jes. Toe. Toegang, M., -gangen. Toejuiching, V., -juichingen. Toekomst, V. Toekomstig. Toelast, M., -lasten. Toemaatje, O., -jes. Toemand, V., -manden. Toemandje, O., -jes. Toepassing, V., -passingen. Toer, M., toeren. Toertje, O., -jes. Toesleetje, O., -jes. Toeter, M., toeters. Toets, M., toetsen. Toetsje, O., -jes. Toetser, M., toetsers. Toevoeging, V., -voegingen. Toevoegsel, O., -voegsels. Toewagen, M., -wagens. Toezang, M., -zangen. Toeziener, M., -zieners. Toffel, V., toffels. Toffeltje, O., -jes. Toga, V., toga's. tijd, mv.). Toilet, O., toiletten. Toiletje, O., -jes. Tokkelaar, M., tokkelaars. Tokkeling, V., tokkelingen. Toko, M., toko's. Tolletje, O., -jes. Tolgeld, O., -gelden. Tolhek, O., -hekken. ), M., tolken. Tombola, V., tombola's. Ton, V., tonnen. Tonnetje, O., -jes. Tongetje, O., -jes. Tong (visch), V., tongen. Tongetje, O., -jes. Tonijntje, O., -jes. Tonnen, tonde, heeft getond. Tonsuur, V. Tontine, V., tontines. Toog, M., togen. Toogje, O., -jes. Toog (toga), V., togen. Tooisel, O., tooisels. Toom, M., toomen. Toompje, O., -jes. Toontje, O., -jes. Toon (klank), M., tonen. Toontje, O., -jes. Toon. Toonbank, V., -banken. Toonbeeld, O., -beelden. Toonder, M., toonders. Tooneel, O., tooneelen. Tooneeltje, O., -jes. Toongever, M., -gevers. Toonloos, -looze. Toonteeken, O., -teekens. Toornig, toorniger, toornigst. Toostje, O., -jes. Tooster, M., toosters. Toot, V., toten. Tootje, O., -jes. Toovenares, V., toovenaressen. Toovercirkel, M., -cirkels. Tooveres, V., tooveressen. Topje, O., -jes. Topper, M., toppers. Tor, V., torren. Torretje, O., -jes. Torbok, M., -bokken. Toren, M., torens. Torentje, O., -jes. Torment, O., tormenten. Torn (het tornen), M., tornen. Torntje, O., -jes. Tornmesje, O., -jes. Tornooi, O., tornooien. Torntouw, O., -touwen. Torpedist, M., torpedisten. Torpedo, V., torpedo's. Torsen, torste, heeft getorst. Tortel, M. en V., tortels. Torteltje, O., -jes. Tot. Totaal, totale. Touter, M., touters. Touw, O., touwen. Touwtje, O., -jes. Touwer, M., touwers. Traantje, O., -jes. Traditie, V., traditiën en tradities. Traditioneel, traditioneele. Trafiek, V., trafieken. Tragedie, V., tragediën en tragedies. Traject, O., trajecten. Traktatie, V., traktaties. Tralie, V., tralies en traliën. Transitief, transitieve. Trapje, O., -jes. Trapje, O., -jes. Trapezium, O., trapeziums. Trapezoïde, V., trapezoïdes. Trappist, M., trappisten. Trasrok, M., -rokken. Travalje, V., travaljes. Traverse en Travers, V., traversen. Trawant, M., trawanten. Trechter, M., trechters. Tred, M., treden. Tredje, O., -jes. Treetje, O., -jes. Treder, M., treders. Treedsel, O., treedsels. Treeft, V., treeften. Treeftje, O., -jes. Treek, M., treken. Treekje, O., -jes. Treil, M., treilen. Treiler, M., treilers. Trein, M., treinen. Treintje, O., -jes. Trek, M., trekken. Trekje, O., -jes. Trekker, M., trekkers. Trekking, V., trekkingen. Trekos, M., -ossen. Treksel, O., treksels. Trekster, V., treksters. Trema, O., trema's. Tremel, M., tremels. Trens, V., trenzen. Trensje, O., -jes. Tres, V., tressen. Treurbeuk, M., -beuken. Treurig, treuriger, treurigst. Treurzang, M., -zangen. Treuzel, M. en V., treuzels. Trezoor, O., trezoren. Trezorie, V., trezorieën. Trezorier, M., trezoriers. Triangeltje, O., -jes. Triangulatie, V., triangulatiën. Tribuun, M., tribunen. Trichine, V., trichinen. Tricot, O., tricots. Tricootje, O., -jes. Trielje, V., trieljes. Triest, triester. Trijs, M., trijsen. Triller, M., trillers. Trilling, V., trillingen. Trillioen, O., trillioenen. Trimester, O., trimesters. Trio, O., trio's. Triomf en Triumf, M., triomfen. Trip, V., trippen. Tripje, O., -jes. Trits, V., tritsen. Triumf, enz. Zie Triomf, enz. Trivialiteit, V., trivialiteiten. Troep, M., troepen. Troepje, O., -jes. Troetel, M., troetels. Troffel, M., troffels. Trog, M., troggen. Trogje, O., -jes. Trom, V., trommen. Trombone, V., trombones. Trommer, M., trommers. Tronie, V., tronies. Tronk, M., tronken. Tronkje, O., -jes. Troon, M., tronen. Troop, M., tropen. Trooster, M., troosters. Tropee, V., tropeeën. Tros, M., trossen. Trosje, O., -jes. Trotsch, trotscher, meest trotsch. Trotseerder, M., trotseerders. Trottoir, O., trottoirs. Troubadour, M., troubadours. Truffel, V., truffels. Trui, V., truien. Tsaar, M., tsaren. Tsarewitsj, M. Tsaritsa, V., tsaritsa's. Tuberculeus, tuberculeuze. Tuberoos, V., tuberoozen. Tuchtiging, V., tuchtigingen. Tuianker, O., -ankers. Tuier, M., tuiers. Tuig, O., tuigen. Tuigje, O., -jes. Tuiging, V., tuigingen. Tuil, M., tuilen. Tuiltje, O., -jes. Tuimelaar, M., tuimelaars. Tuin, M., tuinen. Tuintje, O., -jes. Tuinder, M., tuinders. Tuinier, M., tuiniers. Tuischer, M., tuischers. Tuit, V., tuiten. Tuitje, O., -jes. Tuk, M. Tuk (bnw.). Tukje, O., -jes. Tul, V., tullen. Tulletje, O., -jes. Tulp, V., tulpen. Tulpje, O., -jes. Tult, V., tulten. Tumbler, M., tumblers. Tumult, O., tumulten. Tunica, V., tunica's. Tuniek, V., tunieken. Tunnel, V., tunnels. Turbine, V., turbines. Turfzolder, M., -zolders. Turk, M., Turken. V., tweeën. Tweetje, O., -jes. Tweeblad, O. Tweede. Tweeling, M. en V., tweelingen. Tweemaster, M., -masters. Twijg, V., twijgen. Twijgje, O., -jes. Twil, M., twillen. Twintig, twintigen. Twintiger, M., twintigers. Twist, M., twisten. Twister, M., twisters. Typheus, typheuze. Typhus, M. Typisch. Tyran, enz. Zie Tiran, enz. U U, V., u's. Ui, M., uien. Uitje, O., -jes. Uier, M., uiers. Uiertje, O., -jes. Uiig, uiiger, uiigst. Uil, M., uilen. Uiltje, O., -jes. Uilebek, M., -bekken. Uilig, uiliger, uiligst. Uilskuiken, O., -kuikens. Uit. Uitbanning, V., -banningen. Uitdager, M., -dagers. Uitdeeler, M., -deelers. Uitdossing, V., -dossingen. Uitdrager, M., -dragers. Uitduiding, V., -duidingen. Uiten, uitte, heeft geuit. Uiteter, M., -eters. Uitgang, M., -gangen. Uitgever, M., -gevers. Uithaler, M., -halers. Uitham, M., -hammen. Uithuwing, V., -huwingen. Uiting, V., uitingen. Uitjouwer, M., -jouwers. Uitkaatser, M., -kaatsers. Uitkomstje, O., -jes. Uitloving, V., -lovingen. Uitnoodigen, noodigde uit, heeft uitgenoodigd. Uitnoodiger, M., -noodigers. Uitrusting, V., -rustingen. Uitstek, O., -stekken. Uitstekje, O., -jes. Uitvaagsel, O., -vaagsels. Uitvening, V., -veningen. Uitvrager, M., -vragers. Uitwas, O., -wassen. Uitwasje, O., -jes. Uitweg, M., -wegen. Uitwegje, O., -jes. Uitwerker, M., -werkers. Uitwinning, V., -winningen. Uitzetje, O., -jes. Uitzifter, M., -zifters. Uitzoeking, V., -zoekingen. Uitzuiger, M., -zuigers. Ulster, M., ulsters. Ultimatum, O., ultimatums. Ultra, M., ultra's. Unaniem, unanieme. Unanimiteit, V. Unie, V., unies. Uniek, unieke. Uniform, V., uniformen. Ure. Urgent, urgenter, urgentst. Urinoir, O., urinoirs. Urmen, urmde, heeft geürmd. Urne en Urn, V., urnen. Usantie en Usance, V., usantiën, usanties en usances. Utopist, M., utopisten. Uur, O., en Ure, V., uren. Uurtje, O., -jes. Uw. V V, V., v's. Vaag, V. Vaag, vager, vaagst. Vaantje, O., -jes. Vaandrig, M., vaandrigs. Vaars, V., vaarzen. Vaarsje, O., -jes. Vaart, V., vaarten. Vaas, V., vazen. Vaasje, O., -jes. Vacantie, V., vacantiën en vacanties. Vacht, V., vachten. Vachtje, O., -jes. Vadem, M., vademen. Vademecum, O., vademecums. Vader, M., vaders en vaderen. Vagevuur, O. Vak, O., vakken. Vakje, O., -jes. Vakerig, vakeriger, vakerigst. Valletje, O., -jes. Valletje, O., -jes. Valk, M., valken. Valkje, O., -jes. Vampier, M., vampiers. Van. Vang, V., vangen. Vangarm, M., -armen. Vangdam, M., -dammen. Vangen, ving, heeft gevangen. Vanger, M., vangers. Vangst, V., vangsten. Vangstje, O., -jes. Vangstok, M., -stokken. Var, M., varren. Varen, V., varens. Variant, V., varianten. Variatie, V., variaties en variatiën. Variëteit, V., variëteiten. Varinas, V. Varken, O., varkens. Vast, vaster. Vasten, V. Vasten, vastte, heeft gevast. ), O., vaten. Vaatje, O., -jes. Vatten, vatte, heeft gevat. Vaudeville, V., vaudevilles. Vazal, M., vazallen. Vechter, M., vechters. Vedeltje, O., -jes. Vedette, V., vedetten en vedettes. Vee, O. Veearts, M., -artsen. Veefokker, M., -fokkers. Veeg (het vegen), M., vegen. Veeg, veeger, veegst. Veegmes, O., -messen. Veen, O., venen. ), V., veeren. Veering, V., veeringen. Veerpasser, M., -passers. Veertig, veertigen. Veertiger, M., veertigers. Veete, V., veeten. Veger, M., vegers. Vegertje, O., -jes. Vegetariër, M., vegetariërs. Veil, O. Veil, veiler, veilst. Veiler, M., veilers. Veiling, V., veilingen. Veinzaard, M., veinzaards. Veinzen, veinsde, heeft geveinsd. Veinzer, M., veinzers. Veinzeres, V., veinzeressen. Vel, O., vellen. Velletje, O., -jes. Veld, O., velden. Veldje, O., -jes. Velg, V., velgen. Velgje, O., -jes. Vellig, velliger, velligst. Ven, V., vennen. Vennetje, O., -jes. Vendutie, V., venduties. Venig, veniger, venigst. Vent, M., venten. Ventje, O., -jes. Venter, M., venters. Ver en Verre, verder, verst. Verberger, M., verbergers. Verbreker, M., verbrekers. Verdediger, M., verdedigers. Verdedigster, V., verdedigsters. Verdeeler, M., verdeelers. Verdek, O., verdekken. Verdelger, M., verdelgers. Verderver, M., verdervers. Verdichter, M., verdichters. Verdichting, V., verdichtingen. Verdict, O., verdicten. Verdikking, V., verdikkingen. Verdoeking, V., verdoekingen. Verdoemde, M. en V., verdoemden. Verdoemenis, V. Verdoemer, M., verdoemers. Verdoener, M., verdoeners. Verdooving, V., verdoovingen. Verdringer, M., verdringers. Verdunning, V., verdunningen. Vereeniger, M., vereenigers. Vereering, V., vereeringen. Vereerster, V., vereersters. Vereffening, V., vereffeningen. Verfje, O., -jes. Vergulder, M., vergulders. Verhaler, M., verhalers. Verheven, verhevener, verhevenst. Verhuizer, M., verhuizers. Verificateur, M., verificateurs. Verificatie, V., verificatiën en verificaties. Verjaring, V., verjaringen. Verkenner, M., verkenners. Verknoeiing, V., verknoeiingen. Verkonder, M., verkonders. Verkondigen, verkondigde, heeft verkondigd. Verkondiger, M., verkondigers. Verkorter, M., verkorters. Verkwister, M., verkwisters. Verliezer, M., verliezers. Verlokker, M., verlokkers. Verlosser, M., verlossers. Verloter, M., verloters. Vermaner, M., vermaners. Vermaning, V., vermaningen. Vermelder, M., vermelders. Vermenger, M., vermengers. Vermissing, V. Vermits. Vermoeden, vermoedde, heeft vermoed. Vermoeden, O., vermoedens. Vermogen, O., vermogens. Vermunting, V., vermuntingen. Vernieler, M., vernielers. Vernietigen, vernietigde, heeft vernietigd. Vernietiger, M., vernietigers. Vernieuwer, M., vernieuwers. Vernis, O., vernissen. Vernisje, O., -jes. Vernoeming, V., vernoemingen. Veroveraar, M., veroveraars. Verpleger, M., verplegers. Verpoting, V., verpotingen. Verrassing, V., verrassingen. Verrel, O., verrels. Vers, O., verzen. Versje, O., -jes. Versaagd, versaagder, versaagdst. Versierder, M., versierders. Versierster, V., versiersters. Verslinder, M., verslinders. Versmader, M., versmaders. Versmeding, V., versmedingen. Versmoring, V., versmoringen. Versperring, V., versperringen. Verspiller, M., verspillers. Verstokt, verstokter, verstoktst. Verstoorder, M., verstoorders. Vertaler, M., vertalers. Vertinner, M., vertinners. Vertolker, M., vertolkers. Vertooner, M., vertooners. Vertooning, V., vertooningen. Vervening, V., verveningen. Verver, M., ververs. Vervolger, M., vervolgers. Vervormer, M., vervormers. Verwekker, M., verwekkers. Verzaker, M., verzakers. Verzanding, V., verzandingen. Verzinner, M., verzinners. Verzoek, O., verzoeken. Verzoekje, O., -jes. Verzoeker, M., verzoekers. Verzoeking, V., verzoekingen. Verzoener, M., verzoeners. Verzorger, M., verzorgers. Verzuim, O., verzuimen. Vesper, V., vespers. Vestje, O., -jes. Vesten, vestte, heeft gevest. Vestibule, V., vestibules. Vestigen, vestigde, heeft gevestigd. Vestiging, V., vestigingen. Vesting, V., vestingen. Vestinkje, O., -jes. Vet, O., vetten. Vet, vetter, vetst. Veter, M., veters. Vetpotje, O., -jes. Vettig, vettiger, vettigst. Vetzak, M. en V., -zakken. Veulen, O., veulens. Vexatie, V., vexatiën en vexaties. Vezel, V., vezelen en vezels. Vezeltje, O., -jes. Vicariaat, O., vicariaten. Vicaris, M., vicarissen. Vice-consul, M., -consuls. Vicieus, vicieuzer, vicieust. Victorie, V., victoriën en victories. V., vieren. Viertje, O., -jes. Vierel, O., vierels. Vies, viezer, viest. Vigilante, V., vigilantes. Vignet, O., vignetten. Vignetje, O., -jes. Vijand, M., vijanden. Vijandig, vijandiger, vijandigst. Vijandin, V., vijandinnen. V., vijven. Vijfje, O., -jes. Vijftien, vijftienen. Vijftig, vijftigen. Vijftiger, M., vijftigers. Vijg, V., vijgen. Vijgje, O., -jes. O., -touwen. Vijl, V., vijlen. Vijltje, O., -jes. Vijling, V., vijlingen. Vijzeltje, O., -jes. Vilder, M., vilders. Villa, V., villa's. Villatje, O., -jes. Villen, vilde, heeft gevild. Vilmes, O., -messen. Vilt, O., vilten. Vim, V., vimmen. Vimmetje, O., -jes. Vin, V., vinnen. Vinnetje, O., -jes. Vinder, M., vinders. Vinger, M., vingers en vingeren. Vingerring, M., -ringen. Vink, M., vinken. Vinkje, O., -jes. Violetje, O., -jes. Violist, M., violisten. Violoncel, V., violoncels. Viooltje, O. -jes. Viooltje, O., -jes. Virtuoos, M., virtuozen. Vischben, V., -bennen. Visie, V. Visioen, O., visioenen. Visitatie, V., visitatiën en visitaties. Visite, V., visites. Visiteur, M., visiteurs. Visschig, visschiger, visschigst. ), V., vissings. Vitriool, V. en O. Vitse, V., vitsen. Vitten, vitte, heeft gevit. Vitter, M., vitters. Vitterig, vitteriger, vitterigst. Vlag, V., vlaggen. Vlakje, O., -jes. Vlam, V., vlammen. Vlamoven, M., -ovens. Vlas, O., vlassen. Vlasser, M., vlassers. Vlassig, vlassiger, vlassigst. Vlechtje, O., -jes. Vlechter, M., vlechters. Vlechting, V., vlechtingen. Vleesch, O., vleezen. Vleet, V., vleten. Vleezig, vleeziger, vleezigst. Vleier, M., vleiers. Vleister, V., vleisters. Vlekje, O., -jes. Vlekje, O., -jes. Vlerkje, O., -jes. Vlet, V., vletten. Vletje, O., -jes. Vleug, V., vleugen. Vleugje, O., -jes. Vlieg, V., vliegen. Vlieger, M., vliegers. Vlies, O., vliezen. Vliesje, O., -jes. Vliezig, vlieziger, vliezigst. Vlij, V., vlijen. Vlinder, M., vlinders. Vloed, M., vloeden. Vloek, M., vloeken. Vloekje, O., -jes. Vloeker, M., vloekers. Vloer, M., vloeren. Vlokje, O., -jes. Vlonder, M., vlonders. Vlossig, vlossiger, vlossigst. Vlotje, O., -jes. Vlotter, M., vlotters. Vlouw, V., vlouwen. Vlug, vlugger, vlugst. Vocaal, vocale. Vocatief en Vocativus, M., vocatieven. Vocht, O., vochten. Vochtig, vochtiger, vochtigst. Vodje, O., -jes. Voedingsstof, V., -stoffen. O., -jes. Voeler, M., voelers. Voertje, O., -jes. Voerder, M., voerders. Voering, V., voeringen. Voet, M., voeten. Voetje, O., -jes. Voetbal, O. Vogel, M., vogels en vogelen. Vogeltje, O., -jes. Vol, voller, volst. Vole, V., voles. Volgeling, M. en V., volgelingen. Volger, M., volgers en volgeren. Volière, V., volières. Volkje, O., -jes. Voller, M., vollers. Volontair, M., volontairs. Voltigeur, M., voltigeurs. Voltooiing, V., -tooiingen. Voluptueus, voluptueuze. Vomitief, O., vomitieven. Vond, M., vonden. Vondje, O., -jes. Vondel, M., vondels. Vonder, M., vonders. Vondst, V., vondsten. Vonk, V., vonken. Vonkje, O., -jes. Vonnis, O., vonnissen. Vonnissing, V. Vont, V., vonten. Voogd, M., voogden. Voogdes, V., voogdessen. Voor en Vore, V., voren. Voorhaven, V., -havens. Voorlast, M. Voorlastig. Voormars, V., -marsen. -jes. ), M. Voorover. -jes. Voos, voozer. Voren en Voorn, M., vorens en voorns. Vork, V., vorken. Vorkje, O., -jes. Vorm, M., vormen. Vormpje, O., -jes. Vormer, M., vormers. Vorming, V., vormingen. Vormoog, O., -oogen. Vorsch, M., vorschen. Vorschje, O., -jes. Vorstje, O., -jes. Vorstin, V., vorstinnen. Vos, M., vossen. Vosje, O., -jes. Votiefmis, V., -missen. Votum, O., votums. Vouw, V., vouwen. Vouwtje, O., -jes. Vouwer, M., vouwers. Vouwing, V., vouwingen. Vouwster, V., vouwsters. Vraag, V., vragen. Vraagje, O., -jes. Vraagster, V., vraagsters. Vraatje, O., -jes. Vrachtje, O. -jes. Vrager, M., vragers. Vratig, vratiger, vratigst. Vredig, vrediger, vredigst. Vrek, vrekker, vrekst. Vrek, M., vrekken. Vrekje, O., -jes. Vreter, M., vreters. Vrij, vrijer, vrijst. Vrijage, V., vrijages. Vrijer, M., vrijers. Vroed, vroeder, vroedst. Vroeg, vroeger, vroegst. Vrouw, V., vrouwen. Vrouwtje, O., -jes. Vrucht, V., vruchten. Vruchtje, O., -jes. Vuig, vuiger, vuigst. Vuilik, M., vuiliken. Vuistje, O., -jes. ), V., vullings. Vullis, O. Vulpen, V., -pennen. Vulpomp, V., -pompen. Vulsel, O., vulsels. Vuns, vunzer. Vurig, vuriger, vurigst. Vuring, V., vuringen. Vuur, O., vuren. Vuurtje, O., -jes. Vuurrood, -roode. Vuurtoren, M., -torens. Waaier, M., waaiers. Waar, ware. Waarnemer, M., -nemers. Wachtel, M., wachtels. Wachter, M., wachters. Wad, O., wadden. Wade, V., waden. Wafeltje, O., -jes. Wagen, M., wagens. Wagenaar, M., wagenaars. Wagenas, V., -assen. Wagenmenner, M., -menners. Wagenweg, M., -wegen. Wagon, M., wagons. Wak, O., wakken. Wak, wakker, wakst. Waker, M., wakers. Walletje, O., -jes. Walker, M., walkers. Walm, M., walmen. Walmpje, O., -jes. V., -noten. Walsje, O., -jes. Walser, M., walsers. Walseres, V., walseressen. Wammetje, O., -jes. ), O., wannen. Wand, M., wanden. Wang, V., wangen. Wangetje, O., -jes. Wankel, wankeler, wankelst. Wanmolen, M., -molens. Wanner, M., wanners. Wantje, O., -jes. Wantij, O., wantijen. War, V. (In de -). Waring, V., waringen. Warkruid, O. Warm, warmer, warmst. Warreling, V., warrelingen. Wars. Wasch, V., wasschen. Waschje, O., -jes. Wasdoek, O. Wasdom, M. Wasem, M., wasems. Wasscher, M., wasschers. Wassching, V., wasschingen. Wassenaar, M., wassenaars. Wat. ), V. Watje, O., -jes. Wauw, wauwer, wauwst. Web, O., webben. Webbe, V. en O., webben. Webbetje, O. -jes. Wed, O., wedden. Wedde, V., wedden. Wedden, wedde, heeft gewed. Wedder, M., wedders. Wedren, M., -rennen. Wedster, V., wedsters. Weeuwtje, O., -jes. Wee, O., weeën. Weefsel, O., weefsels en weefselen. Weefster, V., weefsters. Weekje, O., -jes. Week, weeker, weekst. Weelde, V., weelden. Weerwil, M. (In -). Weesje, O., -jes. Weesjongen, M., -jongens. Weeskamer, V., -kamers. Weesmeisje, O., -meisjes. Weesvader, M., -vaders. Weg, M., wegen. Wegje, O., -jes. Wegge, V., weggen. Weggetje, O., -jes. Weging, V., wegingen. Wegwerker, M., -werkers. Weider, M., weiders. Weiding, V., weidingen. Weidmes en Weimes, O., -messen. Weidsch, weidscher, meest weidsch. Wekken, wekte, heeft gewekt. Wekker, M., wekkers. Wekkertje, O., -jes. Wekster, V., weksters. Wel, V., wellen. Welletje, O., -jes. Welfsel, O., welfselen en welfsels. Welig, weliger, weligst. ), welde, heeft geweld. Welling, V., wellingen. Welp, O., welpen. Welpje, O., -jes. Welving, V., welvingen. Wen, V., wennen. Wennetje, O., -jes. Wending, V., wendingen. Wenk, M., wenken. Wenkje, O., -jes. Wensch, M., wenschen. Wenschje, O., -jes. Wereld, V., werelden. Wereldtooneel, O. Werkje, O., -jes. Werkdadig, -dadiger, -dadigst. Werker, M., werkers. Werkgever, M., -gevers. Werking, V., werkingen. Werkkamer, V, -kamers. Werknemer, M., -nemers. Werkster, V., werksters. Werptol, M., -tollen. Werptros, M., -trossen. Werst, V., wersten. Werver, M., wervers. Werving, V., wervingen. Wesp, V., wespen. Wespje, O., jes. Wet, V., wetten. Wetje, O., -jes. Weten, O. Wetens. Wetgever, M., -gevers. Wetgeving, V., -gevingen. Wettig, wettiger, wettigst. Weveling, V., wevelingen. Wever, M., wevers. Weving, V., wevingen. Wezel, V., wezels. Wezeltje, O., -jes. Wezen, O., wezens. Wezentje, O., -jes. Whisten, whistte, heeft gewhist. Whister, M., whisters. Wichtje, O., -jes. Wichtje, O., -jes. Wichtig, wichtiger, wichtigst. Wieder, M., wieders. Wiedmes, O., -messen. Wiedster, V., wiedsters. Wiegje, O., -jes. Wiekje, O., -jes. Wiel, O., wielen. Wieltje, O., -jes. Wieler, M., wielers. Wieling, V., wielingen. Wier, O., wieren. Wierig, wieriger, wierigst. Wig en Wigge, V., wiggen. Wijd, wijder, wijdst. Wijding, V., wijdingen. Wijdte, V., wijdten. Wijfje, O., -jes. Wijn, M., wijnen. Wijntje, O., -jes. Wijsje, O., -jes. Wijzer, M., wijzers. ), O. Wil, M. Willetje, O. Wild, wilder, wildst. Wild, O. Wildachtig. Wilde, M. en V., wilden. Wildeling, M., wildelingen. Wilg, M., wilgen. Wilgje, O., -jes. Willig, williger, willigst. Wimpeltje, O., -jes. Wimper, V., wimpers. Wimpertje, O., -jes. Windje, O., -jes. Windas, O., windassen. Winde, V., winden. Winder, M., winders. Windig, windiger, windigst. Winding, V., windingen. Windsel, O., windsels en windselen. Windseltje, O., -jes. Wingerd, M., wingerden en wingerds. Winkel, M., winkels. Winkeltje, O., -jes. Winket, O., winketten. Winnaar, M., winnaars. Winner, M., winners. Winst, V., winsten. Winstje, O., -jes. Winter, M., winters. Wipje, O., -jes. Wipper, M., wippers. Wipperig, wipperiger, wipperigst. Wis, wisser. Wischje, O., -jes. Wisscher, M., wisschers. Wisse, V., wissen. Wissel, M., wissels. Wisseltje, O., -jes. Wisseling, V., wisselingen. Wissewasje, O., wissewasjes. Wit, witter, witst. Witpoot, M., -pooten. Witter, M., witters. Woedend, woedender, woedendst. Woelig, woeliger, woeligst. Woensdag, M., -dagen. Woest, woester. Woestaard, M., woestaards. Woestijn, V., woestijnen. Wol, V., wollen. Wolletje, O., -jes. Wolfje, O., -jes. Wolkje, O., -jes. Wolkig, wolkiger, wolkigst. Wollig, wolliger, wolligst. Wolvin, V., wolvinnen. Wond, V., wonden. Wondje, O., -jes. Woning, V., woningen. Woninkje, O., -jes. Woninggids, M., -gidsen. Woon. Woonstede, V., -steden. Woord, O., woorden. Woordje, O., -jes. Work, M., worken. Wurm. Wormkoekje, O., -koekjes. Worst, V., worsten. Worstje, O., -jes. Worteltje, O., -jes. Woud, O., wouden. Wraddel, M., wraddels. Wrak, O., wrakken. Wrang, V., wrangen. Wrang, wranger, wrangst. Wratje, O., -jes. Wreef, V., wreven. Wreker, M., wrekers. Wrijfsel, O., wrijfsels. Wrijter, M., wrijters. Wrijver, M., wrijvers. Wrijving, V., wrijvingen. Wroeging, V., wroegingen. Wroeter, M., wroeters. Wrokkig, wrokkiger, wrokkigst. Wrong, V., wrongen. Wuft, wufter, wuftst. Wuitje, O., -jes. Wuit, V., wuiten. Wuitje, O., -jes. Wuiving, V., wuivingen. Wulf, O., wulven. Wulk, V., wulken. Wulkje, O., -jes. Wulp, M., wulpen. Wulpsch, wulpscher. Wurmpje, O., -jes. X X, V., x-en. ), M. Z Z. V., z's. Zaad, O., zaden. Zaadje, O., -jes. Zaadhuisje, O., -jes. Zaadzolder, M., -zolders. Zaag, V., zagen. Zaagje, O., -jes. Zaagbek, M., -bekken. Zaagbok, M., -bokken. Zaaier, M., zaaiers. Zaaisel, O., zaaisels. Zaaizak, M., -zakken. Zaak, V., zaken. Zaakje, O., -jes. Zabberaar, M., zabberaars. Zadeltje, O., -jes. Zager, M., zagers. Zak, M., zakken. Zakje, O., -jes. Zakking, V., zakkingen. Zalf, V., zalven. Zalfje, O., -jes. Zalig, zaliger, zaligst. Zaling, V., zalings. Zalving, V., zalvingen. Zameling, V., zamelingen. Zand, O., zanden. Zandje, O., -jes. Zandbad, O., -baden. Zandbak, M., -bakken. Zanden, zandde, heeft gezand. Zanderig, zanderiger, zanderigst. Zandhaas, M., -hazen. Zandig, zandiger, zandigst. Zandweg, M., -wegen. Zandzak, M., -zakken. Zang, M., zangen. Zanger, M., zangers. Zangeres, V., zangeressen. Zangerig, zangeriger, zangerigst. Zangster, V., zangsters. Zangvogel, M., -vogels. Zaniker, M., zanikers. Zat, zatter, zatst. Zebra, M., zebra's. Zede, V., zeden. Zee, V., zeeën. Zeetje, O., -jes. Zeearm, M., -armen. Zeel, O., zeelen. Zeeltje, O., -jes. Zeeltje, O., -jes. Zeempje, O., -jes. Zeep, V., zeepen. Zeeper, M., zeepers. Zeer, O. Zeer, zeere. Zeerig, zeeriger, zeerigst. Zeet, V., zeten. Zeetje, O., -jes. Zeeuw, M., Zeeuwen. Zeevogel, M., -vogels. Zege, V. Zegel, O., zegels. Zegening, V., zegeningen. Zegger, M., zeggers. Zegster, V., zegsters. Zeil, O., zeilen. Zeiltje, O., -jes. Zeiler, M., zeilers. Zeis, V., zeisen. Zeisen, V., zeisenen en zeisens. Zeker, zekerder, zekerst. Zelf, zelve. Zelling, V., zellingen. ), V. Zemeltje, O., -jes. Zender, M., zenders. Zending, V., zendingen. Zeng, V., zengen. Zengen, zengde, heeft gezengd. Zenuwtje, O., -jes. Zerk, V., zerken. Zerkje, O., -jes. Zerp, zerper, zerpst. V., zessen. Zesje, O., -jes. Zeshoek, M., -hoeken. Zestien, zestienen. Zestig, zestigen. Zestiger, M., zestigers. Zet, M., zetten. Zetje, O., -jes. Zetel, M., zetels. Zethamer, M., -hamers. Zetsel, O., zetsels. Zetseltje, O., -jes. Zetter, M., zetters. Zetting, V., zettingen. Zeug, V., zeugen. Zeurtje, O., -jes. Zeurig, zeuriger, zeurigst. Zeventig, zeventigen. Zich. Zichtig, zichtiger. Zieder, M., zieders. Ziek, zieker, ziekst. Zieke, M. en V., zieken. Ziekte, V., ziekten. Zieltje, O., -jes. Zien, zag, zagen, heeft gezien. Ziener, M., zieners. Zift, V., ziften. Ziften, ziftte, heeft gezift. Zifter, M., zifters. Zifting, V., ziftingen. Zigzag, M., zigzags. Zij. Zijdam, M., -dammen. Zijtje, O., -jes. Zijtak, M., -takken. Zijzak, M., -zakken. Zilt, zilter, ziltst. Zin, M., zinnen. Zinnetje, O., -jes. Zinbouw, M. Ook Zinsbouw. Zinger, M., zingers. Zinken, zonk, is gezonken. Zinking, V., zinkings. Zinksel, O., zinksels. Zinsnede, V., -sneden. Zit, M. Zitje, O., -jes. Zitdag, M., -dagen. Zitkamer, V., -kamers. Zitting, V., zittingen. Zituur, O., -uren. Zoeker, M., zoekers. Zoel, zoeler, zoelst. Zoentje, O., -jes. Zoener, M., zoeners. Zoet, zoeter, zoetst. Zoeterd, M., zoeterds. Zolder, M., zolders. Zoldertje, O., -jes. Zomer, M., zomers. Zomertje, O., -jes. Zonnetje, O., -jes. Zonde, V., zonden. ), V., zonen. Zonnecirkel, M., -cirkels. Zonnig, zonniger, zonnigst. Zoo. (- als). Zool, V., zolen. Zooltje, O., -jes. Zoöloog, M., zoölogen. Zoom, M., zoomen. Zoompje, O., -jes. Zoontje, O., -jes. Zooveel, -vele. Zorg, V., zorgen. Zot, M., zotten. Zotje, O., -jes. Zottin, V., zottinnen. Zout, O., zouten. Zout, zouter, zoutst. Zouten, zoutte, heeft gezouten. Zouter, M., zouters. Zuchtje, O., -jes. Zuchtig, zuchtiger, zuchtigst. Zuiger, M., zuigers. Zuil, V., zuilen. Zuiltje, O., -jes. Zuimen, zuimde, heeft gezuimd. Zuinig, zuiniger, zuinigst. Zuiper, M., zuipers. Zutfen, O. Zutfensch. Zuur, O., zuren. Zuurtje, O., -jes. Zuur, zuurder, zuurst. Zwaai, M., zwaaien. Zwaan, M., zwanen. Zwabbertje, O., -jes. Zwadder, M. Zwadderig. Zwager, M., zwagers. Zwagertje, O., -jes. Zwakje, O., -jes. Zwalp, M., zwalpen. Zwanezang, M. Zwang, M. (In -). Zwart, zwarter, zwartst. Zwarte, M. en V., zwarten. Zwartje, O., -jes. Zweden, O. Zweed, M., Zweden. Zweepje, O., -jes. Zweeting, V., zweetingen. Zweler, M., zwelers. Zwelger, M., zwelgers. Zwembassin, O., -bassins. Zwemmer, M., zwemmers. Zwemmerig, zwemmeriger, zwemmerigst. Zwempoot, M., -pooten. Zwemvogel, M., -vogels. Zwengel, M., zwengels. Zwenk, M., zwenken. Zwerfster, V., zwerfsters. Zwering, V., zweringen. Zwerk, O. Zwerm, M., zwermen. Zwermer, M., zwermers. Zwerver, M., zwervers. Zwetser, M., zwetsers. Zwezerik, M., zwezeriken. Zwezerikje, O., -jes. Zwijger, M., zwijgers. Zwijn, O., zwijnen. Zwin, O., zwinnen. Zwingel, M., zwingels. Zwitser, M., Zwitsers. Zwoeger, M., zwoegers. Zwoel, zwoeler, zwoelst.